JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Handleiding 5a: Van U is het Koninkrijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding 5a: Van U is het Koninkrijk

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij deze handleiding is een -10 en een +10 werkboekje beschikbaar. Klik op onderstaande link om deze in te zien.

  • -10 werkboekje
  • +10 werkboekje

Lezen
Johannes 19:17-30

Kerntekst
Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid (Mattheüs 6:13b).

Zingen
Psalm 69:4 en 9
Psalm 72:1, 7, 8, 10 en 11
Psalm 24:4 en 5
Psalm 47:1 en 3
Psalm 45:1 en 2
Psalm 21:1, 4, 5 en 13
Gebed des Heeren:9

Vertelschets

Van U is het Koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Dat is de laatste regel uit het ‘Onze Vader’. De Heere Jezus heeft aan Zijn discipelen in dit gebed geleerd, dat zij alles aan de Heere mogen vragen. Maar nu leert Hij dat het in dat alles gaat om de heerlijkheid en grootheid van God. Voor we amen zeggen, mogen we Hem eerst de lof toebrengen en Hem prijzen. Dat is Hij waard. Hij is de grote Koning, een Koning in kracht en heerlijkheid. Voor altijd. Om Hem gaat het!
Zie je dat om je heen? Zie je dat op school? Zie je dat in je eigen leven? Is Hij jouw Koning? Het is wel een wonderlijke Koning. Zo heel anders dan koningen op deze aarde. Zijn koninkrijk is ook niet van deze aarde. Je kunt deze Koning alleen maar dienen door het geloof. Dan zie je Zijn kracht en heerlijkheid.

Kijk, daar staat Hij, Koning Jezus. Hij staat in het rechthuis van de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus. Hij draagt een kroon, niet van goud, maar gevlochten van doorntakken. Hij draagt een scepter, niet vol edelstenen, nee, het is een rietstengel. Hij draagt een purperen mantel, geen koningsmantel, maar een oude soldatenjas van de Romeinen. Zie uw Koning, zegt Pilatus. Maar als de Joden die daar bij het rechthuis samengestroomd zijn, dat horen, schreeuwen ze: Neem weg, neem weg, kruis Hem! En als Pilatus aan het volk vraagt; Zal ik dan uw Koning kruisigen? antwoorden de overpriesters: “Wij hebben geen koning, dan de keizer. Wij willen deze Koning niet!”

Kijk, daar hangt Hij aan het kruis, Koning Jezus. Boven Zijn hoofd is een bordje vastgespijkerd. Daarop staat altijd de misdaad van de gekruisigde. Wat is Jezus’ misdaad? Het staat er in drie talen op, zodat iedereen het kan lezen: Jezus, de Nazarener, de Koning der Joden. De overpriesters willen dat Pilatus het verandert. Niet dat Jezus de Koning der Joden ís, maar dat Hij dat alleen maar heeft gezégd. Maar Pilatus verandert het niet. Daar hangt Hij, de Koning der Joden. En Hij ís het ook. Een Koning Die strijdt voor Zijn volk. Een Koning Die Zijn volk zo liefheeft, dat Hij voor hen in die strijd wil sterven. In hun plaats. Een Koning, Die de allergrootste vijand zal gaan verslaan: de duivel. Zie je dat? Of kun jij je niet voorstellen, dat deze Koning alle macht heeft? Dat het deze bloedende Jezus is, Die juist zo, hangend aan het kruis, de grote Overwinnaar is over de zonde, de duivel en de dood? Wíj moeten daar hangen. Wíj hebben de dood verdiend door onze zonden. Maar de Heere Jezus hangt daar, zonder dat Hij Zelf ooit gezondigd heeft. Wie ziet dat? Wie gelooft dat? Geloof jij het? De mensen bij het kruis zien het niet. Ze geloven het niet.

