"Wie is God?"

Met grote ogen kijkt Timo om zich heen in de kathedraal. Wow, in zo’n groot gebouw is hij nog nooit geweest! Ook Sem is onder de indruk. Hij komt elke zondag in de kerk, maar daar ziet het er wel anders uit dan hier.

Timo maakt een geluidje. Het galmt door de grote kerk. “Ssst!” doet de moeder van Sem, “We zijn in een kerk. Een kerk is het huis van God, daar maak je geen herrie.” Timo zucht even. Jammer, het klonk juist zo leuk. Hij zou hier best goed verstoppertje kunnen doen, maar dat mag natuurlijk ook niet. Timo snapt het wel een beetje. Hij komt zelf nooit in de kerk. Maar over God heeft hij wel gehoord van Sem. God woont hoog in de hemel en is heilig. Dat betekent dat Hij heel anders is dan wij en dat je eerbiedig over Hem praat. En dus ook dat je stil bent in de kerk.

Puzzel over jesaja

Weet jij het?

Schrijf de antwoorden in de puzzel hiernaast.

1. Over welke profeet ging het in het verhaal?

2. Over welke koning ging het in het verhaal?

3. Wat riep de profeet? Wee mij, want ik …!

4. De koning werd gestraft, hij werd …..

5. De profeet zag een …….

6. Hoeveel vleugels hadden de engelen?

7. Waar pakte de engel een kooltje vandaan? Van het ……

8. Welke opdracht kreeg de profeet? Hij moest gaan ……

9. Wat deed de koning in de tempel? Hij wilde gaan ….

10. Jesaja zag de Heere zitten op een ……

Het woord in de gele kolom: …………………………………………………………

Jesaja kreeg een visioen

In de tijd van de Bijbel gaf de Heere soms door een droom of een visioen een boodschap aan mensen.

a. Noem eens drie voorbeelden uit de Bijbel waar de Heere dat deed.

b. Waarom gebeurde dat regelmatig in de tijd van de Bijbel?

c. Gebeurt het nu nog? Leg je antwoord uit, misschien weet je wel voorbeelden.

Heilig: wat is dat?

a. Zoek dit eens op in de Bijbel. Wat wordt er in de tekst ‘heilig’ genoemd?

> Exodus 3:5 ……………………………………………………………………………………………

> Exodus 19:6 ……………………………………………………………………………………………

> Exodus 31:14 …………………………………………………………………………………………

> Leviticus 20:7 …………………………………………………………………………………………

> Numeri 31:6 ……………………………………………………………………………………………

> 1 Sam. 21:4 ……………………………………………………………………………………………

b. Bespreek nu met elkaar wat ‘heilig’ is.

c. In het formulier dat altijd bij de doop gelezen wordt, staat dat jij ‘in Christus geheiligd’ bent.

• Welk antwoord zou jij Stijn geven?

• Weet jij wat het betekent?

Stijn: Betekent dit dat je bekeerd bent als je gedoopt bent?

De Naam van God heiligen

Neem er eens bij: vraag en antwoord 122 uit de Heidelbergse Catechismus.

Het gaat hier om drie dingen:

Geef dat wij U mogen kennen zoals U bent.

Geef dat wij U zullen loven.

Geef dat wij U zullen eren door alles wat wij doen.

a. Zoek bij iedere zin de rondjes die daarbij horen en geef ze dezelfde kleur.

○ Help me om niet trots te zijn, maar U de eer te geven als ik iets goed heb gedaan.

○ Leer me Wie U bent, dan zal ik ook zien wie ik zelf ben.

○ Leer me niet alleen U te loven als alles goed gaat, maar ook als het moeilijk is.

○ Leer me om naar Uw wil te vragen bij alles wat ik doe.

○ U bent het waard dat ik U dank voor alles, want U bent almachtig, wijs en goed.

○ Geef dat ik uit de Bijbel mag leren Wie U bent en Wie U voor mij wilt zijn.

○ Help me om niet te zondigen in wat ik doe, zeg of denk, omdat Uw Naam dan wordt gelasterd.

b. Hoe kunnen anderen aan jouw leven zien dat je Gods Naam wilt heiligen?

Wist je dit?

> De bouw van de tempel duurde zeven jaar.

> Het tempelhuis was 30 meter lang, 10 meter breed en 15 meter hoog. Het tempelhuis was van binnen bekleed met cederhout van de Libanon, met daar overheen een laag zuiver goud.

> Twee voorhoven waren er: het binnenste voorhof, dat voor de priesters was, en het buitenste voorhof, waar de Joden mochten komen.

> De Babylonische koning Nebukadnezar verwoestte de tempel in 586 v.Chr. en nam wat er in had gestaan mee naar zijn rijk.

> De hogepriester droeg een soort tulband (hoed) met een gouden plaat op zijn voorhoofd. Hierop stond: DE HEILIGHEID DES HEEREN. Dat betekent dat de hogepriester aan God is gewijd. Toen koning Uzzia zondigde tegen Gods heiligheid, door het werk van een priester te doen, werd hij melaats aan zijn voorhoofd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen