JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

“Opvoeden doe je met zijn Drieën”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

“Opvoeden doe je met zijn Drieën”

Ouders over de opvoeding van pubers

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veel ouders zien op tegen de tienerjaren van hun kinderen. Dan raakt het proces van loslaten in een stroomversnelling. De wereld van pubers wordt groter, de invloed van ouders minder. We spraken met twee ouderparen over deze periode in de opvoeding. Hoe ervaren zij deze jaren?

Verschil meisjes en jongens

Albert en Janneke de Ronde zijn ouders van zes kinderen. Een jongen van 8, drie meisjes van 9, 11 en 14 jaar en twee jongens van 16 en 19 jaar. Een huis vol pubers dus. Hoe doen ze dat, pubers opvoeden? Is het echt een tijd om te overleven?

“Bij ons thuis zie je duidelijk een verschil tussen de meisjes en de jongens. Als de jongens gaan puberen, trekken ze zich vooral terug op hun kamer,” vertelt Janneke. “Je ziet ze een paar jaar veel minder.

Een meisje laat zich veel meer gelden: Kijk, hier ben ik, ik tel ook mee. Zij geven ook overal hun mening over. Ze dagen hun vader uit. Je merkt dat ze oog krijgen voor het andere geslacht. Je broers zijn dan ook veilig om je eigen gedrag en reacties op uit te proberen. De invloed van vriendinnen en de groepscultuur is heel belangrijk. Ze willen hun eigen wereldje creëren, daarin zijn ze ook duidelijk naar ons toe. De jongens krijgen bij ons meer bepaalde buien: boos zijn en slaan met deuren. Ze bewijzen zich vooral fysiek.”

Hoe ga je daar als ouders mee om? Albert: “Bij de oudsten gingen wij door in het patroon wat we gewend waren. We hadden nog niet gelijk door dat ze aan het puberen waren. Dan kregen we als reactie: ‘Waar bemoeit u zich mee?’. Ik reageerde dan als vader verkeerd, omdat ik niet gelijk door had dat het gedrag bij de puberteit hoorde en dat het een zoeken naar zelfstandigheid is.”

 

Mobiel beneden

De invloed van de groep zien Albert en Janneke vooral bij het gebruik van media. “Kinderen zien het belang van grenzen niet. Ze vergelijken onze regels vooral met wat andere kinderen mogen,” zegt Janneke. “We hebben de regels voor mediagebruik wel aangescherpt. Hun mobiel moet bijvoorbeeld ’s avonds en bij het huiswerk maken beneden blijven. Dat levert bij ons derde kind veel weerstand op. Dan blijf ik niet aandringen, maar leg ik uit waarom ik die regel belangrijk vind. Na een poosje komt ze zelf haar mobiel beneden brengen. Je wilt bij hen een soort bewustwording op gang brengen. Het gaat er niet om dat ze exact onze mening volgen, maar dat ze zich leren afvragen of hun gedrag in overeenstemming is met de Bijbel. Maar soms zit je daar zelf teveel bovenop. Je leert dat je in alles afhankelijk bent van de Heere.

“Gelukkig zijn ze graag thuis en vinden ze onze mening echt wel belangrijk,” zegt Albert. “Dat moet je voor ogen houden. Vooral bij onze oudste van 19 jaar zie je dat. Hij gaat argumenten wegen. Je merkt dat hij vanuit de Bijbel naar antwoorden zoekt. Ik zit er zelf al snel teveel bovenop.

Dat komt ook omdat ik als vader dingen in mijn jongens terug zie van mijzelf. Ik wil ze bewaren voor fouten die ik zelf gemaakt heb. Ik moet leren loslaten. Ik mag ze bij de Heere neerleggen.”

 

Loslaten

Loslaten moet je op allerlei gebieden, merkt Janneke op. “Je ziet dat ze het lastig vinden om tijd vrij te maken om ’s avonds uit hun Bijbel en dagboekje te lezen. Een tijdje legde ik de Bijbel en het dagboekje op hun kussen, zo van: doe je dit, voordat je naar bed gaat? Daar ben ik mee gestopt. Ze moeten zelf de keuze gaan maken om hun Bijbel te lezen. Aan de andere kant merk je dat ze aan tafel meedoen als er een gesprek is over de preek. Dit doen we bewust bij de maaltijd, omdat iedereen er dan bij is. Ze vinden het belangrijk genoeg om over mee te praten. Zo moet je kritiek ook zien: het is een vorm van betrokkenheid.”

Van de pubertijd wordt weleens gezegd dat het een tijd is die je moet zien te overleven. Hoe kijken Janneke en Albert daar tegenaan? Janneke vindt het vooral moeilijk als een van de jongens onder de maaltijd boos naar boven vertrekt. “Dan houd ik heel de maaltijd een vervelend gevoel. Ik vind het ook wel weer een heel interessante periode. Je leert ook veel over jezelf, over je eigen zwakheden en zonden. Je moet in alles afhankelijkheid leren. Ik ben soms beschaamd als ik merk dat het goed gaat.” Albert geeft aan dat opvoeden een roeping is die je gekregen hebt van de Heere. “Als je dan alleen maar klaagt ‘wat heb ik het moeilijk’, probeer je onder die roeping uit te komen. Je moet leren dat je opvoeden niet met zijn tweeën, maar met zijn Drieën doet.”

