JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Handleiding 4a: God is liefde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding 4a: God is liefde

Gods eigenschappen

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toelichting op het thema
Dit jaar is Kompas geschreven rond een thema: Wie is God? In elk nummer staat één van de eigenschappen van de Heere centraal. Er is een keuze gemaakt om de volgende eigenschappen van God te behandelen: De Heere is lankmoedig, Hij is heilig, rechtvaardig en genadig, almachtig en genadig, liefde, trouw, barmhartig en alwetend.

In deze kerstschets staat Gods liefde centraal, n.a.v. de geschiedenis van Jezus’ geboorte (Lukas 2) en de bekende tekst uit Johannes 3:16, ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe’.

Doel van de vertelling
De kinderen zien dat God de Bron van liefde is. Hij is liefde, daarom geeft Hij liefde. Hij heeft zondaren lief, niet om iets in hen, maar omdat Hij dat Zelf wil: in mensen een welbehagen. Gods liefde tot verloren zondaren is zo groot, dat Hij de straf op de zonde geeft aan Zijn eigen Zoon, in plaats van aan de mens, die deze straf verdient. Gods liefde wordt zichtbaar in de komst van de Heere Jezus Christus.

Introductie van het thema voor de kinderen
Afhankelijk van de setting van de avond kun je het thema voor de kinderen introduceren.
Vooraf: Knip uit rood papier twee grote rode harten (A4-formaat). Het ene hart plastificeer je, het andere niet.
- Houd het papieren hart omhoog en vraag waar het hart een teken van is. De kinderen zullen het ongetwijfeld associëren met liefde/houden van.
- Vervolgens begin je een gesprekje over wat liefde is. Van wie hou je allemaal? Van je vader en moeder? Van je broertjes en zusjes? Van je opa en oma? Van de Heere?
- Vervolgens vraag je of liefde ook stuk kan gaan. Ja, dat kan. Kijk maar naar het papieren hart. Je kunt het scheuren. Dit kun je vervolgens ook doen. Wat betekent dat als liefde stuk gaat?
- Dan zeg je: “Wie kent de tekst: God is liefde?” (1 Joh. 4: 8). Stel vragen als: Wat zou dat betekenen? Is de Heere dan nooit boos? Wie heeft de Heere lief?
- Dan neem je het geplastificeerde hart. “Kun je dit scheuren?” Nee, het is sterk!
Nog veel groter en sterker is Gods liefde, die is eeuwig. Die liefde is zo groot en sterk, dat Hij de Heere Jezus in de wereld gaf. Daarom is het Kerstfeest.

Zingen
Zie kerstprogramma

Lezen
Lukas 2:1-7

Kerntekst
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. (Johannes 3:16)

Vertelling

Daar kruipen twee mensen weg tussen de struiken. Ze zijn bang. Ze hebben iets verkeerds gedaan. Niet zo maar een klein foutje, maar een heel grote zonde. Ze zijn ongehoorzaam geweest aan de Heere. Onbegrijpelijk. Ze waren zo rijk en gelukkig. Alles was zo mooi. Ze mochten wonen in een prachtige tuin, met eten in overvloed. Ze waren zo ontzettend blij met alles wat ze gekregen hadden. Ze hielden zo veel van elkaar. Ze hielden zoveel van de Heere.
En nu, nu kruipen ze weg. Bang, doodsbang. Weg is de blijdschap, weg is hun geluk. Daarvoor in de plaats is donkerheid gekomen, angst. Het zijn Adam en Eva. Ze hebben tegen de Heere gezondigd. Ze hebben van de boom gegeten, waarvan de Heere gezegd had, dat ze daarvan niet mochten eten.

