JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Handleiding 3: Uw Koninkrijk kome

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding 3: Uw Koninkrijk kome

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij deze handleiding is een -10 en een +10 werkboekje beschikbaar. Klik op onderstaande link om deze in te zien.

  • -10 werkboekje
  • +10 werkboekje

Lezen
Psalm 72:1-11 en 17
(Bijbelgedeelte vertelling: Daniël 2:1-47)

Kerntekst
Ja, alle koningen zullen zich voor Hem nederbuigen, alle heidenen zullen Hem dienen. Want Hij zal de nooddruftige redden, die daar roept; mitsgaders de ellendige, en die geen helper heeft. Hij zal de arme en nooddruftige verschonen, en de zielen der nooddruftigen verlossen (Psalm 72:11-13).

Zingen
Zie programmaboekje.

Vertelschets

“Er is een Koning geboren in Israël!”
“Een Koning? In Jeruzalem?”
“Nee, in Bethlehem.”
“Is daar dan een paleis?”
“Nee, de Koning is ook niet geboren in een paleis, maar in een stal.”
“Hoe kan een koning nu in een stal worden geboren? Een koning hoort in een paleis. Dan is Hij toch geen echte Koning?”
“Ja, Hij is een echte Koning.”

Weet je al Wie die Koning is? Dat is Koning Jezus. Hij komt als een klein Kindje. Zijn paleis is een stal, Zijn wieg is een kribbe. En toch is Hij de Koning van hemel en aarde, de Koning van alle koningen. Zijn Koninkrijk zal heel de aarde vervullen. Daarom bidden we elke dag: “Uw Koninkrijk kome.”
Dat die Koning komen zou, wisten de mensen in Israël al heel lang. De profeten hadden over Hem verteld. En een heidense koning had zelfs al over Zijn komst gedroomd. Weet je hoe?

Het is heel vroeg in de morgen. In het oosten kleurt de hemel langzaam rood. Het rood wordt geel en even later vallen de eerste zonnestralen over de grote stad Babel. Een nieuwe dag is begonnen.
Nu kun je zien wat een prachtige stad Babel is: de muren, poorten en paleizen, ze kleuren goudgeel.
Het opvallendste is het paleis van koning Nebukadnezar. Het schittert in het zonlicht! Je kunt zien dat hij machtig en rijk is. Nebukadnezar heeft een groot koninkrijk. En het wordt steeds groter, want zijn legers veroveren steeds meer landen. Zoals een paar jaar geleden, toen de stad Jeruzalem werd ingenomen. Duizenden mensen uit het volk Juda heeft hij als gevangenen naar zijn eigen land gevoerd. Meer rijkdom, meer macht, dat is waar Nebukadnezar aan denkt. En… aan wie hij later die macht zal kunnen doorgeven, als hij er zelf niet meer is. Het liefst aan iemand uit zijn eigen familie. Want Nebukadnezar weet ook wel dat zelfs de machtigste koning eenmaal moet sterven…

Kijk, daar gaat de poort van het paleis open. Een knecht gaat de stad in. Hij heeft haast en hij kijkt bezorgd. Dat is niet zonder reden. Want in het paleis zit koning Nebukadnezar met een somber gezicht. Hij heeft slecht geslapen vannacht. Dat komt door de droom die hij had. Al uren probeert hij zich te herinneren waar die ook al weer over ging. De droom maakte indruk. Hij was belangrijk, dat voelt Nebukadnezar. Maar bij het wakker worden kan hij de droom niet meer terughalen.
En daarom is die knecht zo haastig de poort uitgegaan. Want als Nebukadnezar het niet meer weet, zullen zijn wijze mannen hem wel raad geven. De sterrenkijkers die hun boodschap uit de sterren halen, de waarzeggers en tovenaars; zij zijn de raadgevers van de koning. Zij zullen hem vertellen wat de droom was. En wat nog belangrijker is: wat hij te betekenen heeft. De knecht haast zich om hen te halen.

