JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Sophie Plusminus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sophie Plusminus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik ben bij de oma van Maaike geweest en het was zo fijn! Ze begrijpt me geloof ik en ze zei mooie dingen. Ik denk dat God ervoor gezorgd heeft dat dit is gebeurd. Vanavond hebben we een buurtbarbecue. De buren komen ook en ik heb er zo’n zin in!

Net als Sophie binnenstapt staan pap, mam en Milan klaar om naar buiten te gaan. Pap is speciaal voor de buurtbarbecue een paar uur eerder naar huis gekomen.

Sophie heeft al gezien dat de straat is afgezet met linten. Er staan al sta- en tuintafels klaar. Verschillende buren zijn druk bezig. Ella komt aanlopen met een schaal vlees van de slager.

Sophie kan haar ogen niet geloven. Wie loopt daar met een krukje onder z’n arm? Is dat Richard? Ongelofelijk, dat kan niet. Richard woont hier helemaal niet in de straat.

“Wat sta je te kijken, zussie?” Milan vraagt zich af wat Sophie voor bijzonders ontdekt heeft.

“Zie je die jongen daar? Dat is Richard uit mijn klas. Hoe kan dat?” Sophie begrijpt er niets van. Ze loopt naar hem toe en als ze zeker weet dat hij het is, tikt ze op z’n schouder.

Richard draait zich om en kijkt recht in het gezicht van Sophie. “Sophie?” Blij verrast geeft Richard haar een duw. “Jij hier? Woon jij hier in de straat? Dat wist ik niet.”

Het valt haar op dat zijn gezicht rood wordt. “Ik woon weer bij m’n moeder.”

“Je moeder, wie is dat?” Sophie moet opeens denken aan die middag uit school, na het vloeken van Lucas. Richard woonde bij z’n vader en z’n moeder was gelovig.

“Mevrouw Brinks, nummer 19. Schuin om de bocht. Bij mijn vader was het zo saai. Hij heeft een nieuwe vriendin. Ik wilde daar weg.”

Sophie heeft ineens diep medelijden met Richard.

Het blijft een hele poos stil tussen hen.

“Zullen we gaan zitten?” Richard zet z’n kruk aan de kant.

Sophie weet niet goed wat ze moet zeggen. Gaat ze doorvragen aan Richard over thuis, of niet? Ze weet het niet goed. Ze hoeft het ook niet te weten, want Richard begint zelf over thuis te praten.

“Mijn ouders woonden vroeger in Friesland. Ze zijn heel gelukkig begonnen, maar nu is het drie keer niks. Ik weet ook niet goed of het hun eigen schuld is. Het is gewoon zo gelopen. Ik heb twee zussen. Ze zijn een paar jaar ouder. Ze zijn allebei zwakbegaafd.”

“Waar zijn ze nu dan? Wonen ze nog bij je vader?” Sophie heeft bij mevrouw Brinks nog nooit kinderen gezien.

Sophie heeft gelijk spijt van haar vraag. “Laat maar zitten, je hoeft niet alles te vertellen. Wil je een hamburger?”

Ze scheppen hun bord vol met salade en stokbrood en vader biedt hen een sateetje aan.

“Zelfgemaakt vanmiddag bij de slager”, zegt Sophie trots.

“Zou Richard nu ook naar de kerk gaan? Zijn moeder was toch gelovig? Zou hij soms naar de kerk van Maaike gaan? Ze durft het niet te vragen.

Ze vraagt wel wat anders. Zo gek. Wat ze wil vragen, durft ze niet. En wat ze eigenlijk helemaal niet belangrijk vindt, vraagt ze wel.

“Waarom wonen jullie niet meer in Friesland? Heeft je vader ander werk gekregen? Wij wonen hier ook nog niet zo lang.”

Het is even stil.

Richard kijkt haar niet aan.

“Ik ben daar nogal gepest. Mijn ouders waren er helemaal klaar mee. Toen zijn we hier gaan wonen.”

Nu slaat Sophie haar ogen neer.

“We kunnen elkaar wel een hand geven.”

“Wat bedoel je?” Richard kijkt haar verbaasd aan. Sophie begrijpt hoe onlogisch het klinkt en ze schiet er zelf van in de lach. “Ik bedoel…. Ik werd in Delft ook gepest.”

“Jij? Dat geloof ik niet.”

