JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Geestelijke identiteitsvorming van jongeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijke identiteitsvorming van jongeren

Ds. Vergunst: “Ouder is een schakel in Gods ketting”

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elke dag komen kinderen en jongeren voor vragen te staan. Wat doe ik hiermee, hoe gedraag ik me in deze situatie? De beslissing die ze nemen, wordt bepaald door wie ze zijn. Concreter nog: wie ze zijn ten opzichte van God. Ouders beseffen dat ze met hun kinderen in een vormingsproces zitten, maar het is een hele opgave om daar in het dagelijkse leven sturing aan te geven.

Dominee Vergunst, predikant in de Netherlands Reformed Congregation in het Amerikaanse Waupun, herkent dit uit de praktijk van zijn gezin. Ook heeft hij veel contact met jongeren in en buiten zijn gemeente. “Er is minder schaamte dan vroeger. Jongeren zijn heel open over hun gedrag. Dat biedt kansen voor opvoeders, we kunnen daardoor een gesprek met de jongeren hebben.”

 

Slang

Hoe moeten christelijke ouders hun kinderen zien? “Dat is op zich geen moeilijke vraag, de Bijbel is daar duidelijk over. Het zijn gevallen kinderen, het zijn zondaren. Maar geloven we dat echt? Iemand vroeg me eens: ‘Jullie geloven in de totale doodstaat?‘ ‘Ja’, zei ik. Hij antwoordde: ‘Gelooft u dat zeker?’ Dat zette me aan het denken. Hoe vaak zeggen we niet: ‘Mijn kind zal dat nooit doen’. Maar kinderen zijn als een slang in een ei. Als God ze niet weerhoudt, gaan ze de ergste dingen doen. Als je verwachting in lijn is met wat de Bijbel over kinderen leert, word je meer realistisch.”

Jonge ouders moeten hierop worden voorbereid, vindt ds. Vergunst. “We zijn trots op onze kinderen en trots op onze naam. We hebben onze idealen voor hoe de kinderen moeten zijn. Vooral op de tienerleeftijd kan dat conflicten geven. Want ze hebben geen respect voor onze idealen. Ze stellen ons teleur en dan gaan we de strijd aan.”

 

Zelf leren kiezen

Het maakt wel verschil of het gaat om eigen idealen of om Bijbelse principes. Ds. Vergunst: “Als kinderen eenmaal auto gaan rijden, krijgen ze meer vrijheid. Daar moeten ze op worden voorbereid. Rond hun veertiende begon ik al bewust met zeggen: ‘Ik maak die keuze niet meer voor je’. Als mijn zoon bijvoorbeeld kwam vragen of hij uit mocht, zei ik: ‘Laten we er eens over praten’. En daarna: ‘Ik heb jouw keuze gehoord en jij weet hoe ik erover denk. Kom over een uur maar terug en dan hoor ik wel wat je hebt besloten’.

Dat vond hij niet fijn. Hij zei: ‘Pa, ik wil niet dat u mij die keuze laat. Ik wil dat u die maakt’.

‘Ja, jongen,’ zei ik, ‘maar dat is ouder worden. Jij moet straks voor God staan. Hij weet dat ik je het advies van keuze A heb gegeven. Als jij keuze B doet, moet jij dat verantwoorden’.

Het kan pijn doen als je kind dan toch zijn eigen zin doet. Maar opvoeden is niet het opdringen van jouw mening, maar ze leren keuzes te maken, gebaseerd op de waarheid van Gods Woord.”

 

Apart gezet

Kinderen zijn ‘in zonden ontvangen en geboren’. Aan de andere kant spreekt het Doopformulier over kinderen die ‘in Christus geheiligd zijn’. Ds. Vergunst: “Om dit duidelijk te maken, gebruik ik vaak het verhaal over Bélsazar in Daniël 5. Voor zijn feest heeft hij heeft de gouden bekers uit de tempel laten halen. Dan zegt de Heere: ‘Nu is het genoeg’. Ik vraag dan: wat was er nu zo speciaal aan die bekers? Die bekers waren zelf niet heilig, maar ze waren afgezonderd voor de tempel, voor de dienst van God. Zo is het ook als je gedoopt bent: je bent niet heilig, maar je bent apart gezet.

Dat kinderen ‘in Christus geheiligd’ zijn, betekent ook dat ze niet ons eigendom zijn. Een voorbeeld: als ouders hun kinderen bij mijn kinderen laten spelen en ik krijg het idee om te gaan zwemmen, wat verwachten die ouders dan dat ik doe? Dat ik hen bel en om toestemming vraag. Dat is het beeld. Onze kinderen zijn van Christus. We moeten ze opvoeden vanuit de houding: ‘Heere, wat wilt U dat ik met ze doe?’”