Even later staan de wijze mannen voor de koning. Ze buigen diep. Dan luisteren ze naar wat de koning gaat zeggen. “Ik heb een droom gedroomd en ik ben er verslagen van. Ik wil graag weten wat die droom was.” De koning zwijgt en kijkt de sterrenkijkers, de waarzeggers en de tovenaars aan. De boodschap is duidelijk: vertel het maar.
De gezichten van de mannen staan bezorgd. Wat een onmogelijke opdracht! Hoe kunnen zij ooit weten wat de koning heeft gedroomd? Ze antwoorden: O koning, leef in eeuwigheid; zeg uw knechten de droom, zo zullen wij de uitlegging te kennen geven.
Maar de koning antwoordt: De zaak is mij ontgaan; als u mij de droom en zijn uitlegging niet bekend maakt, zult u in stukken gehouwen worden en uw huizen zullen worden verwoest. Maar als u de droom en zijn uitlegging te kennen geeft, dan zult u geschenken en gaven en grote eer van mij ontvangen; daarom, geef mij de droom en zijn uitlegging te kennen.
De afschuwelijke waarheid dringt tot de mannen door. Als zij de droom niet vertellen, zullen ze een vreselijke dood sterven... En voor de tweede keer zeggen de mannen: “Koning, vertel ons de droom, dan zullen wij vertellen wat hij betekent.” Maar de koning zegt: “Jullie proberen natuurlijk tijd te winnen, daarom zeggen jullie dit.” Enkele mannen antwoorden wanhopig: “Er is geen mens op de hele aarde die dit zou kunnen doen. Daarom is er ook geen koning die zulke dingen van zijn knechten vraagt. De opdracht die u geeft is te moeilijk. Niemand kan dit weten, dan alleen de goden.”
Nu wordt koning Nebukadnezar heel boos. Hij geeft opdracht dat alle wijze mannen gedood moeten worden. Niet alleen de mannen die hier voor hem staan, maar ook al zijn andere raadgevers in het land. Wat een wreed en zinloos bevel van Nebukadnezar. Maar wat hij zegt, moet gebeuren. Er vertrekken knechten om het bevel uit te voeren.

Eén van die knechten is Arioch. Hij gaat op pad. Er zijn bij de Joden uit Jeruzalem vier jonge mannen die ook raadgevers van de koning zijn. Arioch heeft bevel gekregen hen te laten doden. Het zijn Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Daniël hoort van het wrede plan van de koning. Hij zegt tegen Arioch: “Waarom moet het bevel van de koning zo haastig worden uitgevoerd? Geeft u me wat meer tijd, dan zal ik de uitleg van de droom aan de koning bekend maken.” Dan gaat Daniël naar huis. Hij roept zijn drie vrienden bij elkaar. Kijk, ze buigen hun knieën en bidden tot God, de Almachtige. Hij alleen kan uitkomst geven!

De volgende dag komt Arioch gehaast het paleis van de koning binnen. Hij vraagt of hij snel de koning mag spreken. “Koning,” zegt hij, “bij de mensen uit Juda heb ik een man gevonden die u de droom en de uitleg bekend zal maken.” Dan laat hij Daniël binnen brengen. Als de koning Daniël ziet, zegt hij: “Bent u wijs genoeg om mij de droom te vertellen en wat hij betekent?” Daniël antwoordt: “Wat u vraagt, koning, kunnen de wijzen, de sterrenkijkers, de tovenaars en de waarzeggers u niet vertellen. Maar er is een God in de hemel, Die openbaar maakt wat verborgen is. Die God heeft u in uw droom laten zien wat er zal gebeuren in de toekomst. Toen u naar bed ging, lag u na te denken over wat er met uw koninkrijk zal gebeuren na uw dood. Dat heeft God u in de droom laten zien. En God heeft mij laten weten wat het betekent. Niet omdat ik wijzer ben dan andere mensen, maar omdat God u, door mij en mijn volk, zal laten zien wat er gaat gebeuren.
Koning, u zag in uw droom een groot beeld. Het glansde en het was heel indrukwekkend; om bang van te worden. Het hoofd van het beeld was van goud, zijn borst en zijn armen van zilver, zijn buik van koper, zijn benen van ijzer en zijn voeten waren van ijzer en klei. Toen zag u dat er een steen werd afgehakt van een berg. Maar het gebeurde niet met mensenhanden. God deed het. Die steen trof de voeten van het beeld en vermorzelde ze. Toen werd het hele beeld door de steen vermalen. Het ijzer, leem, koper, zilver en goud werden poeder. De wind blies alles weg en er was niets meer van te zien. Maar de steen die het beeld kapotsloeg, werd tot een grote berg, zodat hij de hele aarde vervulde.” De koning heeft stil naar Daniël geluisterd. Hij zegt niets, maar knikt af en toe. Ja, dit is wat hij zag in zijn droom. Het klopt allemaal! Dan gaat Daniël verder: “Dit is de droom. Ik zal nu vertellen wat hij betekent. U, koning Nebukadnezar, bent een machtige koning. God heeft u een groot koninkrijk en veel macht en eer gegeven. Uw koninkrijk is dat gouden hoofd. Na u zal er een ander koninkrijk komen, minder machtig dan dat van u. Dat wordt bedoeld met de borst en de armen van zilver. Daarna zal er een derde koninkrijk komen, dat is de buik van koper. Dat koninkrijk zal heersen over de hele aarde. Dan komt er een vierde koninkrijk, dat hard zal zijn als ijzer. En dan komt er nog een koninkrijk. Dat koninkrijk is niet sterk, want het is van ijzer en klei. Maar in de dagen van dat koninkrijk zal God een Koninkrijk op laten komen dat niet door andere volken kan worden verwoest. Dat is de steen die u zag en die het beeld vermaalde. Dit Koninkrijk zal àl de voorgaande koninkrijken overheersen en het zal tot in eeuwigheid bestaan. God heeft u bekendgemaakt wat hierna zal gebeuren. De droom is gewis en zijn uitleg is zeker.”

