Ouders en de schoolloopbaan
“Je moet ze steeds meer loslaten”
Vroeger was het kiezen van een school of beroep eenvoudig. Een jongen trad in de voetstappen van zijn vader, een meisje leerde hoe ze het huishouden moest doen. Naar school kon je alleen als er voldoende geld was. Kinderen hebben nu gelukkig veel meer mogelijkheden. Ze brengen een behoorlijk deel van de week door op school. Daarnaast moet er ook nog huiswerk gemaakt worden. Ze moeten al vroeg allerlei keuzes maken. Wat vraagt dit van ouders?
Het gezin Van der Marel uit Benthuizen is niet helemaal compleet als het gesprek begint. Moeder Jaëlla, vader Martin, Bram (12) en Wim (10) zitten in de woonkamer. Anne-Co (7) ligt al op bed en Geert (13) is nog aan het werk voor zijn bijbaantje op een boomkwekerij. Even later komt hij binnen. Hij heeft een lange dag gemaakt, want hij is eerst naar school geweest. Hij volgt de opleiding vmbo-kader aan De Driestar. Lekker praktisch en dat vindt hij prima. Hij koos voor de richting ‘bouw’ en heeft ook al een idee wat hij later met zijn opleiding wil gaan doen. Het vak van meubelmaker trekt hem wel. “Ik heb het altijd leuk gevonden om met hout bezig te zijn. Ik maakte er van alles van. Meubels maken lijkt me mooi.” Op dit moment bestaat zijn opleiding nog uit theorie en praktijkvakken, maar later wordt het een traject van werken en leren. Vier dagen werken en één dag naar school. Daar kijkt hij naar uit, al beseft hij dat hij de theorie nodig heeft om straks aan de slag te kunnen.
Eigen keus
Jaëlla: “Onze kinderen zijn heel verschillend. Geert is altijd een echte doener geweest en we hebben hem daarom ook gestimuleerd om de richting te kiezen die bij hem past. Hij zou wat intellect betreft ook een andere opleiding kunnen kiezen, maar het praktische past gewoon beter bij hem. Dat vinden we belangrijk bij de keuze die ze maken: uitgaan van hun mogelijkheden en wat ze graag doen.”
Die keuzes beginnen al in groep 8 van de basisschool, als de middelbare school gekozen moet worden. Kinderen krijgen een advies op grond van gemaakte toetsen en prestaties. Martin: “Maar toetsen zijn altijd cognitief ingesteld. De praktische vaardigheden worden niet gemeten. Dat vonden wij wel eens lastig in de tijd dat de jongens op de basisschool zaten. Onze kinderen scoorden verschillend bij zulke toetsen. Maar praktische vaardigheden vinden wij net zo belangrijk als intellectuele prestaties. Elk kind moet zich gewoon ontwikkelen op het gebied waar hij goed in is.”
Nu de jongens op het voortgezet onderwijs zitten, is dit verschil gemakkelijker te hanteren. Geert koos voor een praktische opleiding, Bram volgt op De Driestar de opleiding vwo-tto (tweetalig onderwijs). Dit houdt in dat bijna alle vakken in het Engels worden gegeven. Het was zijn eigen keuze. “Ik vind Engels een leuke taal. En ik kan er bij een vervolgopleiding gemak van hebben.” Jaëlla: “Toen wij op een informatiebijeenkomst kwamen voor deze opleiding, vroeg de leraar aan de ouders: ‘Is dit jullie wens of de wens van jullie kind?’ Een goede vraag. Je moet je kind zoiets niet opleggen omdat je het zelf wilt.”
Talenten van God
Dat laatste herkennen Jaap en Carolien Nijsse uit Barendrecht. Ze hebben vijf kinderen: Paul (15), Lennart (13) Frank (10), Lydia (4) en Marc (2). Paul en Lennart volgen tweetalig onderwijs aan de Guido de Brès Scholengemeenschap in Rotterdam en Frank en Lydia zitten op de basisschool. Carolien: “Onze kinderen kunnen goed leren. We stimuleren hen om hun gaven te gebruiken, maar we dwingen hen niet om het uiterste te bereiken. Je hoeft niet ergens de beste in te worden, maar je moet wel je best doen.”
Ze zien ook wel verschil in aanleg en talenten bij hun kinderen. “Paul is goed in exacte vakken en heeft technisch talent, Lennart houdt meer van geschiedenis en talen.”
De ouders proberen bepaalde interesses te stimuleren bij hun kinderen. “Jaap is bioloog. We houden allebei erg van de natuur en we proberen dat onze kinderen ook bij te brengen. Lennart houdt van vogels kijken. Paul heeft een telescoop om naar het heelal te kunnen kijken. Hij verdiept zich in de sterrenkunde. Dat hebben ze echt van hun vader, die heeft hen de liefde daarvoor bijgebracht.”
Maar ze hebben ook ieder hun eigen talenten. Frank bakt altijd wat lekkers voor bij de koffie in het weekend. Lennart kookt graag. Paul en Frank houden van tuinieren en hebben interesse in programmeren. We zien dat de kinderen onderling elkaar ook uitdagen. Lennart houdt erg van lezen en Paul ging daardoor ook lezen.”
Het is belangrijk dat kinderen leren wat hun talenten zijn. Dat helpt hen bij het kiezen van de juiste studierichting. Carolien: “Ze weten zelf wel wat ze goed kunnen, maar we geven ze ook het besef mee dat ze hun talenten van God hebben gekregen. Toen Frank in groep 3 zijn rapport kreeg, maakte hij er voor Lydia (toen 1) ook één. Op het voorblad had hij geschreven: Dit heb je allemaal van de Heere gekregen.”
Leren je in te zetten
Op het gebied van leren heeft het gezin Nijsse nooit problemen ervaren. “Soms vragen we ons af of het niet te makkelijk gaat. Een kind moet ook leren omgaan met tegenslagen. Als alles komt aanwaaien, leert een kind niet doorzetten en zich inzetten.
Paul had de basisschool zonder problemen doorlopen, maar moest op het voortgezet onderwijs leren studeren. Op de basisschool had hij het te makkelijk gehad. Bij Lennart hebben we de school gevraagd meer uitdaging te bieden, zodat hij niet tegen hetzelfde probleem aan zou lopen. Dat is door de school goed opgepakt.”
Loslaten
Als kinderen naar school gaan, betekent dat voor ouders een proces van loslaten. Carolien: “Bij de eerste is het best spannend, zowel voor het kind als voor jezelf. Al onze kinderen hebben dat als intensief ervaren.
Ze gaan graag naar school, dus dan gaat het loslaten makkelijker. Bij de middelbare school moet je ze nog verder loslaten. Ze zijn de hele dag weg en de lesroosters zijn onregelmatig. Er komen allerlei nieuwe dingen kijken: het wisselen van lokalen, de weg vinden. Je bent dan vooral coachend bezig, door er over te praten.”
Dat is ook de ervaring van de familie Van der Marel. Jaëlla: “De basisschool is in het dorp, het is dichtbij en bekend. Je kent de vriendjes van je kinderen en hun gezinnen. En dan komt het moment dat ze op de fiets naar Gouda gaan. Daarbij kwam nog dat onze jongens niemand van hun oude school in de klas hadden. Dat vonden ze wel spannend, maar het is goed gegaan. Het is inderdaad wel loslaten. Je kent hun klasgenoten niet en de achtergrond van de leerlingen op De Driestar is veel breder dan die op de basisschool. We hebben bij de jongens wel het vertrouwen dat het goed gaat.”
