Vergeving en genezing

Kernteksten: Lukas 5:26  "En ontzetting heeft hen allen bevangen en zij verheerlijkten God en werden vervuld met vreze, zeggende: Wij hebben heden ongelofelijke dingen gezien."

Psalm 32:1 "Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is" 

Vlakbij het Meer van Galilea ligt het stadje Kapernaüm. In dat stadje is iets heel bijzonders gebeurd. Enige tijd geleden is daar Iemand komen wonen en iedereen praat over Hem. Het is de Heere Jezus die daar een huis heeft waar Hij regelmatig komt. En natuurlijk hebben de mensen in Kapernaüm al lang gemerkt dat Hij geen gewone Man is. Al verschillende keren heeft Hij gesproken in de synagoge en er is niemand die zó kan spreken als Hij. Als de Heere Jezus gaat vertellen over God in de hemel, over Gods Koninkrijk en over geloof en bekering, dan luisteren vele mensen naar Hem. Maar de Heere Jezus is niet altijd in Kapernaüm. Steeds maakt Hij grote reizen, door heel Israël, samen met Zijn discipelen. Overal moet immers het Evangelie van het Koninkrijk Gods gebracht worden.

Vandaag is de Heere Jezus weer terug gekomen naar Kapernaüm. Velen komen naar het huis waar Hij is. Hoeven de mensen dan niet te werken? Eigenlijk wel, maar de komst van de Heere Jezus vinden ze belangrijker. Ze laten hun werk liggen om naar Hem te gaan luisteren. Is jouw verlangen om het Woord van de Heere te horen ook wel eens zó groot dat je er al het andere voor opzij zet? Er zijn zóveel mensen gekomen om te luisteren dat ze niet eens in het huis passen. Maar natuurlijk, voor belangrijke mensen wordt wel ruimte gemaakt: voor Farizeeën en schriftgeleerden. Zij staan vooraan. Zijn zij ook verlangend naar de woorden van de Heere Jezus? Nee, ze zijn erbij omdat ze willen weten of de Heere Jezus dingen zegt die tegen hun leer ingaan. 

Daar komen nóg wat mensen aan. Vier mannen zijn het, en ze nemen hun vriend mee. Ze dragen hem; hij ligt op een soort mat, want hij is verlamd. In de Bijbel wordt hij een geraakte genoemd. Ze vragen aan de mensen bij de deur: "Willen jullie opzij gaan, wij moeten met onze zieke vriend naar de Heere toe!" En wordt er voor hen plaats gemaakt? Gaan de mensen opzij om hen door te laten? Nee, dat doen ze niet. "Alstublieft, laat ons er toch door! Wij willen niet naar huis terug gaan voordat we onze zieke vriend bij de Heere Jezus gebracht hebben, ga toch opzij!" Hoe de vrienden het ook proberen, het lukt hen niet binnen te komen. Maar nu is de Heere Jezus hier. Ze kunnen het niet tot morgen uitstellen om tot Hem te gaan. Wie wérkelijk in nood is kan niet langer wachten!

Dan bedenken ze een plan. Aan de zijkant van het huis is een trap, die uitkomt op het platte dak. Over deze trap brengen ze de lamme man naar boven. Als ze boven zijn, maken ze een opening in het dak. Ze hebben goed berekend waar ze de tegels van het dak eruit moeten halen. Want hun zieke vriend moet straks voor de voeten van de Heere Jezus terecht komen! Dat is de enige plaats waar voor hem redding mogelijk is. Wat blijkt hieruit dat de vier mannen hun hulp alleen bij de Heere zoeken, ja, dat ze ook zeker geloven dat Hij uitkomst geven kan!

