JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Handleiding 1b: Lydia - Gods Woord geloven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding 1b: Lydia - Gods Woord geloven

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij deze handleiding is een -10 en een +10 werkboekje beschikbaar. Klik op onderstaande link om deze in te zien.

Lezen
Handelingen 16:6-15

Kerntekst
… welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd (Handelingen 16:14b).

Zingen
Psalm 65:1
Psalm 96:2, 5 en 7
Psalm 117
Psalm 118:7
Psalm 119:23 en 45
Tien Geboden des Heeren:9
Gebed des Heeren:3

Toelichting op de vertelschets
In deze serie schetsen staat het geloof centraal. In deze schets richten we ons op het werk van de Heilige Geest, Die door het Woord het geloof in het hart werkt. Daarbij zien we in dit verhaal ook nadrukkelijk de wonderlijke leiding van de Heilige Geest, Die Paulus en Lydia bij elkaar brengt. De Heilige Geest verlicht haar verstand en opent haar hart, waardoor ze het Woord van God écht gaat begrijpen. We wijzen de kinderen op het belang van het lezen in de Bijbel of het luisteren naar een preek met een biddend hart. Gods Geest is onmisbaar nodig. Hij kan het geloof in onze harten geven tijdens het lezen of luisteren naar Zijn Woord. Woord en Geest horen bij elkaar.

Vertelschets

Het is rustig bij de waterkant. Je hoort alleen het kabbelen van het water en het vrolijke gezang van de vogels. Aan de oever van de rivier zitten enkele vrouwen. Ze zijn vanmorgen vroeg opgestaan. Vandaag is het sabbat. En zoals gewoonlijk zijn ze ook deze dag weer bij elkaar gekomen net buiten de stad Filippi. Hun ogen zijn gesloten en hun handen eerbiedig gevouwen. Ze zijn aan het bidden. Is er geen synagoge waar ze dat kunnen doen? Nee, in de stad Filippi wonen bijna geen Joden. De inwoners van Filippi zijn vooral mannen die vroeger soldaten waren van het Romeinse Rijk. Het zijn dus Romeinse burgers, die de God van Israël niet kennen. Maar toch zien we dat op deze morgen enkele vrouwen de drukte van de stad hebben verlaten. Ze willen samen de God van Israël zoeken. In hun hart is diep ontzag voor deze God. Ze praten samen over Hem. Ze bidden samen tot Hem. Maar deze vrouwen weten nog zo weinig over deze God. Wie zou hen in deze Romeinse stad meer van Hem kunnen vertellen?

Eén van de vrouwen is Lydia, een purperverkoopster. Ze heeft het goed in haar leven. De stoffen die ze verkoopt zijn duur. Ze zijn geverfd met een kostbare paarsachtige verfstof: purper. De Romeinse inwoners van Macedonië weten haar wel te vinden als ze deze mooie kleding zoeken. Ze verdient veel geld en veel mensen kennen haar. Ze heeft zich aangesloten bij een groep Joodse vrouwen. Samen willen ze de God van de Israëlieten dienen. De Romeinen kijken met verachting neer op de Joden. Maar dat maakt Lydia niets uit! Ze wil deze God dienen. Ze schaamt zich er niet voor, ook al wordt ze nu door veel mensen met minachting aangekeken. Ook al zijn er misschien wel mensen die nu niet meer haar mooie purperen stoffen willen kopen. In haar hart is eerbied en ontzag voor de God van Israël. Niet haar werk, maar God staat op de eerste plaats in haar leven! Ze wil Hem oprecht dienen, maar eigenlijk kent ze Hem nog niet. Daar zit ze aan de waterkant. Haar handen gevouwen. Ze bidt mee met de anderen vrouwen.
Hoort God haar gebed? Ja, God ziet haar hier zitten op deze sabbatmorgen. Hij ziet haar hart. Het is ten diepste gesloten, maar Hij kan en zal het openen, door haar het geloof te schenken. Gods Geest is Zijn werk in haar begonnen. Een goed werk.

Kijk, daar aan de andere kant van het water lopen enkele mannen. Ze zien er eenvoudig uit. Ze dragen alleen een witte linnen jas en als het koud wordt, hebben ze een wollen mantel. Ze hebben niet veel bij zich. Hun bagage bestaat alleen uit een stok en wat brood en water. Meer bagage zou ook alleen maar lastig en gevaarlijk zijn. Ze zouden dan extra gevaar lopen voor de roversbenden die zich hier in de bergen schuil houden.