Even is het stil. Dan valt de machtige koning op zijn knieën neer voor Daniël en zegt: “Het is de waarheid. Uw God is machtiger dan alle goden en alle koningen. Hij kan openbaar maken wat verborgen is.”
Daniël wordt nu het hoofd van alle wijze mannen die in dienst van de koning zijn. Ook zijn drie vrienden krijgen belangrijke taken in het land. Zo worden Daniël en zijn vrienden gespaard. God heeft hun gebed verhoord. Hij heeft laten zien dat Hij de enige, almachtige God is!

En daarna…? Is het echt gebeurd zoals de koning het heeft gedroomd? Ja. Lang nadat Nebukadnezar is gestorven, keren de mensen van Juda weer terug naar hun land. Jeruzalem en de verwoeste tempel worden weer herbouwd. Er komen andere volken aan de macht: de koningen van de Meden en Perzen en koning Alexander de Grote. Dan komt het Romeinse rijk. Dat rijk wordt groter dan het rijk van Nebukadnezar ooit is geweest. Keizer Augustus heerst vanuit Rome over een groot deel van de wereld, ook over Israël. En op dat moment… komt de steen die Nebukadnezar heeft gezien in zijn droom. De steen die zonder mensenhanden uit de berg werd afgehouwen. De steen die het beeld helemaal vermorzelde.

Het is heel vroeg in de morgen. In het westen kleurt de hemel langzaam rood. Het rood wordt geel en even later vallen de eerste zonnestralen over het stadje Bethlehem. Een nieuwe dag is begonnen. De zon geeft de huizen van het stadje een gouden gloed. Bij een stal gaat een deur open. Er komen een paar mannen naar buiten. Het zijn herders. Ze lopen het veld in. Ze zijn blij. En dat is niet zonder reden. Want, ga maar eens mee naar binnen in deze eenvoudige stal… Daar zitten Jozef en Maria, nakomelingen van koning David. Ze hebben een Kind in hun armen: de grote Zoon van David. Jezus, de Zaligmaker. Hij is geboren als een klein Kindje. Zijn wieg is een kribbe in een armoedige stal. Maar dat is maar wat je aan de buitenkant ziet. Want Hij is de Koning van alle koningen. Hij is de steen waar Nebukadnezar over droomde. De Koning Die alle machtige koninkrijken zal overheersen. Zijn Koninkrijk zal groeien, zodat het de hele wereld vervult. Hoe anders is Hij dan koning Nebukadnezar en keizer Augustus. Hij heeft geen mooi paleis, geen honderden dienaren, geen duizenden soldaten. Hij komt niet om oorlog te voeren, maar om vrede te brengen. Hij komt niet om Zijn dienaren te doden, maar om hun het eeuwige leven te geven. Hij komt niet om rijk te wórden, maar om rijk te máken. Hij komt niet om mensen gevangen te nemen, maar om mensen te bevrijden van de macht van de zonde.