Of toch? Ja, er is er een die het wél ziet. Die het wél gelooft. Hij hangt naast de Heere Jezus aan een kruis. Hij is ook ter dood veroordeeld, hij is een kwaaddoener, een moordenaar. Maar dan gebeurt er een wonder. De Heere opent zijn ogen. Hij was al veroordeeld door de Romeinse rechter, maar nu wordt hij veroordeeld door de hemelse Rechter. Hij heeft gezondigd. Hij hangt hier door zijn eigen schuld. Hij heeft deze straf verdiend. Maar Jezus? De Heere opent zijn ogen, niet alleen dat hij zijn zonde ziet, maar ook dat hij de Heere Jezus ziet. Niet zoals al die mensen bij het kruis, of zoals die andere moordenaar. Die hangt daar zelfs te spotten met Jezus: “Als U dan echt de Christus bent, verlos dan Uzelf en ons!” De Heere opent zijn ogen, voor Wie Jezus werkelijk is. Hij ís de Koning der Joden, de beloofde Messias. Als de moordenaar de andere gekruisigde zo hoort spotten, roept hij naar hem: “Houd daar mee op! Moet je nu nog meedoen met spotten? Vrees jij dan ook God niet, terwijl je in hetzelfde oordeel bent? En wij hebben het verdiend, wij hebben gezondigd en verdienen deze straf, maar Deze, deze Jezus heeft niets verkeerds gedaan. Hij hangt hier onschuldig.”
Dan draait hij zijn hoofd zo ver mogelijk naar de Heere Jezus toe en eerbiedig vraagt hij: Heere, gedenk mijner, als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn. Uw Koninkrijk? Gelooft deze moordenaar dan, dat die bebloede, bespotte Jezus een Koning is? Ja, dat gelooft hij. Een Koning, Die als enige de macht heeft, zijn misdaden te vergeven. Als de Heere je laat zien, hoe groot je zonde en ellende is, dan laat de Heere je door Zijn genade ook zien, dat juist een Koning aan een kruis alleen die zonden en ellende kan wegnemen. Dat verdien je niet. Dat verdient die moordenaar ook niet. Daarom vraagt hij zo heel eerbiedig: “Wilt u aan mij gedenken. Want van U is het Koninkrijk! Juist door het kruis bent U de Koning.“ Het kruis is niet het einde van Jezus’ Koninkrijk. Nee, juist door het kruis kómt Jezus’ Koninkrijk.
Maar wil deze Koning dan wel luisteren naar het gebed van een moordenaar? Ja, want zo’n Koning is Hij nu juist. Een Koning, Die de duivel en de zonde uit ons hart verjaagt en Die er Zelf wil komen regeren. Hoor, wat Jezus antwoordt: Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn. In het Paradijs! Daar waren we uit weggejaagd door de zonde, omdat we de Heere niet langer wilden dienen als onze Koning. Maar Jezus opent opnieuw de deur van het Paradijs, daar waar het weer goed is met de Heere. Dan moet je wel van koning veranderen. Dan vraagt de Heere Jezus vanaf het kruis aan jou: Wil je nu nog steeds de vorst der duisternis dienen? Wil je dan liever met die andere moordenaar in je zonden sterven? Zou je dan niet voor Mij buigen? Wil je dan niet met al je zonden de toevlucht nemen tot Mijn kruis? Hier hangt de Koning der Joden! Het Koninkrijk is van Hem! Hij opent opnieuw het Paradijs. Dat begint hier op aarde al, als je deze Koning mag liefhebben.

Het wordt donker op Golgotha. Een bange duisternis. En in die duisternis strijdt de Koning de strijd op leven en dood. Niemand is er om Hem te helpen. Zijn Vader in de hemel verlaat Hem. De Koning strijdt alleen. Wat is deze strijd zwaar. Niemand kan begrijpen hoe zwaar. Maar, niet de vorst der duisternis wint het. Jezus, de Koning der Joden, de Koning van hemel en aarde heeft de macht de duivel te verslaan, de zonde te overwinnen. Want van Hem is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid! Hoor, daar klinkt de overwinningsroep: Het is volbracht! De strijd is gewonnen. Er is betaald voor de zonde.
Hoor je dat, moordenaar naast de Heere Jezus? De Koning gaat Zijn Koninkrijk binnen, en jij mag met Hem in dat Paradijs zijn! Hoor je het, duivel? Je dacht het te winnen, maar je hebt het voor altijd verloren! De verachte Koning der Joden is de Overwinnaar. Hij is gehoorzaam geweest tot op het kruis, tot in de dood. Het is volbracht. Hoor jíj het ook? Verlies je het elke keer van de boze? Doe je toch weer verkeerde dingen? Heb je er verdriet van, dat je de Heere zo vaak vergeet? Je mag naar deze Koning vluchten. Van Hem is de kracht. Hij wilde de Koning zijn van een moordenaar. Zou Hij dan jou wegsturen, als je je zonden eerlijk aan Hem belijdt? Vrees niet. Het is volbracht!