Wie zijn deze mannen? Waar gaan ze heen? Het zijn Paulus, Silas en Timotheüs, drie zendelingen. Ze komen uit Antiochië en zijn op weg naar de gemeenten in Galatië en Klein-Azië. Ze willen de mensen weer eens opzoeken die ze op hun vorige zendingsreis hebben ontmoet. Toen zijn er kleine gemeenten ontstaan en nu willen ze weten hoe het met hen gaat. Ook willen ze meer over God vertellen. De gemeenteleden zijn blij als ze Paulus weer zien. Het is vaak zo moeilijk om God te dienen. Fijn dat Paulus hen weer kan bemoedigen. Ze danken God ervoor. Paulus gaat weer verder. De reis gaat dwars door het binnenland. Iedere dag moeten ze door woest berggebied. Soms over hoogvlakten en dan weer door hete woestijnen. Maar dat hebben ze er allemaal voor over. Er is zoveel liefde in hun hart voor God, dat ze dit graag doen.
Paulus en de anderen willen graag naar het zuiden, naar Efeze. Ze zijn van plan ook in dit gedeelte van Klein-Azië het Woord van God te vertellen. Daar zijn ze op hun vorige reis nog niet geweest. En Paulus weet hoe nodig het is, om ook in zulke gebieden van God te vertellen. Er zijn nog zoveel mensen die niets weten van de Heere Jezus. Paulus verlangt om steeds meer mensen van Hem te vertellen. Maar… de Heilige Geest wil niet dat ze naar Efeze gaan. Hij laat het hun niet toe. Hij houdt hen tegen. Ze voelen in hun hart dat Hij het niet wil. Er zit niets anders op dan verder naar het westen te trekken. Paulus begrijpt er niets van. Heere, wat is Uw bedoeling? Wat wilt Gij dat ik doe? Maar God maakt het hem niet duidelijk. Gods wegen zijn vaak anders dan onze wegen. Dan besluit hij naar het noorden, naar Bithynië te gaan. Maar ook nu verhindert de Heilige Geest hen om daar naar toe te gaan. Dan zit er niets anders op dan gewoon weer verder naar het westen te lopen. Waar gaat deze wonderlijke weg heen? Ze begrijpen er niets van!
Na een lange reis komen ze bij Troas aan, een havenplaats in het westen van Klein-Azië. Voor hen ligt de zee. Hier kunnen ze niet verder. Veel vragen komen in hun hoofd op. Waarom heeft God hen toch helemaal hier gebracht? Ze zoeken eerst een slaapplaats voor de nacht. Morgen zullen ze wel verder zien. Dan moeten ze maar gaan overleggen wat hun te doen staat.
In die nacht ziet Paulus een visioen, een soort droom. Hij ziet een man aan de overkant van de zee staan die roept: “Kom over naar Macedonië en help ons!” Plotseling is hem duidelijk waarom de Heilige Geest hen tegenhield. Paulus staat op en gaat direct naar de andere mannen toe. “Luister eens,” zegt hij “ik heb vannacht een visioen gehad.” De andere zendelingen kijken hem verbaasd aan. “Ik zag helemaal aan de overkant van de zee een man,” vertelt hij verder. “Die man riep: Kom over in Macedonië en help ons!” Hun ogen lichten op. Nu begrijpen ze het! Nu zijn alle vragen en onduidelijkheden opeens weg! Ze moeten de zee oversteken. Gods wil is, dat ze het Evangelie in Macedonië, in Europa, gaan verkondigen! Dáár moeten ze de mensen gaan vertellen van de Heere Jezus. Kort praten ze met elkaar over deze wonderlijk weg. Diezelfde dag nog gaan ze naar de haven om een schip te zoeken dat hen naar Europa kan brengen. Wat staat hun daar te wachten? Paulus weet het niet. Maar God weet het wel. Hij heeft een zondaar op het oog, die Hij redden wil.

Daar in het verre Europa zitten enkele vrouwen bij de oever van de rivier. Ze hebben deze plaats opgezocht om tot God te bidden. In de stad Filippi is geen mogelijkheid om dat te doen. Hier bij de waterkant is hun gebedsplaats en kunnen ze ongestoord Hem dienen en eren. God ziet hen. Hij kent hen. Hij ziet ook Lydia, die tot Hem bidt: “Heere, Wie bent U? Wilt U Mijn hart dat zo gesloten is, openen voor Uw Woord? Wilt U Uzelf aan mij bekendmaken, zodat ik ga zien en begrijpen Wie U bent?” Bid jij ook zo? Zoek Hem in je gebed, maar ook in Zijn Woord. Hij weet wat jij nodig hebt. Hij kan het geven, door Zijn Geest, uit genade.

Het is sabbatmorgen. Paulus en de andere zendelingen lopen de stad Filippi uit. Het is al een paar dagen geleden dat ze in deze stad zijn aangekomen. God heeft hen hier gebracht, dat weten ze heel zeker! En nu is het sabbat, maar waar moeten ze gaan preken? Ze hebben in de stad nergens een synagoge kunnen vinden. Ze hebben al snel gezien dat er in Filippi geen rekening met God wordt gehouden. De mensen hier kennen God niet. Wat moeten ze doen? “Laten we naar de waterkant gaan,” zegt één van hen. “Als er hier ergens Joden zijn, dan zijn ze waarschijnlijk samengekomen bij de rivier.” Ja, dat is waar. Dat zijn de Joden gewend.
En kijk, daar zien ze iets wat wel eens een gebedsplaats zou kunnen zijn! Een aantal vrouwen is hier bij elkaar gekomen. De apostelen gaan bij hen zitten. En dan gaat het als vanzelf. Paulus voelt dat hij aan deze vrouwen mag vertellen over de Heere Jezus. Hij mag op deze sabbatmorgen toch nog prediken! God heeft geen synagoge nodig. Hij weet dat God hem hier geroepen heeft. Hoor, vol vuur vertelt hij over zijn God: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe! (Johannes 3:16).
Stil luisteren de vrouwen naar deze man. Ze hebben hem nog nooit gezien. Maar wat hij vertelt is zo mooi! Ook Lydia luistert met volle aandacht. Wat wonderlijk allemaal. Ze hoort dingen die ze nog nooit eerder heeft gehoord! Het is net of ze heel anders naar de woorden van God luistert dan ze ooit heeft gedaan. Alles om haar heen vergeet ze. Ze drinkt de woorden van Paulus in. Nee, het zijn Gods woorden. Dat voelt ze. Haar hart gaat open. Ze mag zien Wie Hij is, de Zaligmaker! Wat zal er in haar omgegaan zijn? De Heilige Geest opent haar hart, zodat ze acht geeft op het Woord van de Heere. En dat verandert haar leven. Ze ziet dat ze een zondaar is. Maar ze ziet ook dat ze met deze schuld naar Jezus mag! Hij is naar deze wereld gekomen om zalig te maken dat verloren is. Het geloof drijft haar naar Hem! Ze kan en wil niet meer zonder Hem verder leven. Hij heeft haar leven gered! Door Zijn bloed heeft ze vergeving ontvangen voor al haar zonden. Dat gelooft ze. Dat geloof ontvangt ze. Dat heeft ze niet van zichzelf. Nee, dat komt voor honderd procent bij God vandaan. De Heilige Geest laat haar dat zien, door Zijn Woord.
Paulus merkt het. Hij ziet haar geloof. Het Woord heeft zijn kracht gedaan! God heeft haar hart geopend. Lydia mag gedoopt worden. Wat een groot wonder. Er is geen twijfel meer. Nu mag ze Hem toebehoren. Daar gaat ze het water in. Plechtig klinkt het: “Ik doop u in de Naam van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest.” Hoor je de Namen van God? De Vader; Die haar kende, al vanaf de eeuwigheid. De Zoon; Die haar verlost heeft van haar schuld. De Heilige Geest; Die het geloof in haar hart heeft gewerkt. Wat een liefde is er in haar hart. Liefde tot God, haar Heere, haar Zaligmaker! Ze nodigt Paulus en de anderen uit in haar huis. Daar kunnen ze zo lang blijven als ze willen. Er is liefde in haar hart voor deze mensen, die van Hem mogen vertellen.

