JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Weet je nog…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Weet je nog…

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eigenlijk dacht ik er nooit meer aan. Sommige dingen vergeet je gewoon. Dingen van vroeger. Terwijl het je toen bezighield. Echt belangrijk voor je was. Tot mijn moeder het vroeg. “Weet je nog?”, vroeg ze. “Jij wilde altijd met hem wandelen.” Ja, toen ben ik er weer over na gaan denken.

Wat was dat toch met die oude man? Ik geloof dat het een oom van mijn moeder was. Of misschien wel een oudoom. Stokoud was hij. Op een paar weken na is oom honderd geworden. Bijna een eeuw. Hij had een grote bos spierwit haar. En zijn gezicht leek van oud bruin leer. Erg mooi vond ik dat. Zijn handen waren bezaaid met bloeduitstortingen. “Van de bloedverdunners”, zei hij. Hij droeg altijd een donker pak als hij kwam. Bijzonder dat je dat niet vergeet. Van dat donkere pak. De man was nog bijzonder vitaal.

Af en toe kwam hij bij ons thuis. Op visite. Hij kwam ‘s middags en bleef dan eten. Mijn moeder kookte iets wat oom lekker vond. Na het eten las mijn vader uit de Bijbel. Dat was vertrouwd. De woorden van God. En de stem van mijn vader. Maar dan gebeurde het. Als mijn vader zo’n vers of tien gelezen had. Dan begon oom te fluiten. Gewoon hardop te fluiten. Hij vond het wel welletjes. Het duurde hem te lang. Ik werd bang. Hoe durfde je zo oneerbiedig te zijn. Het woord van God! En dan fluiten. En de man was al zo oud. Verschrikkelijk vond ik dat. Mijn vader las rustig door. Tot het hoofdstuk uit was. En dan dankten we. En daarna ging ik met oom wandelen. We woonden aan een zandpad. En dat zandpad liepen we dan op en neer. Oom met de stok. Ik met een bonzend hart. Oom stapte er lustig op los. En ik wilde zo graag wat zeggen. Ik bedacht allemaal zinnen. Zo van: “Oom, u was echt oneerbiedig.” Of: “Oom, u deed God verdriet met dat gefluit.” Maar ik deed het niet. Ik durfde het niet. Ik zweeg. Ik praatte overal over. Maar ik zweeg.

En ‘s avonds vroeg ik vergeving. Op de grond voor mijn bed. Op mijn blote knieën. Voor oom. En voor mezelf. Want ik voelde wel dat het erg was. Het fluiten en het zwijgen. Ik kwam maar slecht in slaap. Ik word er verdrietig van. Als ik eraan terugdenk. Aan dat zwijgen. Want als ik eerlijk ben; hoe vaak zwijg ik nog? En vraag ik daar nog steeds vergeving voor? Op mijn blote knieën voor mijn bed? Of weet ik het al niet meer? Denk ik er niet meer aan? Lig ik er nog wel eens wakker van? Wat moet God toch met mij? Wat moet God toch met mensenkinderen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2022

Daniel | 36 Pagina's

Weet je nog…

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2022

Daniel | 36 Pagina's