En wat doet God? Hij moet hen straffen. Dat had Hij gezegd: Als je van de boom der kennis des goeds en des kwaads eet, zal je sterven. Daarom zijn Adam en zijn vrouw ook zo bang. Straks komt de Heere met Zijn eerlijke straf. Ze hebben het verdiend. Hoor, daar roept de Heere al: “Adam, waar ben je?” Bevend komt Adam tevoorschijn. Nu komt de straf. Hij voelt die straf al, zijn hart is anders dan eerst, toen was het vol liefde en blijdschap, nu is er angst en donkerheid. Dat is de dood, de dood van binnen. Zal hij nu altijd zonder de Heere moeten blijven? Voor altijd en eeuwig?
De Heere ziet die twee bange mensen. Ze verdienen straf, want ze hebben tegen Hem gezondigd. De Heere wilde dat Adam en zijn vrouw Hem zouden gehoorzamen uit liefde. Liefde, dat was wat de Heere Zelf gegeven had, dat was wat de Heere ook gevraagd had. En nu is alles wat zo mooi was, kapot. Voor Adam en zijn vrouw is in één keer alles anders geworden, ze zijn zelf anders geworden. Dat komt door de zonde. Maar is de Heere ook veranderd? Nee, dat is wonderlijk, de Heere is niet veranderd. Hij had Adam en Eva lief, en dat is nog zo. Hoe kan dat? Omdat God liefde ís! Kun je dat begrijpen? Nee, dat is een heerlijk wonder.
De Heere laat Zijn liefde zien door Zijn Zoon naar de aarde te laten komen. Hij zal de straf voor Adam en Eva gaan dragen, voor zondaren! Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon zal gaan geven, de Heere Jezus Christus!

Daar lopen twee mensen door het land Israël. Ze maken een lange reis. Vanuit Galilea in het noorden zijn ze op weg naar Judea in het zuiden. Een lange reis van Nazareth naar Bethlehem. Overal in Israël was de nieuwe wet voorgelezen, die de keizer in Rome had gemaakt: Iedereen moet zich gaan laten inschrijven in de plaats waar zijn familie vandaan komt. Ja, die keizer in Rome, de machtige Augustus, had maar te gebieden en iedereen moest doen wat hij zei. Ook nu. Nu hij wilde weten, hoeveel mensen er in zijn rijk woonden. Zo wist hij zeker dat iedereen belasting betaalde. Macht en rijkdom, daar was het hem om te doen. En zo gaan er veel mensen op reis naar hun geboortestad. Ook deze twee mensen uit Nazareth. Het zijn Jozef en Maria. Ze gehoorzamen het bevel van de keizer. Maar ze gehoorzamen nog veel meer het Woord van de Heere!
Het bevel van de keizer ging over zijn macht en rijkdom. Maar het Woord van de Heere ging over Zijn liefde en genade! De engel Gabriël had het Woord van de Heere tot Maria gezegd: “Je zult een Kindje krijgen. Niet Jozef is Zijn vader, maar de Heere in de hemel. Je moet Hem de Naam Jezus geven. Hij is de Zoon van de Allerhoogste, Hij is de beloofde Koning uit het geslacht van David, de beloofde Verlosser!” Wat een wonder! God doet wat Hij beloofd heeft. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon zal gaan geven, de Heere Jezus Christus!

Daar lopen twee mensen de kleine stad Bethlehem binnen. Het zijn Maria en Jozef. Maar wat een teleurstelling. Als ze een plaats zoeken waar ze de komende tijd kunnen blijven, kunnen ze niet terecht in de herberg, die is vol. Geen plaats voor Maria en Jozef. Geen plaats voor het Kind dat geboren zal worden. Geen plaats voor het grote geschenk van Gods liefde en genade. Hoe moet dat nu? Daar zal de Heere Zelf voor zorgen! Er is tóch plaats in Bethlehem. Niet in de herberg, niet in een mooi huis, maar in een stal.
En daar in Bethlehem gebeurt het grote wonder. God zou moeten komen met Zijn straf. Dat moest al in het Paradijs. Dat zou moeten in Bethlehem. Dat zou moeten bij ons. Want we hebben tegen de Heere gezondigd. We hebben Hem niet lief en we dienen Hem niet. En de Heere kómt ook met Zijn straf. Maar Hij geeft die straf niet aan hen, die de straf verdienen, maar Hij zal die straf gaan geven aan Zijn eigen Zoon. De Heere Jezus komt in onze zondige wereld. Hij zal de straf gaan dragen.