Zo laten de vier mannen hun matras, met daarop de verlamde man, naar beneden zakken. Daar staat de Heere Jezus. Middenin Zijn toespraak tot de mensen in het huis, komt deze man tot Hem. De Heere kijkt hem aan. Hij ziet niet alleen het zieke lichaam, maar Hij ziet ook wat er in het hart van deze man leeft. De Heere Jezus is immers Gods Zoon! Hij kent al onze gedachten, ook die van jou! Hij weet wat je grootste verlangen is, gezondheid en voorspoed of vergeving van je zonden en vrede met God. De Heere Jezus ziet dat deze man het meest verlangt naar vergeving! Wil die man niet graag weer gezond worden? O ja, vast wel. Maar wat heb je eraan als je gezond bent, maar je loopt over de aarde met al je zonden en schuld, je hebt geen nieuw hart? De verlamde man gelóóft dat de Heere Jezus hem kan verlossen. Als de Heere dat geloof ziet, zegt Hij: "Mens, uw zonden zijn u vergeven!". De verlamde man voelt een loodzwaar pak van zich afgenomen - zijn zonden zijn vergeven! Wat een wonder van genade! Welzalig hij wiens zonden zijn vergeven! Maar de Farizeeën en de schriftgeleerden worden boos. Ze laten dat niet zo merken maar in hun hart beschuldigen ze de Heere Jezus van 'godslastering'. Ze zeggen: Hij is een mens en mag daarom niet zeggen dat Hij iemands zonden vergeeft want dat kan alleen Gód doen! Dat is waar, alleen God kan de zonden die tegen Hém gedaan zijn, vergeven! Maar, geloven deze Farizeeën en schriftgeleerden dan nu nóg niet dat de Heere Jezus Zelf God is?

Weer blijkt uit de woorden van de Heere Jezus dat Hij alle dingen weet. Want Hij doorziet al hun gedachten - hoewel zij ze niet hardop uitspreken. De Heere vraagt aan de menigte, dus ook aan de Farizeeën en schriftgeleerden: "Wat kun je gemakkelijker tegen deze verlamde zeggen: "Uw zonden zijn u vergeven", of "Sta op en wandel?" Veel mensen denken dat het eerste het makkelijkste is. Je kunt immers nooit nagaan of de man z'n zonden werkelijk vergeven zijn! Maar het tweede moet zichtbaar worden. Wat is de Heere Jezus toch geduldig tegenover al deze wantrouwende, ongelovige mensen. Wat is Hij ook geduldig met ons, als wij Zijn Woord niet meteen geloven, wil Hij ons steeds opnieuw onderwijs geven. Hij is het waard om daarvoor gedankt en gediend te worden! Hij gaat deze mensen het bewijs geven dat Hij de zonden mag vergeven, dat Hij Gód is, want Hij zegt tot de verlamde: "Ik zeg U, sta op, neem uw bed op, en ga heen naar uw huis!". En door Jezus' goddelijke kracht staat de verlamde op van zijn matras waarop hij neergelaten was! Er is een tweede wonder gebeurd, hij is nu ook genézen! Ook dit heeft hij niet verdiend. Wat is de Heere goed en dat voor een zondig mens! En 'God verheerlijkend' gaat hij naar huis.

De menigte is ontzet. Wie durft er nu nog aan te twijfelen dat de Heere Jezus Gods Zoon is? Hier zijn ongelofelijke dingen gebeurd! Nu weten ze allemaal dat Hij macht heeft hun zonden te vergeven. Maar wie gelóóft het en belijdt alle zonden voor Hem? Jij? De Heere zag het geloof van de verlamde en Hij verloste Hem van al zijn schuld. Als bewijs van Zijn goddelijke macht maakt Hij hem ook weer gezond. Ook nu nog mogen zieken én gezonden tot Hem komen. Bij Hem kunnen we van onze grootste nood verlost worden. 

Welzalig hij wiens zonden zijn vergeven! Het geloof, dat nodig is om bevrijd te worden van lichamelijk en geestelijk lijden, is ook nog steeds verkrijgbaar bij en door de Heere Jezus! Hij wil er door jou om gevraagd worden, opdat Hij ook jou door Zijn Woord en Geest gelukkig make!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen