JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Sport in het gezin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sport in het gezin

Actief zijn en grenzen stellen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sport heeft op veel jongeren een grote aantrekkingskracht. Jongeren bruisen van energie en het competitie-element prikkelt hen. Ouders zijn blij als hun kind graag buiten actief is. Maar sport heeft ook zijn grenzen. Hoe ver gaat de betrokkenheid bij sport en de hele wereld eromheen? Dat zijn herkenbare vragen voor de familie Zwambach uit Hardinxveld-Giessendam. Een gezin dat midden in de worsteling van de praktijk van elke dag staat.

Ze kunnen met recht een actief gezin worden genoemd. Peter (vader) speelt op woensdagavond zaalvoetbal met een aantal volwassenen uit verschillende reformatorische kerken. “Ook vind ik het leuk om met de jongens te voetballen, bijvoorbeeld als we op vakantie zijn.” Peter voetbalde als kind al graag. “Maar ik mocht van mijn ouders niet op voetbal. Ik heb wel aan atletiek gedaan.” Zijn vrouw Arianne doet weinig aan sport. “Ik heb zelf nooit veel met sport gehad, maar ik stimuleer het wel bij de kinderen omdat het goed voor ze is. Ik heb liever dat ze buiten actief zijn dan dat ze achter de computer zitten.”

Inzicht

De oudste jongens Coen (15) en Jop (11) lijken wat sportiviteit betreft op hun vader. Coen: “Ik vind sport heel leuk en belangrijk. Je krijgt er inzicht door omdat je strategisch moet zijn in een spel en je houdt ook je conditie op peil. Bovendien is het heel gezellig.” Coen tafeltennist, voetbalt graag en fietst elke dag zo’n dertien kilometer heen en terug naar school. Sinds kort heeft hij een lichtgewicht stuntstep. “Een paar van mijn vrienden hebben die ook. We gaan naar de skatebaan om daar kunstjes te oefenen. Ik zou nog wel een keer naar het skatepark in Rotterdam willen, daar heb je heel veel leuke banen.” Ook Jop tafeltennist en voetbalt graag. “Op school is er een tafel waar we in de pauzes op tafeltennissen. Mijn vriendjes gaan ook naar tafeltennis. Verder fiets ik naar school, maar dat is niet zo ver.” Arianne: “En hij kan heel hard rennen!”

Sophie (9) is volgens haar moeder een heel beweeglijk meisje dat echt haar energie kwijt moet. Ze vertelt dat ze graag de handstand doet en bijna elke dag op de trampoline springt: “Op de trampoline kan ik veel kunstjes zoals de handstand en een kniesalto.” Zwemmen doet ze ook graag: “Soms ga ik bij mijn vriendinnetje zwemmen in het zwembad.” Sinds kort zit Sophie op gym. De jongste kinderen in het gezin zijn Steyn (4), Ties (2) en Jet (3 maanden).

Ook bij slecht weer hoeven de jongens niet stil te zitten. Op de Wii kunnen ze tennissen, voetballen en andere dingen doen. Peter doet soms ook mee. Coen: “Voetbal is het enige waarmee ik mijn vader kan verslaan.” Daar is Peter het niet mee eens: “Met tafeltennissen kan ik niet tegen je op.”

Winnen en verliezen

Sporten is goed voor kinderen, vindt Peter. “Het sociale aspect vind ik heel belangrijk. Ze leren omgaan met winnen en verliezen.” Dat zie je bij tafeltennis ook terugkomen. “Je leert respect te hebben voor de andere spelers. Bijvoorbeeld door ‘sorry’ te zeggen bij een netbal of een hand te geven na de wedstrijd.” Coen vult aan: “Sommige spelers gaan expres op een lager niveau spelen omdat ze willen winnen. Dat is niet leuk voor de andere spelers. Je moet een ander zijn winst gunnen. Als je tegenspeler heeft gewonnen, zeg je ‘gefeliciteerd’ en als je tegenstander verliest, zeg je ‘goed gespeeld’. Jop: “Soms gebeurt het dat kinderen niet tegen hun verlies kunnen. Laatst ging er een meisje huilen, dat vond ik zielig.” Aan het eind van het jaar wordt er in hun woonplaats een scholierentoernooi gehouden. Arianne: “Dat gebeurt op de dag dat het vuurwerk wordt uitgeleverd, om jongeren van de straat te houden.”

Sterallures

Door hun verschillende achtergrond hebben Arianne en Peter verschillende ervaringen met sport. Arianne: “Mij heeft sport nooit zo geboeid, maar Peter is opgegroeid in de buurt van Amsterdam, temidden van Ajax-fans. Ik merk dat ik me altijd wat terughoudender opstel als het over sport gaat. Peter is zelf ook sportief en is snel ergens enthousiast voor. Dat betekent dat we eerst samen moeten praten, zodat we naar de kinderen toe op één lijn zitten. Overigens weten de kinderen dit zelf ook wel, ze maken er geen misbruik van.”

