Tips voor ouders
Gesprek als toevoerleiding
Apologetiek begint in het gezin, bij het gesprek rond de Bijbel. Openheid in het gezin geeft niet de garantie dat jongeren altijd alles uit kunnen leggen. Het creëert wel natuurlijke vrijmoedigheid.
De norm
Het is een bekend gezegde: het gezin moet een klein kerkje in de kerk zijn. Ouders hebben daarbij de leiding. Maar hoe doe je dat? Mooie woorden, maar de praktijk is vaak anders. Of niet soms? Toch is het bijzonder als iets daarvan handen en voeten krijgt. Nee, niet in eigen kracht. Dan is het bij voorbaat mislukt. Wel door Gods genade. Wat zijn we als ouders ook hierin afhankelijk van Zijn Woord en Geest.
In Deuteronomium 6: 7 en Psalm 78: 4-8 zie je wat de Heere van ons vraagt. Daar heb je de norm. Gegeven door de Heere Jezus die Zijn ouders onderdanig was. Hij zegt: Leert van Mij (Mattheüs 11: 29). Daar moeten we beginnen. Ouders die van Hem leren. Steeds opnieuw. Omdat wij het niet kunnen. Dan leg je de lat niet te hoog, maar je legt alles in Zijn handen.
De vaste regelmaat
Spreek met de kinderen onbevangen over godsdienstige zaken. Begin zo jong mogelijk en trek daar tijd voor uit. Vaak vind je de beste momenten na de kerkdienst. Hoe vond je de preek? Heb je de kern begrepen? Probeer ook door de week momenten te creëren. Rondom de maaltijd, bij het naar bed brengen, ’s avonds rondom de koffie. Gebruik actuele dingen als eyeopener. Wees niet bang gevoelige zaken aan te snijden. Laat vooral merken dat het niet vreemd is over ‘het geloof’ te spreken. Dat vraagt de Heere van ons. Openheid in het gezin geeft geen garantie voor apologetiek. Het creëert wel natuurlijke vrijmoedigheid.
Het voorbeeld
Dit is een gevoelig punt. Ben je als ouder een identificatiefiguur voor je kinderen? Ons leven kan onvoldoende corresponderen met onze woorden. Dat kan in het huiselijk leven zijn, maar ook in de gemeente waarvan we deel uitmaken. Dan vinden onze woorden geen plek in het leven van de kinderen. Het gaat om woord en daad. Bij rechtzinnige woorden horen rechte daden. Je bent misschien de eerste ‘Bijbel’ die je collega’s zien. Je bent zeker de eerste ‘Bijbel’ voor je kinderen. Zij kunnen over je hart niet oordelen. Wel over je leven. Ons leven moet een levende preek zijn. Augustinus zegt: ‘Het zijn woorden die men moet beleven en doen en niet alleen lezen’. Hoedanig is ons leven? Stralen we door genade iets uit van Christus? Hoe zullen onze kinderen anders heilig jaloers op ons kunnen worden? Als daarvan iets aanwezig is, zullen ze hun hoop op God stellen. En Zijn geboden bewaren (Psalm 78: 7). Dan kan het niet anders of dit valt op in de maatschappij. Dan doen ouders en kinderen op een natuurlijke en ontspannen wijze aan apologetiek. Dan wordt Zijn Naam verheerlijkt. Inderdaad: er blijft schuld over. Maar probeer toch maar als zo’n schuldenaar apologetisch bezig te zijn binnen je gezin. Ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus.
De zorgen
Sommige ouders zullen denken: de praktijk is anders. Onze oudere kinderen willen nauwelijks meer mee naar de kerk. En als ze meegaan, zijn ze vaak de ‘afwezige-aanwezige’.
Ook die zorgen zijn er. De moderne cultuur krijgt steeds meer vat op onze jongeren (en ouderen). Wie eerlijk is, herkent zich in zijn zoon of dochter. Ga er niet boven staan, maar doe als de vader van de verloren zoon. Sta elke dag op de uitkijk. De gouden regel in dezen is: geen gesprek zonder gebed en geen gebed zonder gesprek.
Het gesprek
Het is duidelijk dat je het gesprek gaande moet houden. Het is als met een draaiende motor. Zodra de toevoerleiding van de brandstof verstopt raakt, stopt de motor. Zo is het in het gezin. Het gezin is de draaiende motor. Laten we zeggen dat je voorbeeld, je daden, de brandstof is en je woorden de toevoerleiding om het gesprek gaande te houden. Door een verkeerd voorbeeld kan die toevoerleiding ’verstopt’ raken. Dan stopt het gesprek, dan stopt de motor met alle gevolgen van dien. Wat een gave én opgave!
Het beste is het persoonlijk gesprek. Als je studerende kinderen hebt, kan dat niet altijd. Dan is een telefoontje of mailtje een uitkomst.
Door het gesprek moeten kinderen worden gestimuleerd om als christen in de maatschappij te staan (Mattheüs 5: 13- 16). Ook in de collegezaal of het bijbaantje. Het gesprek moet er op gericht zijn dat ze zich niet wereldvreemd gedragen. Wel als vreemdelingen die een beter vaderland zoeken. Dat werkt aanstekelijk voor hen die ‘buiten’ zijn. Dan lok je vragen uit.
De uitkomst
Geeft bovenstaande een garantie voor een goed draaiend gezin als het gaat om apologetiek? Nee! Er is uiteindelijk genade nodig. Die genade is beschikbaar. Voor het eerst, maar ook opnieuw. Dan zullen onze kinderen en wij als ouders steeds weer bij de Heere Jezus te vinden zijn. Die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis betuigd heeft (1 Timotheüs 6: 13).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 2011
Eigenwijs | 24 Pagina's