Het is nacht in Bethlehem. Alles is donker. Maar in de stal waar Maria en Jozef zijn, brandt licht. En dan gebeurt het heerlijke wonder. De Heere opent de hemel. Daar kon geen mens meer binnen komen, vanwege de zonde. Maar God doet het andersom. Hij gaat naar de aarde. Naar deze wereld vol zonde en schuld, waar niemand is die uit zichzelf naar God zoekt. De Heere zoekt naar zondaren. Waarom? Omdat God liefde is. Hij opent de hemel. Hij geeft het liefste wat Hij heeft. Hij geeft Zijn Zoon. Meer kan Hij niet geven. Kijk eens daar in de stal: een Kindje. Een Zoon in de armen van Maria. Gods eigen Zoon ligt in de armen van een zondig mens. De Koning van hemel en aarde komt naar deze wereld, omdat God die wereld lief heeft. Niet omdat die wéreld goed is, maar omdat Gód goed is.
Twee mensen zitten daar in de stal en een diepe blijdschap is er in hun hart. Het onbegrijpelijke is gebeurd: In hun armen ligt de Zaligmaker, de beloofde Verlosser. De woorden van Maria’s lofzang komen weer terug: ‘Mijn ziel verheft Gods eer, mijn geest mag blij de Heer’ mijn Zaligmaker noemen!’ Voorzichtig wordt het Kindje in doeken gewikkeld. Een echt bedje is er niet, maar er is wel een kribbe, een voerbak voor de dieren. Daar wordt Jezus in gelegd. Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Waarom heeft de Heere dat gedaan? Uit liefde tot die wereld, om zondaren te redden. Geloof je dat? Want daar gaat het om. Dat je geloven mag in deze Zaligmaker, in deze Jezus. Dat betekent, dat je Hem mag liefhebben en dienen. Dat je met al je zonden naar Hem toe mag gaan en dat je zegt: Heere, ik heb tegen U gezondigd, net als Adam en Eva, en ik verdien Uw straf. Maar nu ligt er een Kind in de kribbe, Uw eigen Zoon, Die wilde komen om die straf te dragen. Mag ik bij Uw kribbe buigen? Mag ik ook Uw liefde ontvangen en Uw genade en vergeving? Er is plaats bij de kribbe. Durf je niet? Omdat je weet dat je zo’n zondig hart hebt? Kijk dan eens goed naar dit Kind, Hij wilde komen om zondaren te zoeken en zalig te maken. Zijn Naam is Jezus, Zaligmaker!

Hoor, daar klinkt een loflied! In het Paradijs was het stil geworden, door de zonde. Maar bij Bethlehem klinkt een lofzang: Ere zij God in de hoogste hemelen! De Heere krijgt weer alle eer, net als in het Paradijs. Want er is een Mens geboren Die God volmaakt liefheeft en dient. Ere zij God! Vrede op aarde! Net als in het Paradijs, want de Vredevorst is geboren. Hij zal vrede gaan maken tussen Zijn Vader en zondaren. In mensen een welbehagen! Dat betekent, dat de Heere zondaren liefheeft, omdat Hij dat wil. Omdat Hij liefde is. Net als in het Paradijs, de Heere is altijd Dezelfde gebleven.

Daar lopen mensen door de straten van Bethlehem. Ze hebben haast! Het zijn herders. Ze hebben het woord van de engel gehoord: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal; namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids. En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe. Ze hebben de engelen horen zingen en nu zijn ze op weg, op zoek naar die Zaligmaker. De Heere wijst hun de weg. Daar is de stal. Ze gaan naar binnen. Ze zien Maria en Jozef. En dan zien ze het Kind. De Zaligmaker, welke is Christus, de Heere! Eerbiedig knielen ze neer. Diepe blijdschap is er in hun hart. Ze zien Gods liefde in deze kribbe. Wat zien ze dan? Het is toch een gewoon Kindje dat daar ligt? Ja, als je gewoon kijkt, zie je een gewoon Kindje. Maar als je mag kijken met de ogen van je hart, als je kijkt met ogen van het geloof, dan zie je het grote wonder van Gods liefde voor een zondig mens. Kom, er is nog wel een plaatsje naast de herders. Je kunt er nog wel bij. Hier ligt de Zaligmaker. Hier ligt Hij Die gekomen is om de straf te dragen, Hij is geboren om te sterven, Hij is gekomen om Gods liefde te laten zien. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.

Het is heel veel jaren later. Er staat een kruis op Golgotha. Daar hangt de Heere Jezus, Die eens in een kribbe werd neergelegd. Waar is nu Gods liefde? Hier, juist hier. Want wij verdienen de straf die de Heere Jezus hier draagt. Maar God legt de straf op Zijn Zoon, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Een iegelijk! Je mag komen, bij de kribbe, bij het kruis. Geloof in de Heere Jezus Christus, en je zult zalig worden. Door de Zaligmaker.