Wim gaat na de zomervakantie naar groep 8. Hij heeft er zin in en praat al over het afscheid van de basisschool. Naast de gewone klas zit hij twee uur per week in de plusklas. Daar krijgt hij vakken die hem meer uitdaging geven, zoals Spaans.
Anne-Co zit in groep 3 en kan goed mee op school. De jongste twee bespelen ook een instrument: Wim speelt piano en Anne-Co blokfluit. Jaëlla: “Hij wilde het graag en hij merkt dat hij rustig wordt van piano spelen.”
Huiswerk
Al op de basisschool krijgen kinderen huiswerk. Per kind is het verschillend hoeveel tijd daar aan wordt besteed. Jaëlla: “Geert heeft weinig huiswerk. Omdat Geert de leerstof makkelijk in zich opneemt, is hij snel klaar. Met weinig inspanning behaalt hij voldoendes. Maar hij mag zich er niet gemakkelijk vanaf maken. Bram heeft meer huiswerk, maar hij is daar heel zelfstandig in en ziet het nut ervan in. Ik hoef er eigenlijk nooit achteraan te gaan.”
Jaap en Carolien Nijsse vinden het belangrijk dat hun kinderen zich verantwoordelijk voelen voor hun huiswerk. “We helpen ze in principe niet met het huiswerk, maar ze kunnen altijd een beroep op ons doen.” Soms blijkt dat het nodig is om een vinger aan de pols te houden. “Paul deed zijn typecursus helemaal alleen, maar bij het examen bleek dat hij niet voldoende typesnelheid had. Toen pas trok hij aan de bel. Dat was zowel voor hem als voor ons een les. We controleren niet steeds, maar we leven wel mee door naar hun huiswerk te vragen. Het ene kind gaat gelijk uit school aan het huiswerk, de andere ontspant eerst wat en gaat er dan mee aan de slag. Daar hebben we geen regels voor.”
Voorbeelden
Kinderen leren van voorbeelden, ook als het gaat over hun werk of studie. Carolien: “Je merkt dat docenten soms zo’n rol vervullen door enthousiasme over te brengen voor hun vak. De liefde voor geschiedenis bij Lennart wordt bijvoorbeeld gevoed door zijn docent klassieke talen.”
Jaëlla merkt dat Geert vooral de praktische weg kiest naar het doel dat hij wil bereiken. “Dat heeft hij duidelijk van Martin.”
Je talenten heb je niet alleen gekregen voor jezelf, maar ook om anderen ermee te dienen. Daar kunnen ouders hun kinderen in voorgaan. Jaëlla koos ervoor geen betaalde baan te nemen, maar wel vrijwilligerswerk te doen. Ze is onder andere leidinggevende bij de -12 vereniging in hun gemeente. Ook de familie Nijsse stimuleert hun kinderen om vrijwilligerswerk te doen. “We zijn zelf actief in het kinderevangelisatiewerk en de oudste jongens draaien daar ook in mee. Allebei geven ze leiding aan de -7 club en Paul heeft de website gebouwd voor de kinderevangelisatie. Ze leren daar dat iedereen anders is en dat veel kinderen zonder Gods Woord opgroeien, vaak in gebroken gezinnen. Dat is heel vormend. Het heeft een grote meerwaarde om dit als gezin te doen."
Zendeling
De meeste ouders hopen dat hun kinderen een goede plek krijgen in de maatschappij. Carolien: “We hebben geen verwachtingen in de zin van ‘dit moeten ze bereiken’. Het gaat erom dat ze op de plaats komen waar God ze wil hebben. We verlangen ernaar dat ze Gods eer mogen bedoelen in hun leven. Toen we de oudste drie jongens hadden, kwam er een Zuid-Afrikaanse christen bij ons op bezoek. Hij zei: “Dat is mooi, drie jongens: een zendeling, een evangelist en een dominee.” Glimlachend: “Dat zou mooi zijn, maar niet alleen dan kom je tot je doel.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2015
Eigenwijs | 24 Pagina's