Zie je Gods almacht? Misschien vind jij geloven in God erg moeilijk. Je weet niet hoe dat moet en wat het precies is. Je gelooft wel dat Hij bestaat en dat de Bijbel waar is, maar je hart is zo leeg en zo hard. Als je hart op slot zit, kan God door de werking van Zijn Heilige Geest, het hardste hart verbreken. Hij opent harten door Zijn Woord. Lees daarom in je Bijbel. Iedere dag. God kan en wil juist dát Woord gebruiken. Ga daarom naar de kerk, want dáár kan je Zijn Woorden horen. Als het Woord open gaat, dan gaan er harten open. Dat Woord, de Bijbel, is het middel om jouw hart te openen. Het is de sleutel waarmee de Heilige Geest harten opent. Het is een kracht van God tot zaligheid. Vraag God, met de Bijbel in je hand, of Hij zo Zijn eigen Woord in jouw hart wil brengen. Dan lees je de Bijbel anders dan ooit tevoren. Dan ontmoet je God in Zijn Woord. Dan mag je door het geloof weten, dat God er is. Ook voor jou! Vraag Hem iedere dag van je leven of Hij Zijn Woord voor je wil openen. Maar je mag het ook andersom vragen: Heere, open mijn hart voor Uw Woord. Door Uw Geest! Dat is nodig. Net als bij Lydia.

Aantekeningen bij de tekst

Vers 6 werden zij van de Heiligen Geest verhinderd: De Geest openbaart hun dat en laat Paulus voorlopig niet toe in Azië en Bithynië (het noordelijk deel van Klein-Azië) het Evangelie te verkondigen. God bepaalt Zelf wie en wanneer iemand het Evangelie hoort.
Vers 9 Macedonië: Dit was een grote Romeinse provincie, gelegen in Europa; een deel van het tegenwoordige Griekenland en van het voormalige Joegoslavië.
Vers 9 Help ons: Namelijk naar de ziel met de predikatie van het Evangelie (Kanttekeningen).
Vers 10 wij: Hieruit blijkt dat Lukas, de schrijver van het boek Handelingen, hier in gezelschap is van Paulus, Silas en Timotheüs.
Vers 10 besluitende daaruit dat de Heere geroepen had: Door dit gezicht wordt duidelijk waarom de Heilige Geest hun telkens belette het Evangelie in de Romeinse provincies Azië en Bythinië te verkondigen (zie Handelingen 16:6-8). God wil dat het Evangelie eerst in Europa wordt gepredikt.
Vers 12 Filippi, de eerste stad: De belangrijkste stad in dit gedeelte van Macedonië.
Vers 12 een kolonie: Een nederzetting van de Romeinen in bezet gebied.
Vers 13 Waar het gebed placht te geschieden: Een plaats voor de openbare samenkomst en dus ook voor gemeenschappelijk gebed van de, naar alle waarschijnlijkheid , kleine Joodse gemeente. Er blijken vrijwel geen Joden in deze Romeinse stad te wonen en het is hen waarschijnlijk niet geoorloofd een synagoge binnen de stadsmuren te hebben.
Vers 14 een purperverkoopster: Purper wordt bereid van de klierafscheiding van de purperslak. Deze leefde in de zee. Eén slak leverde slechts één druppel purper op, dat een felrode kleur had. Alleen welgestelde mensen konden zich deze purperen stoffen of kleding veroorloven. Dit doet vermoeden dat Lydia een bemiddelde zakenvrouw was, die deze dure stoffen verkocht.
Vers 14 die God diende: Haar geloof in God wordt hier nadrukkelijk genoemd, omdat ze een heidin was die met de Joden meeleefde.
Vers 14 welker hart de Heere heeft geopend: Namelijk door de kracht Zijns Heiligen Geestes haar verstand verlichtende en haar wil neigende tot gehoorzaamheid des geloofs (Kanttekeningen).
Vers 15 Indien gij hebt geoordeeld dat ik de Heere getrouw ben: Dat ik, Lydia, aan de Heere, namelijk Christus, gelovig ben.
Vers 15 Zo komt in mijn huis en blijft er: Lydia wil aan deze vier mannen onderdak en verzorging geven zolang ze willen blijven. Ze zet zich volledig in ten dienste van de verkondiging en uitbreiding van het Evangelie.
Vers 15 zij dwong ons: In eerste instantie willen de mannen haar geen overlast bezorgen, maar Lydia houdt aan en uiteindelijk stemmen de mannen toe.