Achtergrondinformatie bij het Bijbelgedeelte

Herberg en stal
Herberg is de vertaling voor het Griekse woord kataluma. Dat woord heeft de vrij algemene betekenis ‘onderkomen’ of ‘verblijfplaats’. Het komt bijvoorbeeld ook voor in Lukas 22:11, waar het gebruikt wordt om het gastenvertrek in een huis in Jeruzalem aan te duiden waar Jezus en zijn leerlingen de paasmaaltijd gebruiken. In Lukas 22:12 blijkt het om een grote bovenzaal te gaan. Geen herberg, maar een zaal in een huis. Voor ‘herberg’ gebruikt het Grieks pandocheion (zie bijv. Lukas 10:25-37). In Lukas 2 gaat het waarschijnlijk om een onderkomen in een karavanserai, een ommuurde plaats waar mensen en beesten konden verblijven en hun eigen eten konden bereiden.
Jozef en Maria vonden uiteindelijk een ander onderkomen. Of dit een stal of een grot is geweest, zal wel altijd onduidelijk blijven. Wat wel duidelijk is, dat de Heere Jezus werd neergelegd in een voerbak, een kribbe.
Herberg en kribbe hebben aanleiding gegeven tot veel geromantiseer over een herbergier, over stro en beesten. Daarmee gaan we het eigenlijke gebeuren voorbij: God geopenbaard in het vlees, een wonder om niet te veel om heen te verzinnen, maar om ootmoedig de Heere voor te erkennen.

Keizer Augustus
Imperator Caesar Augustus leefde van 63 v. Chr. tot 14 n. Chr. Augustus betekent 'de Verhevene' en het was de titel die de Romeinse senaat hem in 27 v. Chr. aan het begin van zijn regering verleende. Zijn eigenlijke naam was Octavianus en hij was de eerste princeps of keizer van Rome. Hij maakte een einde aan een eeuw van burgeroorlogen in zijn rijk. Zijn heerschappij zorgde voor een langdurige tijd van interne vrede, die als Pax Romana (soms ook wel Pax Augusta) werd aangeduid.

Toen zij daar waren
Hoe lang Jozef en Maria in Bethlehem geweest zijn, voordat de Heere Jezus geboren werd, weten we niet. Er staat ‘en toen zij daar waren’ en niet ‘en toen zij daar kwamen’. Dat duidt er op, dat zij al kortere of langere tijd in Bethlehem verbleven, toen de Zaligmaker geboren werd.

Alzo lief…
Het is misschien wel de bekendste tekst uit de Bijbel. Luther noemde Johannes 3:16 ‘de Bijbel in een notendop’. Jezus is in gesprek met Nicodémus en vertelt over wedergeboorte, het werk van de Heilige Geest en komt met het beeld van de verhoogde slang.
Want alzo lief heeft God de wereld gehad… Als de Heere Jezus deze woorden uitspreekt, wijst Hij naar boven. Daar klopt het liefdeshart van God de Vader. Heel eerbiedig en met diep ontzag spreekt Jezus deze woorden. Daar klinkt verwondering in door. Alzo lief heeft God de wereld gehad…
Ondoorgrondelijk lief heeft God de wereld gehad. Daar zijn geen woorden voor. Zijn liefde is een liefde van eeuwigheid. Onbevattelijk lief heeft God de wereld gehad. Een oceaan van liefde van God wordt hier in onze tekst door God Zelf, door Gods Zoon, onder woorden gebracht. Het is geen engel, die deze heerlijke kerstboodschap brengt. Het is dé Engel, de Engel van het genadeverbond, Die hier spreekt. Wie zal Zijn komst naar deze wereld beter kunnen verklaren dan Hij Zelf? Het is God Zelf, Die hier in Zijn menselijke natuur, in het diepst van de nacht het kerstevangelie brengt aan het hart van Nicodémus. Het is Zijn Geest Die het in zijn hart brengt. Die liefde is niet te verklaren. Die liefde is niet onder woorden te brengen. Die liefde is alleen te ervaren. Die is alleen te bewonderen. Die liefde is uit God. Ons door de zonde verduisterde verstand verstaat dat niet. Ze is alleen te aanbidden door genade. De herders mogen dat doen. De wijzen zijn gekomen om Hem te aanbidden. De jonge Maria heeft ervan gezongen. Simeon heeft het gezien en geloofd. Al Gods kinderen gaan in dit leven buigen voor Hem, in verwondering en stille aanbidding. Alzo lief heeft God… Hij is de Oorsprong, de Bron waar het vandaan komt. Het is alles uit Hem, door Hem en het zal weerkeren tot Hem. De drie-enige God heeft Zichzelf van eeuwigheid liefgehad met een volmaakte liefde. En Hij heeft Zijn liefde geopenbaard. Hij laat het zien door Zijn Zoon te zenden.