 

Ouders verlaten

Ouders moeten zich realiseren dat hun kinderen niet in de wereld zijn gekomen om er te blijven. “Kinderen worden geboren om hun ouders te verlaten. Dat staat in Genesis 2. Eens las ik ergens: ‘Opvoeden is het kind helpen van u weg te gaan’. Dat begint bij de geboorte, dat is de grootste stap. In de volgende twintig jaar ben ik als ouder bezig om het kind van afhankelijkheid tot onafhankelijkheid te leiden. We willen onze kinderen vasthouden. Beter is de gedachte: ik krijg twintig jaar om hen te begeleiden, zodat ze op eigen benen kunnen staan. Dan zijn we bewust bezig met identiteitsvorming. Hoe ga jij, kind, je beslissingen nemen? Dat geeft een doel aan het opvoeden.”

 

Spreken over God

Kinderen kijken gedrag van hun ouders af. Dat geeft ouders een grote verantwoordelijkheid. “Luther zei: ‘De eerste ‘God’ die een kind leert kennen, is zijn vader of moeder’. Door de ouders ziet een kind Wie God is. Of ze krijgen een verwrongen beeld van God. Het huisgezin is één van de meest effectieve kerken voor kinderen. Het voorbeeld zit niet alleen in je woorden, maar ook in je daden. Hoe je met je vrouw, je man, je kinderen omgaat, de momenten waarop we over het Woord van God praten, hoe we onze zondag door brengen: elk huis heeft een altaar. Kinderen weten waar hun ouders voor leven.

Onder afgedwaalde schapen kom ik veel boosheid tegen. Boosheid tegen de kerk, tegen ouders en tegen God. Waarom zijn ze boos? Omdat ze niet hebben gevoeld dat het waar is wat hun ouders zeiden. Het was een lege vorm. Dat bedoelt Paulus met: ‘Vaders, verwek uw kinderen niet tot toorn’.”

De godsdienstige vorming thuis is belangrijk. “Huisgodsdienst vormt of misvormt. De godsdienst thuis is de hoeksteen. Dat is niet de dominee of de school. Die geestelijke vorming beperkt zich niet tot de momenten van Bijbellezen. In Deuteronomium 6 staat: En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt en als gij opstaat. Dat zijn niet de momenten van de huisgodsdienst. Dat gaat over de dagelijkse omgang. We spreken gewoon niet genoeg over God. We zeggen ‘mooi weer vandaag’ in plaats van ’God geeft ons mooi weer’. Als vader en moeder moeten we heel bewust de gedachten van ons kind naar God richten.”

 

Tucht

Tucht of straf in de opvoeding heeft tegenwoordig een negatieve lading gekregen. Toch wordt in de Bijbel de vorming van kinderen niet los gezien van tucht. Ds. Vergunst: “Tucht en onderwijs gaan samen. In het Engelse woord voor straf, ‘discipline’, komt dat zo mooi tot uitdrukking. Het heeft te maken met ‘discipling’: volgeling maken. Ook God de Vader tuchtigt Zijn kinderen. Dat is soms pijnlijk. Tucht moet altijd gevoeld worden. Pijn is een signaal dat duidelijk spreekt. Als je een pijnlijke vinger hebt, weet je dat er iets mis is en ga je er iets aan doen. Je kunt kleine kinderen een pedagogische tik geven. Vanaf vijf of zes jaar doen wij dat in ons gezin niet meer. Dan onthouden we onze kinderen bijvoorbeeld tijdelijk iets wat ze mooi vinden. Als je kind iets gedaan heeft wat niet kan, neem het dan apart en zeg: ‘Je hebt iets gedaan waarmee je Gods Woord hebt overtreden. Zie je dat je dit fout hebt gedaan? Hoe kunnen we dit gaan repareren?’ Als je kind vergeving vraagt, moet je het vergeven. Maar dan is er nog niet aan het recht voldaan. Laat zien waarom je straft. Dat je er als ouders over hebt gesproken en dat jullie vinden dat het deze straf moet krijgen. Laat je zoon of dochter daar over nadenken. Ga even weg als je kind het daar nog niet mee eens is. Je moet ze niet willen dwingen, maar ze laten voelen: ‘Kijk, dit is de consequentie. Als je dit aanvaardt, kunnen we daarna met een schone lei verder’.

Het kan gebeuren dat een kind boos blijft. Dan heb je meer tijd nodig. Het punt is, dat we dat vaak niet hebben. Toch zullen ouders merken dat het vruchten afwerpt. Je kunt zo ook iets laten zien van hoe God met Zijn kinderen handelt. Op deze manier verweef je het Evangelie in de opvoeding. Het brengt je bij het kruis. Straf die uitgedragen is, geeft vrede.”