De dagen zijn voorbij gegaan. Het is nu al de derde dag sinds de Heere Jezus aan het kruis is gestorven. In de tuin van Jozef van Arimathea houden Romeinse soldaten de wacht bij het graf waar de Heere Jezus in ligt. Dan schudt de grond. Een aardbeving! Als een bliksemstraal komt er een licht uit de hemel. Het is een engel die neerdaalt. Dodelijk verschrikt staan de wachters een ogenblik stil. Dan vluchten ze weg. De engel rolt de steen voor het graf vandaan. Kijk, Wie komt daar naar buiten bij het licht van de eerste zonnestralen? Het is Koning Jezus! Hij kan niet in de dood blijven, want het is volbracht. Hij overwint de dood! Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan! Van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid! Zou je deze Koning niet willen dienen? Zou je Hem niet willen eren? Of vlucht je juist weg voor Zijn heerlijkheid, net als de wachters? Zo doe je, als je de Heere Jezus niet kent.

Kijk, daar komen de vrouwen. Ze zijn op weg gegaan naar het graf om het lichaam van hun Meester nog beter te verzorgen. Ze willen hun dode Meester nog dienen. Maar dat hoeft niet meer. Ze zoeken de Levende bij de doden. Ze zoeken de Koning op de verkeerde plaats. De Koning leeft. Hij leeft om hén te dienen. Als ze die boodschap van de engel gehoord hebben, gaan ze op weg naar de discipelen om hen dat te vertellen. En dan ineens staat de Heere Jezus voor hen en begroet hen. De vrouwen schrikken, maar Jezus zegt: Vreest niet! Nee, dat hoeft niet meer. Dat hoeft nooit meer. Het Koninkrijk is van Hem. De kracht is van Hem. De heerlijkheid is van Hem. Ze zien het. Ze geloven het. Een grote blijdschap komt in hun hart. De Gekruisigde is juist de Almachtige! Hij leeft om uit te delen wat Hij heeft verdiend. De vrouwen vallen op hun knieën voor de Heere Jezus neer, ze aanbidden Hem. Zo ontvangt Hij de eer, die Hij waard is.

Kijk, daar staan de discipelen. Het is weken later. Ze staan op de Olijfberg en staren omhoog. Daar zien ze hun Meester van hen heengaan. Dan komt er een wolk, zodat ze de Heere Jezus niet meer kunnen zien. Ze kunnen niet meer zien, wat er dan gebeurt. Achter de wolk gaat Jezus terug naar Zijn Vader, terug naar de hemel. De engelen in de hemel juichen, als zij hun Koning weer zien. ’t Schel bazuingeluid, galmt Gods glorie uit! Zingt des Konings lof, want de Vorst der aard’ is die hulde waard! Daar zit Hij nu, op de troon aan de rechterhand van Zijn Vader. Zie, uw Koning! Zie je Hem? Heb je ogen van het geloof gekregen om Hem te zien? Alle Koninkrijken op deze wereld gaan voorbij. Het rijk van de vorst der duisternis, de duivel gaat voorbij. Zijn Koninkrijk blijft. En nu heeft deze Koning de wil en de macht, om zondaren allen het goede te geven. Dan wordt niet onze naam, maar Gods heilige Naam eeuwig geprezen.

Want Uw is 't Koninkrijk, o Heer',
Uw is de kracht, Uw is al d' eer!
U, die ons helpen wilt en kunt,
Die in Uw Zoon verhoring gunt,
Die door Uw Geest ons troost en leidt,
U zij de lof in eeuwigheid.

Toelichting op de vertelschets

Dit seizoen gaan alle schetsen over een bede uit het ‘Onze Vader’. Deze schets is het achtste deel uit de serie. In deze schets wordt de bede ‘Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid’ behandeld. Aan het begin van elke vertelschets uit deze serie wordt in eenvoudige woorden iets gezegd over de bede of wordt er uitgelegd wat de bede betekent. Daarna volgt een bijbelse vertelling waarin de bede wordt uitgewerkt. Deze keer is het een vertelling over het lijden, sterven en de opstanding van de Heere Jezus.
Het doel van deze serie is om de kinderen de rijkdom van het Onze Vader te laten zien. Wij belijden met dit gebed onze volstrekte afhankelijkheid van de Heere, we bidden om alles wat we lichamelijk en geestelijk nodig hebben. We loven en prijzen de Heere in het gebed en het is een wapen tegen de verleiding van de satan.

Aanwijzingen voor het gebruik

Bij deze schets zit een programmaboekje, zodat u met de club een Paasbijeenkomst kunt houden. Omdat de vertelling begint bij het lijden en sterven van de Heere Jezus, kunt u de schets het best gebruiken vóór Pasen. Voor het geval u niet het programmaboekje wilt volgen, staan de te zingen psalmen aan het begin van de vertelschets.

Aantekeningen bij de tekst

Gebruikte Bijbelgedeelten: Johannes 19:1-42, Lukas 24:38-43, Mattheüs 28:1-9.