Om het Koninkrijk van deze Koning bidden wij iedere dag. “Uw Koninkrijk kome.” Koning Jezus is naar de aarde gekomen. Zijn Koninkrijk is er al. Je ziet het niet met je ogen. Maar het is er in de harten van de mensen die God liefhebben. Het is er ook in jouw hart, als je de Heere lief mag hebben. Dan is Hij de Koning Die het in je leven voor het zeggen heeft. Dan kom je telkens weer als een arme zondaar aan Zijn voeten om van Hem vergeving, vrede, rijkdom en het eeuwige leven te krijgen. Dan wil je Hem dienen, elke dag.
Maar Zijn Koninkrijk is nog niet vol. Er moeten nog meer mensen bij Zijn Koninkrijk gaan horen. Net zo lang, tot Zijn Koninkrijk de hele wereld vervult. Tot alle mensen hebben gehoord van de Heere Jezus. En dan… dan komt Hij terug naar de aarde. Dan zal iedereen Hem als Koning zien. Dan zal iedereen zien hoe groot Zijn rijk is. Hoeveel onderdanen Hij heeft. En hoe heerlijk Zijn Koninkrijk is. Dan zal iedereen, vriend of vijand, voor Hem buigen. Ook koning Nebukadnezar en keizer Augustus. Wij allemaal zullen daarbij zijn.
“Uw Koninkrijk kome.” Verlang jij daar naar? Er is geen betere koning dan Koning Jezus. Als je Hem dienen mag, zie je wat ook de herders en de wijzen hebben gezien. Niet zomaar een Kind in de kribbe, maar de Koning Die kwam om je voor eeuwig gelukkig te maken. Dan is het Kerstfeest in je hart!

Bij deze schets

Deze schets maakt deel uit van de serie schetsen over het 'Onze Vader'. Hij gaat over de derde bede: Uw Koninkrijk kome.
De komst van dat Koninkrijk is al in het Oude Testament voorzegd. De vertelling bij het kerstprogramma gaat daarom voor een deel over het Oude Testament en voor een deel over het Nieuwe Testament. De geschiedenis uit het Oude Testament krijgt in de vertelling veel aandacht. De geschiedenis van de droom van Nebukadnezar moeten kinderen goed weten om het verband in het programma te begrijpen. God liet niet alleen aan Israëlieten, maar zelfs aan heidenen weten dat Zijn Koninkrijk komen zou. In het kerstprogramma wordt het gedeelte van de geboorte van de Heere Jezus verder uitgewerkt.