God is liefde
Zoals Johannes 3:16 misschien wel de bekendste tekst uit de Bijbel is, zo zijn de woorden uit 1 Johannes 4:8, God is liefde, misschien wel de meest misbruikte woorden uit de Bijbel. “Als God liefde is, waarom laat Hij dan… waarom gebeurt er dan…” Maar dan verwarren we liefde met lief zijn, lief doen. Gods liefde is van een totaal andere orde.
Er zijn verschillende woorden voor ‘liefde’ in het Grieks, ‘phileo’ en ‘agapáo’ (agapè). In het Evangelie naar Johannes en de brieven van Johannes wordt vaak het woord ‘agapè’ gebruikt; ook in 1 Johannes 4. Bij ‘agapáo’ gaat het om een weloverwogen keuze; het is een hoge liefde, oprecht en rein. ‘Phileo’ is meer: gehechtheid en speciale persoonlijke genegenheid.

Als er staat ‘God is liefde’, dan betekent dat: God heeft lief; niet alleen Zichzelf, maar ook Zijn schepselen, in het bijzonder Zijn uitverkorenen in Christus, met zo’n grote liefde en toegenegenheid dat je terecht mag zeggen dat Hij niet alleen liefde hééft, maar ook de liefde zélf is, zoals Hij ook de wijsheid, goedheid, enz. genoemd wordt.
Gods liefde wordt niet opgewekt door iets in ons. Het komt geheel bij God vandaan. Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft (1 Johannes 4:19).

Heidelbergse Catechismus
Vraag 29
Waarom wordt de Zone Gods Jezus, dat is, Zaligmaker, genoemd?
Omdat Hij ons zalig maakt en van al onze zonden verlost; daarbenevens, dat bij niemand anders enige zaligheid te zoeken of te vinden is.

Vraag 30
Geloven dan die ook aan de enige Zaligmaker Jezus, die hun zaligheid en welvaart bij de heiligen, bij zichzelf, of ergens elders zoeken?
Neen zij; maar zij verloochenen met de daad de enige Heiland en Zaligmaker Jezus, ofschoon zij met de mond in Hem roemen; want van tweeën één; óf Jezus moet geen volkomen Zaligmaker zijn, óf die deze Zaligmaker met waar geloof aannemen, moeten alles in Hem hebben, dat tot hun zaligheid van node is.

Nederlandse Geloofsbelijdenis
Artikel 18: Van de menswording van Jezus Christus
Wij belijden dan dat God de belofte die Hij aan de oudvaderen gedaan had door de mond van Zijn heilige profeten, volbracht heeft, zendende Zijn eniggeboren en eeuwige Zoon in de wereld, op de tijd door Hem bestemd. Dewelke de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen heeft, en de mens gelijk geworden is, waarachtiglijk aannemende een ware menselijke natuur, met al haar zwakheden (uitgenomen de zonde), ontvangen zijnde in het lichaam der gelukzalige maagd Maria, door de kracht des Heiligen Geestes, zonder mans toedoen. En heeft niet alleen de menselijke natuur aangenomen, zoveel het lichaam aangaat, maar ook een ware menselijke ziel, opdat Hij een waar mens zou zijn. Want aangezien de ziel zowel verloren was als het lichaam, zo was het nodig dat Hij ze beide aannam, om ze beide zalig te maken. Daarom belijden wij (tegen de ketterij der wederdopers, die loochenen dat Christus menselijk vlees van Zijn moeder aangenomen heeft), dat Christus is deelachtig geworden des vleses en bloeds der kinderen; dat Hij een Vrucht der lendenen Davids is, zoveel het vlees aangaat; geworden uit het zaad Davids naar het vlees; een Vrucht des buiks van Maria; geworden uit een vrouw; een Spruite Davids; een Scheut uit de wortelen van Isaï; uit Juda gesproten; afkomstig van de Joden zoveel het vlees aangaat; uit het zaad Abrahams, aangezien Hij aangenomen heeft het zaad Abrahams, en is Zijn broederen in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde; alzo dat Hij in der waarheid onze Immánuël is, dat is: God met ons.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2017

Kompas Handleiding | 12 Pagina's

Handleiding 4a: God is liefde

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2017

Kompas Handleiding | 12 Pagina's