Johannes 19:1-42
Vers 2: purperen kleed: soldatenjas, om Jezus te bespotten in Zijn Koningschap
Vers 29: edik: azijn; zure, goedkope wijn

Lukas 24:38-43
Vers 39: een van de kwaaddoeners: in Mattheüs 27 worden zij moordenaars genoemd
Vers 43: paradijs: de hemel

Achtergrondinformatie

Heidelbergse Catechismus, vraag 128
“Hoe besluit gij uw gebed?
Want Uw is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Dat is: Zulks alles bidden wij van U, daarom, dat Gij, als onze Koning en aller dingen machtig, ons alles goeds te geven de wil en het vermogen hebt, en dat alles, opdat daardoor, niet wij, maar Uw heilige naam eeuwiglijk geprezen worde.”
In dit antwoord wordt ons geleerd, dat we de Heere alles mogen vragen omdat Hij als Koning almachtig is. Het antwoord wijst ons er dan ook zo mooi op, dat de Heere zowel de wil als het vermogen heeft ons al het goede te geven. Als Hij dat doet, ontvangt Hij de eer en wordt Zijn heilige naam eeuwig grootgemaakt. Wat wordt de Koning geëerd, als Hij gediend en gevreesd wordt! Spreuken 14:28 In de menigte des volks is des konings heerlijkheid.

De omschrijving door Johannes
De vier Evangeliebeschrijvingen laten ons steeds andere aspecten zien, van wat er op de Goede Vrijdag heeft plaatsgevonden. Johannes laat heel sterk het licht vallen op de grootheid en majesteit van de Heere Jezus in Zijn lijden. Pilatus gaat Jezus opnieuw ondervragen, als het volk zegt dat Hij Zichzelf Gods Zoon heeft genoemd. Pilatus probeert dan nog meer om Jezus vrij te krijgen. Hij wijst Jezus aan voor het volk: Zie, uw Koning! En hij vraagt: Zal ik dan uw Koning kruisigen? In de beschrijving van de kruisiging vinden we bij Johannes de vraag van de overpriesters om het opschrift boven Jezus’ kruis te veranderen. Pilatus weigert dit. Het is alsof hij de Joden de spiegel voorhoudt: Zo’n Koning hebben jullie Joden nu: een Koning aan een kruis. Tegelijkertijd verkondigt hij juist zo – weliswaar onwetend – het Evangelie van de Kruiskoning.
Johannes meldt niets over de drie-urige duisternis, daarentegen laat hij als enige het machtige kruiswoord horen van de overwinning: Het is volbracht.

Pontius Pilatus
De naam van deze heidense stadhouder horen we elke zondag in de Twaalf Artikelen noemen. Hij is de zesde van de Romeinse stadhouders van Judea. In het jaar 36 is hij door Vitellius, de toenmalige machthebber over Syrië, ter verantwoording naar Rome gezonden. De christelijke legende laat Pilatus zelfmoord plegen of door de keizer terechtstellen, als straf voor zijn handelswijze tegenover Christus.

Lithostrotos
Deze naam doelt waarschijnlijk op een plaveisel van tegels, die weggenomen en weer neergelegd konden worden, telkens wanneer er een rechterlijke uitspraak gedaan moest worden. Zo’n uitspraak vond altijd in de open lucht plaats.

Kruisdood
De kruisdood was een schandelijke dood. Aan Romeinen werd deze straf nooit opgelegd. Het was ook een smartelijke en langzame dood, daar er geen edele delen geraakt werden. Daarom moest het kruis ook bewaakt worden, vrienden van de ter dood veroordeelde zouden eenvoudig het lichaam van het kruis kunnen afhalen, voor de dood intrad. Het slachtoffer leefde dikwijls nog drie of vier dagen, hangend aan het kruis, voor hij uiteindelijk stierf. Het breken van de benen bespoedigde het sterven. Jezus echter stierf niet van uitputting, maar Hij gaf de geest. Hij legde Zijn leven af.

De opstanding
Bij de opstanding van de Heere Jezus was geen mens aanwezig. De wachters waren gevlucht. Dit is een goddelijk geheim tussen de Vader en de Zoon geweest. Van de vrucht van de opstanding mogen mensen wel deelgenoot worden! Christus is juist opgewekt ‘tot onze rechtvaardigmaking’, om deelachtig te kunnen maken wat Hij met Zijn verzoenend sterven verdiend had.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Kompas Handleiding | 13 Pagina's

Handleiding 5a: Van U is het Koninkrijk

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Kompas Handleiding | 13 Pagina's