“Dan geloof ik het van jou ook niet!”

Sophie ziet dat Milan haar wenkt.

“Kom”, zegt ze tegen Richard. “Daar zit mijn broer en Maaike mijn vriendin. Je moet echt even met hen kennismaken.”

Sophie stelt Richard voor aan Milan, Maaike, Daniël en de anderen. Ze gaat haar uiterste best doen. Hopelijk kan Richard hier goed wennen. Richard kan bijvoorbeeld met de groep meefietsen naar school. En…. wie weet, kan ze een keer met Richard mee naar de kerk.

Ze kent mevrouw Brinks niet goed en ze heeft Maaike er nog nooit over gehoord. Ze besluit om het verhaal van Richard niet aan Maaike te vertellen.

“Ik zit stampvol”, zucht Maaike. Nou als Maaike dat zegt…

“Dan wordt het tijd om wat anders te gaan doen”, vindt Milan

“Zullen we de toren gaan beklimmen?”, stelt Daniël voor.

“Jij mag daar nog helemaal niet in van papa”, hoort Sophie Maaike zeggen. Sophie weet dat de jongens vorig jaar bovenop de toren hebben gestaan. Vader trouwens ook en de buurman en oom Ben. Maar toen was de toren nog open en kon je via de trappetjes naar boven klimmen. Nu heeft de gemeente de ingang afgesloten, omdat ze erachter waren gekomen dat mensen van de nieuwe woonwijk de oude Enkatoren beklommen. De Enkatoren is een toren van tachtig meter hoog en staat er nog als restant van de oude afgebroken Enkafabriek.

Waarschijnlijk diende de toren vroeger als schoorsteen.

Milan wil met alle geweld de toren beklimmen. Sophie begrijpt dat hij dit natuurlijk graag aan Richard wil laten zien. “Ga jij ook mee, Sophie?” Richard kijkt haar aan.

“Ik weet niet of ik durf…. Eerlijk gezegd heb ik het nog niet eerder gedaan, vooruit dan!” Sophie wil niet achterblijven.

“Het gaat toch niet regenen?” Maaike kijkt bezorgd naar de lucht.

Een voor een klimmen ze via de ladder omhoog de toren in en komen dan op het eerste plateau. Het is hier nog een beetje licht.

“Kijk Richard, hier zie je de stalen ladder. Om de vijf meter zit een plateau en kun je even uitrusten en dan moet je weer met de volgende trap omhoog.”

Milan gaat eerst. Hij roept nog: “Voorzichtig, want als je valt…”

Daar gaan ze. Achter elkaar. Niemand zegt wat. Het is aardedonker. Hoever zijn ze al? Sophie heeft geen idee.

Het is zwaar werk, het klimmen, en wat duurt het lang.

Waar is ze aan begonnen.

Als ze eindelijk boven zijn, kijken ze hun ogen uit. Wat een uitzicht: prachtig!

“Zullen we weer naar beneden gaan? Het wordt donker.”

Sophie kijkt naar de lucht.

Sophie voelt zich onrustig als ze achter elkaar aan afdalen. Ze hoort het in de verte rommelen.

Opeens gilt Maaike naar onderen: “Schiet eens op, beneden mij, doorlopen”.

“Au! Je staat op mijn vingers.”

“Wie staat er op mijn hoofd?”

“Rustig naar beneden, anders valt er zo nog iemand.”

Het lijkt wel uren later als ze beneden aankomen. De ladder staat er gelukkig nog en één voor één helpen ze elkaar. Op dat moment stopt er een busje. Het raampje gaat open en er verschijnt een hoofd buiten het raam.

“Hé, wat doen jullie hier?”

“Boa’s!”, sist Milan. “Rennen jongens, anders hebben we een probleem. Kom, hierachter kun je het bos in.”

Maaike, Milan, Sophie en Richard rennen zo hard ze kunnen de andere kant uit, het bos in.

Als ze buiten het bereik van het busje zijn, proest Maaike het uit.

Richard zegt: “We hebben wel geluk gehad. Boa’s mogen boetes uitdelen!”

Sophie moet er de rest van de avond steeds aan denken: ‘Geluk gehad? De toren beklimmen? Dat mocht toch helemaal niet?’

Wat moet God wel niet van haar denken (min)?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 2021

Daniel | 36 Pagina's

Sophie Plusminus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 2021

Daniel | 36 Pagina's