Aantekeningen bij de tekst

Daniël 2:1, 25-47
Vers 1 In het tweede jaar nu des koninkrijks: dit is waarschijnlijk het tweede jaar waarin hij zelfstandig regeerde, na het overlijden van zijn vader. Nebukadnezar was op dit moment namelijk al langer koning. Daniël verkeerde al minimaal drie jaar aan het hof.
daarvan werd zijn geest verslagen: Nebukadnezar voelde aan dat het niet om een gewone droom ging.
Vers 25 Toen bracht Arioch met haast Daniël in: Arioch had van Nebukadnezar de opdracht gekregen de wijzen in het land om te brengen omdat zij de droom niet hadden kunnen vertellen en verklaren. Hij was nu opgelucht dat er iemand was die waarschijnlijk de dromen kon verklaren, zodat hij zijn vreselijke opdracht niet uit zou hoeven voeren.
Vers 29 wat hierna geschieden zou: wat betreft het rijk van Babel en de nakomelingen van Nebukadnezar.
Vers 31 er was een groot beeld: in de gedaante van een man, die de regering van de vier opeenvolgende koninkrijken uitbeeldde.
zijn gedaante was schrikkelijk: schrikwekkend
Vers 33 eensdeels van ijzer en eensdeels van leem: ijzer met klei vermengd
Vers 34 een steen: Christus, met Zijn geestelijk lichaam, dat is Zijn kerk
afgehouwen werd zonder handen: niet met menselijke kracht
Vers 35 en zij werden gelijk het kaf van de dorsvloeren: het indrukwekkende beeld werd als het kaf, dat tot stof geslagen, werd weggeblazen door de wind, zodat het nergens meer te vinden was.
de steen (…) werd tot een grote berg, alzo dat hij de gehele aarde vervulde: de steen, dat is het rijk van Christus, breidt zich uit over de gehele wereld.
Vers 36 zullen wij… zeggen: Daniël spreekt hier uit naam van alle Joodse ballingen, om wiens wil God hem deze droom heeft geopenbaard.
Vers 37 koning der koningen: Nebukadnezar was de machtigste koning in zijn tijd.
Vers 38 gij zijt dat gouden hoofd: Nebukadnezar en zijn nakomelingen, het gaat hier over zijn rijk.
Vers 39 een ander koninkrijk: van de Meden en Perzen onder de regering van Kores. Dit wordt verbeeld door de borst en de armen van zilver.
daarna een ander: van de Grieken. Dit wordt verbeeld door de buik en de dijen van koper. Dat het van koper is, duidt erop dat het een harder en wreder bewind zal zijn dan de vorige monarchieën.
de gehele aarde: de toen bekende wereld
het vierde koninkrijk zal hard zijn gelijk ijzer: hiermee kan het Romeinse rijk worden bedoeld. Maar het zou ook het rijk kunnen zijn van Alexander de Grote, wiens ondergeschikten in de tijd van de Makkabeeën wreed hebben geheerst.
Vers 41 een gedeeld koninkrijk: het rijk van Alexander de Grote was in vieren gedeeld. De voeten waar het hier over gaat, beelden waarschijnlijk Egypte en Syrië uit, die Gods kerk het zwaarst hebben vervolgd. Anderen zeggen dat hiermee het Romeinse Rijk in zijn geheel bedoeld wordt. De voeten en tenen zouden dan het verdeelde rijk zijn nadat het verdeeld was in het oosterse en het westerse.
doch daar zal van des ijzers vastigheid in zijn: ondanks de verdeeldheid zal het een machtig rijk zijn.
Vers 42 de tenen der voeten, ten dele ijzer en ten dele leem: het Joodse volk, dat hard is geslagen maar ook opmerkelijke overwinningen behaalde.
Vers 43 zij zullen zich wel door menselijk zaad vermengen, maar zij zullen de een aan den ander niet hechten: de koningen probeerden door huwelijken met andere machthebbers meer macht te krijgen, maar die was niet bestendig door alle list en bedrog die er was.
Vers 44 in de dagen van die koningen: van de keizer Augustus als machthebber van het Romeinse rijk.
een Koninkrijk verwekken: het koninkrijk van Christus
dat Koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten worden: het zal niet worden overweldigd door een ander koninkrijk of door een aardse regering.
Het zal al die koninkrijken vermalen en teniet doen: Hij zal ze verbrijzelen (Jeremia 44:10) tot oprechte bekering en gehoorzaamheid aan het Evangelie.
Vers 45 uit de berg: Christus is Gods eniggeboren Zoon, maar kwam naar zijn menselijke natuur voort uit het koninkrijk van Juda. Hij was de grote Zoon van David.
een steen: de steen was in vergelijking met het goud en zilver van het beeld gering in aanzien. Maar hij bleek sterker te zijn dan het hardste metaal in het beeld.
Zonder handen afgehouwen: Christus kwam niet door menselijke wegen tot Zijn Koningschap, maar door de wil en het welbehagen van God. Hij verschijnt onvoorzien – niet met uiterlijke pracht - aan mensen die in duisternis zijn.
Vers 46 aanbad Daniël: niet als een god; maar door te knielen betoonde hij hem buitengewone hoogachting. Ditzelfde geldt voor de offers of geschenken die Daniël ontving, naar de gebruiken van die tijd. Als het als goddelijke verering was bedoeld, had Daniël het beslist van de hand gewezen, gezien zijn uitspraken in vers 27 en 28.
Vers 47 dat ulieder God een God der goden is: hier erkent Nebukadnezar de almacht van God. Hoewel dit geen bekering van zijn hart is, gezien het feit dat hij later weer een gouden beeld voor zichzelf laat oprichten en zijn onderdanen hem goddelijke eer moeten bewijzen.