Achtergrondinformatie

Godvrezend
Van Lydia wordt in Handelingen 16:14 gezegd dat zij ‘God diende’. Als heidin is ze in aanraking gekomen met het Joodse geloof en heeft ze zich bij de Joodse gemeenschap aangesloten. Aangezien de Joden in het buitenland met minachting werden behandeld, is dit voor Lydia geen gemakkelijk besluit geweest. Desondanks kiest zij voor het versmade volk van God. Misschien heeft haar dit wel de nodige klandizie gekost, maar dat heeft ze ervoor over gehad. De dienst van God staat voor haar op de eerste plaats. Hierbij denken we aan Mozes, van wie gezegd wordt in Hebreeën 11:26 dat hij de versmaadheid van Christus meerdere rijkdom heeft geacht, dan de aardse schatten. Lydia bezocht getrouw met andere Joodse vrouwen op de sabbat de samenkomsten van de Joodse gemeenschap. Dit was, vanwege de reinigingswetten, bij de oever van de rivier.

De verlichting door de Heilige Geest
Lydia is de eerste vrouw in Europa die gelooft dat Jezus de Zaligmaker, de beloofde Messias is. Op deze sabbatmorgen hoort zij Paulus preken dat de Messias gekomen is in de Persoon van Jezus van Nazareth. Ze geloofde wel in de belofte dat Hij komen zou, maar nu hoort ze pas dat Hij al gekomen is. Paulus vertelt over Zijn leven, Zijn lijden en sterven, Zijn opstanding, Zijn verschijning, Zijn hemelvaart en Zijn wederkomst. Hij laat de vrouwen zien, uit de Heilige Schrift, hoe al de beloften van God in Jezus in vervulling zijn gegaan. Lydia gelooft van harte wat Paulus zegt. Dat komt omdat de Heilige Geest haar hart opent voor het Woord van God. Hij verlicht haar verstand, zodat ze Zijn Woord gaat verstaan en inziet dat Jezus de beloofde Zaligmaker is.
Zie HC vraag 65: “Aangezien dan alleen het geloof ons Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt, van waar komt dan zulk een geloof?” Antwoord: “Van de Heiligen Geest, Die het geloof in onze harten werkt door de verkondiging van het Evangelie en het sterkt door het gebruik van de Sacramenten.”

De opening van het hart
Ons hart is van nature gesloten voor God en Zijn Woord. De Heere Zelf moet het openen voor Zijn Woord, anders zullen wij het niet begrijpen en geloven. Dit geldt niet één keer, maar telkens weer als we in Zijn Woord lezen of Zijn Woord horen verkondigen. Daarom is het belangrijk dat er in elke kerkdienst met de gemeente om deze opening van ons hart wordt gebeden. Maar ook in ons persoonlijk moet dit een wezenlijk onderdeel zijn.
Zie Dordtse Leerregels hoofdstuk 3, 4 artikel 11: “Voorts wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert of de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken en hun verstand krachtig door de Heilige Geest verlicht, opdat zij recht verstaan en onderscheiden de dingen die des Geestes Gods zijn; maar Hij dringt ook in de binnenste delen van de mens met de krachtige werking van dezelfde wederbarende Geest; Hij opent het hart dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In de wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt.”

De Heilige Doop
Nadat het hart van Lydia geopend was en zij acht gaf op hetgeen van Paulus gesproken werd, staat er in Handelingen 16:15 En als zij gedoopt was. Als Paulus merkt dat Lydia oprecht gelooft in de Heere Jezus Christus, doopt hij haar. Lydia wordt door dit teken versterkt in haar geloof (zie HC vr. 65). De Doop is het teken en zegel van de afwassing van onze zonden en de inlijving in de gemeente van Christus. Voor volwassen Joden en heidenen is de Heilige Doop samen met de belijdenis de weg die toegang geeft tot die gemeente. Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 2013

Kompas Handleiding | 19 Pagina's

Handleiding 1b: Lydia - Gods Woord geloven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 2013

Kompas Handleiding | 19 Pagina's