Dat kwam onder andere naar voren toen Coen enkele jaren geleden uit school kwam met de vraag of hij lid mocht worden van de voetbalvereniging. Een paar vrienden gingen er heen en vroegen of hij ook kwam.

Arianne: “Een bekende vertelde me dat ze nare dingen had gehoord over die club. Toen was het voor mij gelijk al duidelijk, dat ik Coen daar niet op wilde hebben.” Peter: “Hij zou van mij best op voetbal mogen als het alleen om de sport zelf ging. In onze woonplaats wordt wel rekening gehouden met christelijke jongeren. Er worden bijvoorbeeld geen wedstrijden op zondag gespeeld en ze hoeven niet mee te doen met het verkopen van lootjes. Maar er gebeurt zoveel langs de lijn, het fanatisme, vloeken en schelden, die sfeer vind ik niet goed.”

Een ander punt vinden de ouders de sterallures die voetballers krijgen van hun publiek. Peter: “Er wordt door veel voetballers grof geld verdiend. Voetballers staan in de media voortdurend in de schijnwerpers. Dat zie je bij andere sporten veel minder terug. En de druk om hogerop te gaan als je goed bent, is groot.” Arianne: “Als dat gebeurt, weet je niet waar het uitkomt. En dan heb je als ouders je kind wel de eerste stap laten zetten.”

Prioriteiten

Sport is niet iets nieuws. In de Bijbel wordt ook al gesproken over sport. Peter: “Paulus gebruikt de wedloop als voorbeeld hoe een christen zich moet focussen op het belangrijkste levensdoel. Maar ik denk wel dat bijvoorbeeld de voetbalwereld van nu een heel andere wereld is. Het is een afgodische wereld. Het gaat niet meer alleen om het spel.” Arianne: “We proberen de kinderen duidelijk te maken dat de Heere het zo niet wil.”

De ouders zijn blij dat hun kinderen hun argumenten begrijpen. Coen: “Eerst wilde ik uit alle macht op voetbal omdat mijn vrienden dat ook deden. Maar ik ben een keer mee geweest en ik heb gezien dat het wel waar is wat mijn ouders zeggen. Als je een goal scoort, ben je een held, maar als je mist, wordt er van alle kanten ‘boe’ geroepen. Je ziet ook dat jongens elkaar de winst niet gunnen als ze elkaar niet mogen. Dat vind ik niet sportief.”

Uiteindelijk kwamen de jongens via school en vrienden bij tafeltennis terecht. Dat bleek voor iedereen een goed alternatief. De jongens voetballen nog steeds heel graag, maar doen het niet in verenigingsverband. Arianne: “Bij Jop merk ik dat voetbal als sport nog wel op nummer één staat, hij kan het heel goed. Hij is via vrienden ook nog door de voetbalvereniging benaderd. Maar als ik zie hoe voetbal dan het gezinsleven beheerst, ben ik blij dat ze er niet op zitten. Dan sta je elke zaterdagochtend aan de lijn en moet er ook door de week nog verschillende keren worden getraind.” Niet iedereen maakt dezelfde keuzes op dit gebied. Peter en Arianne hebben daar wel eens gesprekken over met ouders van vriendjes: “Die staan er soms anders tegenover dan wij. Er zijn vriendjes die wel op voetbal zitten. Voor ons moet sport ontspanning blijven en het mag ons gezinsleven niet beheersen.”

Sporten kost, hoe dan ook, tijd. Zijn er grenzen aan de tijd die je met sport doorbrengt? Arianne: “Ik vind dat je wel prioriteiten moet stellen. De jongens moeten hun huiswerk maken, Coen gaat naar catechisatie en heeft een folderwijk. Die dingen gaan voor. Volgens Jop is dat helemaal geen probleem: “Tafeltennis kost je maar een uurtje per week, dat is niet zo lang.”

Sport in de media

De jongens sporten actief, af en toe volgen ze sport ook via de media. Coen: “Op maandag wordt er op school wel over sport gepraat, maar niet heel uitgebreid. Soms hoor ik dat er een goede wedstrijd is gespeeld of een mooie goal is gescoord. Ik kijk niet op zondag en ik heb ook geen behoefte om alle wedstrijden te volgen. Sommige kijk ik wel even na. Ik kijk wel eens naar een tafeltennistoernooi en naar snowboarden. Dat zijn mooie sporten om te zien.”

Moet je naar sport kijken om er op school bij te horen? “Het is wel stoer om erover mee te kunnen praten en je weet zo ook welke clubs en spelers goed zijn. Maar er wordt niet heel lang over gepraat. In de eerste en tweede klas hadden we het vaker over sport dan nu.”

Geweten

Sporten is gezond, maar het mag niet het belangrijkste voor je worden, zeggen Peter en Arianne. “Je probeert je kinderen nu zo goed mogelijk te begeleiden, maar je ervaart ook dat je ze zelf niet vast kunt houden. Er komt een moment dat je ze los moet laten. We vinden het belangrijk dat ze dan een goed geweten hebben en de juiste keuzes kunnen maken.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 2014

Eigenwijs | 31 Pagina's

Sport in het gezin

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 2014

Eigenwijs | 31 Pagina's