 

Haat van de wereld

Gezinnen staan in een spanningsveld tussen ‘midden in de wereld staan’ en toch ‘niet van de wereld zijn’. Jongeren kunnen hiermee worstelen en ouders doen dat vaak ook. Ds. Vergunst: “We zijn sociale wezens. Je wilt bij je eigen leeftijdsgroep horen. Haat van de wereld kan verwerping betekenen. Anderen halen bijvoorbeeld de neus voor je op. We handelen vaak vanuit de gedachte dat we het lijden van onze kinderen willen vermijden. Dat is Westers. In andere culturen bereiden ze hun kinderen voor op lijden. De Heere Jezus heeft Zelf gezegd: ‘Ze hebben Mij gehaat, ze zullen ook jullie haten’. We moeten onze kinderen erop voorbereiden dat ze gehaat worden als ze de Heere dienen. Wanneer de liefde van Christus nog niet in hun harten brandt, is dat wel moeilijk. Daarom is het zo belangrijk dat ouders alles doen om hun kinderen geborgenheid te geven in het gezin. In de kerk moeten we er ook alles aan doen om dat aan de kinderen te bieden. Jongeren in de gemeente moeten leren om samen alleen te staan en er voor elkaar te zijn. Ouders kunnen vriendschappen stimuleren door hun huis open te stellen in het weekend. Je hoeft er niet tussen te gaan zitten, maar zorg voor ruimte, eten en drinken. In de kerk is het belangrijk dat er niet alleen een vereniging is waar discussie is, maar ook gelegenheid om met jongeren gezellig bij elkaar te zijn.”

 

Verloren zonen en dochters

Het gebeurt regelmatig dat ouders hun kind een verkeerde weg op zien gaan. Ds. Vergunst: “Als ouders hun kinderen zelf niet zijn voorgegaan in een leven naar Gods Woord, zijn ze er schuldig aan als hun kinderen een verkeerde weg op gaan. In het tweede gebod heeft God vastgelegd hoe wij Hem moeten dienen. Het gebod heeft ook een keerzijde: als je dat niet doet, zie je dat terug tot in het derde en vierde geslacht.”

Er zijn echter ook ouders die hun kinderen - met veel tekort aan hun kant - wel hebben opgevoed bij het getuigenis van Gods Woord. Toch zagen ze een of meer kinderen tot hun grote verdriet een andere kant op gaan. “Die ouders moeten we steun bieden en troosten. We kunnen niet in de toekomst kijken. Maar deze ouders mogen blijven bidden voor wat zij in het kinderhart hebben gezaaid. Dan mag het verbond ons troost geven. Het is uiteindelijk niet mijn werk. Denk maar aan de biddende moeder van Augustinus. Ook de gemeente kan iets voor hen betekenen. In het openbare gebed moet aandacht zijn voor ouders die verloren zonen en dochters hebben. Het is een schrijnende pijn voor veel ouders. Er kan ook schaamte bij hen zijn. Wat moeten anderen wel niet denken? De gemeente moet zulke ouders troosten. Het is de keuze van hun kind en daar is het zelf verantwoordelijk voor. Misschien moeten in onze gemeenten eens gespreksgroepen gemaakt worden van ouders die hier doorheen gegaan zijn.”

 

Schakel

Genade is geen erfgoed. Toch wordt er in de Bijbel regelmatig gesproken over Gods zegen over het nageslacht van degenen die Hem vrezen, bijvoorbeeld in Spreuken 22: 6. Ds. Vergunst: “Als ouder zie ik mij als schakel in Gods ketting. Ik mag een link zijn, Zijn Woord doorgeven. Daar moet ik mijn verantwoordelijkheid in dragen, anders verbreek ik iets. Dan gebeurt hetzelfde als wat er gebeurde in Richteren 2 vers 6-11. Je leest daar dat na de dood van Jozua er een ander geslacht opstond in Israël. Een geslacht dat de Heere niet kende en dat kwaad deed in de ogen van de Heere.

Slechte kinderen? Nee, dat waren slechte ouders. De kinderen hadden het niet gehoord, wat de Heere gedaan had. De ouders deden niet wat de Heere hen had opgedragen en wat zij beloofd hadden. Daarom is het voor ouders een roeping om de fakkel van het Woord van God over te dragen aan hun kinderen. Je bent als ouder een instrument. Het is Gods werk, dat mag ontspanning geven. Maar Hij vraagt ouders wel alles te doen wat ze kunnen.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 2014

Eigenwijs | 24 Pagina's

Geestelijke identiteitsvorming van jongeren

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 2014

Eigenwijs | 24 Pagina's