Ouders mogen gebedsonderwijs vragen
In het gebed mogen ouders de noden van het gezin bij de Heere brengen, zegt ds. H. Brons. Het kan wel eens zoeken zijn naar woorden, maar: “Niet kunnen bidden is niet vreemd, dat konden de discipelen ook niet. Zij vroegen om gebedsonderwijs. Dat mogen wij ook vragen.”
Hoe moet ik bidden? Wat moet ik bidden en wanneer? Het zijn vragen die in pastorale gesprekken regelmatig aan de orde komen. “Ik probeer er in prediking, pastoraat en catechese aandacht aan te geven,” zegt ds. Brons (50), predikant van de Gereformeerde Gemeente in Vlaardingen. Hij is getrouwd met psychologe Sarina Brons-Van der Wekken. Samen hebben ze drie kinderen. In gesprekken met echtparen vraagt ds. Brons regelmatig naar de plaats van het gebed in het gezin, zo vertelt hij. “Bijbels gezien is de vader priester in het gezin. Dan is het de vraag hoe dat tot uitdrukking komt. Een van de manieren is de noden van het gezin bij de Heere brengen.”
Hoewel het doen van een gebed in het gezin een verantwoordelijkheid is van de vader, wil dat niet zeggen dat de moeder niet kan bidden met de kinderen. Ds. Brons: “Er zijn ook gezinnen waar gezinsleden om de beurt bidden. Dat is niet verkeerd, maar bedenk als vader dat jij eerstverantwoordelijk bent om in je gezin hardop te bidden. In het vrije gebed kun je niet alleen de noden verwoorden van het gezin, maar ook aan de Heere om leiding vragen in wat je denkt dat het gezin nodig heeft.”
Ds. Brons wijst erop dat ouders er samen over mogen nadenken wat je in het gezinsgebed aan de Heere voorlegt. “Breng dat als ouders ook als je met z’n tweeën bent bij de Heere. En vraag vergeving voor alles waarin je tekort schoot. Volmaakte opvoeders zijn we niet, volmaakte bidders ook niet. We hebben in alle opzichten de grote Voorbidder nodig.”
Gebedshouding
De ouders in het gezin zijn identificatiefiguren als zij voorgaan in gebed. Ds. Brons: “Een belangrijk onderdeel van die rol is je gebedshouding. Straalt die eerbied uit? Dat voelen kinderen. Daarom is het goed om te bezien wat de Bijbel en de belijdenisgeschriften ons te zeggen hebben. De Heidelbergse Catechismus bijvoorbeeld legt veel nadruk op een eerbiedige houding. Daaruit spreekt het besef dat je met God van doen hebt. Het gebed is geen gesprek tussen twee gelijken.”
In het Onze Vader wijst de Heere Jezus er op dat we eerst gericht moeten zijn op de eer van God. Pas daarna komen onze persoonlijke noden aan de orde, zegt de Vlaardingse predikant. “Je bidt in dat gebed om herstel van wat stuk is, je belijdt schuld naar anderen toe en aan de Heere. Laten we eerlijk zijn: als we menen wat we bidden, dan erkennen we dat we in geestelijk opzicht vanuit onszelf failliet zijn. Heb het daar als ouders ook over met je kinderen. En vertel dan ook hoe goed het is om dan naar Jezus te gaan en aan Zijn voeten te leren bidden.” Ds. Brons hoort in persoonlijke gesprekken met jongeren wel eens dat zij merken dat het gebed bij hun ouders een zaak van het hart is. Ook vertellen jongeren wat het gebed voor hen betekent en waarnaar ze verlangen. Dat is rijk. Als predikant heb je daarbij de verantwoordelijkheid daar vanuit de Schrift leiding aan te geven.
Leren bidden
Ds. Brons noemt het ‘heel Bijbels’ om kinderen te leren bidden. “Kijk eens na in de Bijbel wat de Heere Jezus daarover zegt, maar vraag ook: “Heere, leer ons bidden.” Christus Zelf beantwoordde die vraag van de discipelen met het Onze Vader. Als ouder kun je dat gebed ook stapsgewijs doornemen met je kinderen, omdat daaruit veel te leren is.”
Samen met zijn vrouw geeft de predikant in Vlaardingen huwelijkscatechese. Daarbij komt ook het gebed aan de orde. En de vraag hoe ouders in de opvoeding van kinderen iets kunnen meegeven over hoe de Heere gezocht kan worden in het gebed. “Het doopformulier zegt dat de ouders daarin een taak hebben als de kinderen ‘tot hun verstand zullen gekomen zijn’. Aansluiten bij de leeftijd van het kind is dus belangrijk. De basisschoolleeftijd is dé periode waarin je heel goed over tere geestelijke zaken kunt spreken met kinderen, en kinderen kunt leren en voorleven hoe dat een plaats kan krijgen in het gebed.” Bij tieners kan het voor ouders wat uitdagender zijn om een gesprek te hebben over het gebed of over geestelijke zaken. Dan kunnen ouders vaak niet zelf het moment kiezen van het gesprek. Maar zoek het wel. Jongeren wachten daarop. Ds. Brons: “Als je daarin als ouder verlegenheid ervaart, geef daar dan gerust woorden aan. Zoek naar een goede houding. Enerzijds mag je leidinggeven, anderzijds krijgt de opvoeding bij het ouder wordende kind meer het karakter van begeleiden en uiteindelijk loslaten. Maar probeer tere zaken bespreekbaar te blijven maken.”
Het kan tot bemoediging zijn als (groot)ouders in de levens van hun kinderen of kleinkinderen iets zien van gebedsworstelingen, aldus ds. Brons. “Dan mag je soms opmerken dat de Heere werkt door de geslachten heen. Zijn trouw en Zijn opzoekende zondaarsliefde wordt dan zichtbaar. Psalm 72 zegt dat de Heere van geslacht tot geslacht doorgaat met Zijn werk, zo lang zon en maan schijnen. Om dat wonder in kinderharten mag je als ouders bidden, ja móet je bidden. Als het goed is, is dat een worsteling. Enerzijds staan we als zondaren rechteloos voor de Heere. Anderzijds wil de Heere juist in onze diepe verlorenheid plaatsmaken voor de kruisverdiensten van Christus.”
Om te lezen
• Leer ons bidden, ds. G.J. van Aalst e.a.
• Gebedsgestalten, ds. F. Bakker
• Bidt gij?, J.C. Ryle
• Als je bidt..., ds. C.G. VreugdenhiI
• Jongeren en het gebed, J.H. Mauritz (red.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 2018
Eigenwijs | 24 Pagina's