 

Niets voorspelbaar

Ook Ton en Eveline van Manen hebben een gezin met pubers. Het levendige gezin telt vier kinderen in de leeftijd van 10 tot 22 jaar. Wat is er leuk aan pubers in huis? Ton: “Het leuke vind ik dat er niets voorspelbaar of georganiseerd is. Daar houd ik wel van. Ze nemen graag hun vrienden en vriendinnen mee en die zijn hier ook welkom. Pubers houden je ook een spiegel voor. Dat doet wel wat met je. Ze hebben je aan alle kanten nodig, ook al doen ze hun best om te laten zien dat ze zelfstandig zijn.”

Eveline: “Je merkt ook dat ze de sfeer belangrijk vinden. Lekker eten, gezelligheid.”

 

Gezinsregels

Pubers willen hun eigen leven vormgeven. Dat kan wringen met de gezinsregels. Ton: “Sommige dingen kun je uitleggen, soms moeten ze iets gewoon doen omdat dat in ons gezin de afspraak is. Omdat de sfeer goed is, accepteren ze dat.” Eveline: “Soms kijken ze hoe ver ze kunnen gaan. Onze zoon van vijftien kwam pas op een zaterdagavond om half één thuis. Op zo’n moment vinden wij een gesprek belangrijker dan straf. Zo’n gesprek doe je om aan te geven dat je iets belangrijk vindt.” Per kind is je aanpak ook verschillend, merken de ouders. Ton: “Voor de jongste zijn argumenten niet zo belangrijk. Hij is meer gevoelig voor de sfeer. Voor hem werkt het soms beter als je een maatregel neemt die hij niet leuk vindt.”

Soms hoor je dat in de puberteit jongens makkelijker met hun moeder optrekken en meisjes met hun vader. Ton herkent dit niet. Eveline denkt dat ze wel allebei een eigen rol hebben in de opvoeding: “Ik ben degene die meer op de regels zit, jij beweegt meer mee en praat meer.” Ton: “Ze vragen bij een feestje jou voor de taarten en de bitterballen, ze komen mij vragen of er bier geschonken mag worden. Als het over zulke dingen gaat, weten ze dat ze dat moeten overleggen.”

 

Contacten met ouders

Belangrijk vinden Ton en Eveline ook het contact met andere ouders. Eveline: “Wij proberen contact te houden met de ouders van hun vrienden. Dat gaat over dingen als het bezoeken van de JV, zaalvoetbal en hoe laat ze naar huis gaan.” Ton: “De kinderen weten dat ook.” Die contacten groeien in de loop van de tijd. Eveline: “Het begint met een paar ouders die je regelmatig tegenkomt. We houden ook contact via WhatsApp, soms ook mondeling. Je hebt steun aan elkaar, dat is heel mooi.”

Ton: “Je kunt problemen met elkaar delen, dat geeft verbondenheid. Als de kinderen ouder worden en uit de puberteit raken, verdwijnen die contacten weer. Dan zijn ze ook niet meer zo nodig.”

Niet alleen ouders, ook andere gemeenteleden zijn betrokken bij hun kinderen. Ton: ‘Onze zoon is bevriend met een twintiger die getrouwd is en kinderen heeft. Die vraagt hem regelmatig of hij mee gaat racefietsen. Hij is een voorbeeldfiguur voor hem. Het is iemand die tussen jou en je ouders in zit, waar je een beetje tegenop kijkt, in een positieve zin.” Ook veel ouderlingen en de predikant zijn heel laagdrempelig richting jongeren. “Als ze de dominee mailen, krijgen ze altijd antwoord.”

Zien Ton en Eveline dat ze bij de jongste dingen anders doen dan bij de oudste? Eveline: “Ik denk dat dat vooral bij het omgaan met hun mobiel is. Daar zijn we in gegroeid. De oudste heeft eerder een mobiel gekregen dan onze jongste. Bij onze dochter geldt nu de regel: je mobiel blijft ’s avonds beneden.”

 

Verantwoordelijkheid

Opvoeden is je kinderen loslaten. Ton: “We merken verschil in wat kinderen aankunnen aan verantwoordelijkheid. Ze ergens voor behoeden is niet altijd de juiste weg. Soms moeten ze het ervaren en een keer onderuit gaan.” Eveline: “De een zoekt eerder de grenzen op. Onze oudste dochter heeft een goede en stabiele relatie. Ze is echt met de belangrijke dingen in het leven bezig. Die laat je gerust weggaan. Je laat ze los op het moment dat je ze los kunt laten.”

Ton: “Toch is het belangrijk dat ze zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Onze oudste zoon vindt het nog altijd belangrijk wat wij ergens van vinden. Dat voelt fijn, maar het mag geen gemakzucht worden. Hij is zelf verantwoordelijk voor wat hij doet.”

Jongeren kijken goed naar je leven en manier van doen, merkt Ton. “Ze zien of iets echt is en of het uit je hart komt. Dat geldt ook voor andere mensen waar ze vaak contact mee hebben.” Eveline: “Aan regeltjes hebben ze lak. Maar een vriendelijk woord doet iets met hen. Laten we met z’n allen de jongeren zien. Ik denk dat we ze op die manier beter bij de kerk houden dan met allerlei waarschuwingen.”

 

N.B. de namen van de families De Ronde en Van Manen zijn gefingeerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2016

Eigenwijs | 24 Pagina's

“Opvoeden doe je met zijn Drieën”

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2016

Eigenwijs | 24 Pagina's