Brandend vuur
Blust den Geest niet uit (1 Thess. 5:19).
Het zijn maar een paar woorden, bijna aan het eind van de eerste brief aan de gemeente van Thessaloníca. Je kunt bij deze tekst denken aan het beeld dat Christen in de pelgrimsreis van John Bunyan zag. Hij zag een brandend haardvuur waarbij een man stond die onophoudelijk water in de vlammen wierp (zie blz. 7). Het vuur wijst op het genadewerk, de bekering door de Heilige Geest. Die man wijst op de duivel die probeert het vuur uit te krijgen. Zou het lukken? O, de duivel heeft zoveel bluswater! Maar dan ziet Christen dat er – onzichtbaar achter de muur van de haard – nog Iemand staat. Een Man met een kan olie die steeds weer zorgt dat er olie op het vuur komt. Het is de Heere Jezus, Die met Zijn Geest als de olie het vuur niet laat doven.
Eigenlijk gaat het in dit tekstwoord over vuur, bluswater en olie. Er was in Thessaloníca een gemeente ontstaan. Hoe? De Pinkstergeest heeft intrek genomen in zondaarsharten. Hij ontstak als het ware het Pinkstervuur. Mensjes stonden als in vuur en vlam voor de Heere. Waar loop jij het vuur voor uit je sloffen? Wat houd je bij dagen en nachten bezig? ’t Onheilige ‘olympische’ sportvuur of andere verdwazing? Is je studie je alles, je hobby of je salaris? Vraag de Heere om een vonkje van het heilige vuur van Gods Geest! Dat liefdesvuur dat alle onverschilligheid wegneemt. Ontdekkend vuur waardoor je ziet hoe groot je zonde en ellende is. Verlichtend vuur dat plaats maakt voor de Heere Jezus. Verwarmend vuur om voor de Heere te leven.
Ken je iets van dat vuur in je leven? Meestal begint het als een klein vlammetje, helemaal verborgen. Soms ruik je alleen een verdachte lucht. Maar als dit liefdesvuur opvlamt, wordt het zichtbaar. Het is als een liefdesvuur dat hoog opvlamt. Er komt liefde tot God, Zijn Woord, Zijn dag en Zijn kinderen. Liefde, omdat God liefde is en omdat dit vuur komt uit het eeuwige liefdeshart van de Vader. Als het zo is in je leven kan het weleens een smeulend vuur zijn, maar is het onuitblusselijk.
Toch klinkt zo nadrukkelijk de vermaning van Paulus: Blust de Geest niet uit. Waarom dan deze dringende oproep? Satan wordt weleens de commandant van de brandweer genoemd. Zodra ergens dit vuur ontstoken is, rukt hij met groot materieel uit om de ‘brand’ te blussen. Geheel blussen kan hij het vuur van de Heilige Geest niet, maar gedeeltelijk doven wel! Hij stimuleert om oppervlakkig te leven, negatief kritisch te zijn of wat makkelijk te leven. Om je Bijbel maar dicht te laten, stille tijd over te slaan en je gebeden te beperken tot de maaltijden. Allemaal emmertjes bluswater om dat vuur van Gods Geest te blussen. Een bekend voorbeeld is David toen hij in zonde leefde met de vrouw van Uría. Het vuurtje doofde niet helemaal, maar de vreugde was weg. Er ging weinig van hem uit en de Naam van de Heere werd bespot.
Blust de Geest niet uit! Dat is een aansporing om geen walmende rook te geven, maar om een helder licht te zijn. Om te branden, bij tijden in vuur en vlam te staan. En dat tot eer van de Drie-enige God!
Waar kun je om bidden?
Wat leert dit over de Heere?
Wat is de boodschap voor jou?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021
Daniel | 36 Pagina's