Achtergrondinformatie

De ballingschap
Aan het tienstammenrijk was in 722 voor Christus een einde gekomen door de val van Samaria na de belegering door de Assyriërs. De Assyriërs verwoestten dit deel van Israël, doodden veel mensen en voerden een groot deel van de inwoners weg.
Hierna kwam het Babylonische rijk op en koning Nebukadnezar belegerde Jeruzalem. In 597 capituleerde koning Jojakim van het tweestammenrijk voor hem. Een groot deel van de bevolking werd in ballingschap naar Babel gevoerd. De ballingschap duurde van 597 tot 538 voor Christus. Er waren drie deportaties: de eerste vond plaats in 597, de tweede, waarbij Jeruzalem werd verwoest, in 587 en de laatste vond plaats in 582-581. De profeet Daniël werd, net als veel andere mensen uit voorname families, met de eerste deportatie weggevoerd.

Nebukadnezar
Nebukadnezar betekent: 'Moge de god Nebo de grens verdedigen'. Hij regeerde rond het jaar 600 voor Christus. Hij was koning over Babel. Hij versloeg de Joden in Juda, veroverde Jeruzalem in 587 voor Christus en deporteerde het grootste deel van de inwoners naar Babel. Hij bouwde prachtige gebouwen en paleizen en liet de beroemde hangende tuinen van Babel aanleggen. Ze behoren tot de zeven wereldwonderen uit de klassieke oudheid. Zeven jaar lang was Nebukadnezar krankzinnig. Dat was Gods straf voor zijn grote hoogmoed. Hij kreeg zijn verstand terug toen hij God loofde (Daniël 4:34- 37).

Daniël
Daniël betekent: 'God is mijn Rechter'. Hij stamde uit een aristocratische familie in Jeruzalem en werd als jongere naar Babel verbannen. Daar werd hij aan het hof van Nebukadnezar opgeleid voor een bestuurlijke functie en kreeg een hoge positie. Daniël was een profeet van God. Door Gods openbaring verklaarde hij de dromen van Nebukadnezar. Het tweede gedeelte van het boek Daniël bevat de openbaring die God hem gaf over de toekomstige wereldgebeurtenissen.

Chaldeese wijzen
De Chaldeeën waren beroemd om hun astrologie, horoscopie, tovenarij, wichelarij en bezweringen. Daarom is 'Chaldeeën' de aanduiding voor deze klasse van wijzen. Met 'guichelaar' wordt een soort tovenaar bedoeld.

Keizer Augustus
Augustus was de eerste keizer van Rome. Hij leefde van 63 v. Chr. tot 14 na Chr. Hij was een achterneef van Julius Caesar. Hij regeerde van 31 v. Chr. tot 14 na Chr. Op sociaaleconomisch en ander gebied voerde Augustus tijdens zijn regering hervormingen door. Zijn heerschappij zorgde voor een langdurige tijd van interne vrede.
Enerzijds was Augustus een eerzuchtige, soms wrede politicus, die in de strijd om de hoogste macht zonder pardon de wet aan zijn laars lapte. Anderzijds maakte hij - eenmaal in het bezit van de macht - er op een wijze manier gebruik van. Hij voerde een nieuwe, duurzame staatsinrichting in.
Hij gaf de opdracht tot de volkstelling, zodat Jozef en Maria naar Bethlehem moesten reizen. Dit bevel kwam voort uit de inkomstenhervorming die hij in het hele rijk doorvoerde. Zowel Romeinse burgers als de onderworpen provincies van het rijk moesten vaste belastingen betalen. De belastingen werden door Augustus vastgesteld op basis van de volkstelling, waarbij de hoeveelheden voor elke provincie afzonderlijk werden vastgelegd.
Hij probeerde door het sluiten en weer ontbinden van huwelijken, zowel van zichzelf als van zijn familieleden, zijn opvolging veilig te stellen en een goede kandidaat te regelen. Dit arrangeren met huwelijken bracht binnen zijn familie niets dan wantrouwen, list en bedrog voort. Augustus zou aan het eind van zijn leven hebben verklaard dat 'hij in marmer naliet, dat wat hij had ontvangen in zongebakken steen'. Hij liet inderdaad indrukwekkende gebouwen na. Maar voor zijn rijk gold hetzelfde als voor de andere koninkrijken in de klassieke oudheid: opgaan, blinken en verzinken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 2012

Kompas Handleiding | 7 Pagina's

Handleiding 3: Uw Koninkrijk kome

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 2012

Kompas Handleiding | 7 Pagina's