De bekering van een TOVENAAR
Uit het dagboek van David Brainerd:
Het is 1746. In zijn eenvoudige woning buigt David zich over zijn dagboek. Hij doopt zijn ganzenveer in de inkt. Zijn gedachten gaan terug naar 9 mei. Hij preekte toen over Johannes 5 vers 40. Gij wilt tot Mij niet komen opdat gij het leven moogt hebben. Dan beschrijft de zendeling onder de indianen wat er op deze dag gebeurde. “Ik doopte een man die een tovenaar en een moordenaar geweest was.”
Opnieuw gaat de ganzenveer in de inktpot. “Hij kwam al langere tijd onder de prediking. In dronken toestand vermoordde hij een jonge indiaan. Daardoor was hij de wanhoop nabij. In een persoonlijk gesprek bemoedigde ik hem dat zijn zonden vergeven konden worden.” David stopt even met schrijven en staart de schemering van zijn kamer in.
Dan vervolgt hij: “Hij zei van zichzelf dat hij wat groots was. Verder hield hij vast aan zijn kunstgrepen en oude toverformules. De indianen dachten dat hij grote macht had. Omdat ze veel ontzag voor hem hadden, verzetten de indianen zich tegen het aannemen van het Evangelie. Toen mijn tolk gedoopt werd, was hij echter diep onder de indruk. Daarna verliet de tovergeest hem. Hij was heel de winter verdrietig, omdat hij voelde dat hij verloren was. Het Woord van God dreef hem in een scherpe hoek. ‘Het is verloren, alles verloren’, zo zei hij. Toch was het voor mij duidelijk dat hij ook hoop had. Hij hoopte op de genade van God in de Heere Jezus Christus. Toen zei hij op een dag: ‘Ik hoor u graag spreken over Christus in Wie genoeg is voor allen’.
Een week later was hij er weer tijdens een openbare dienst. Toen kreeg hij een gezicht op de heerlijkheid van Christus. Dit deed hem smelten in tranen en vervulde hem met verwondering, vertroosting, vrede en lof tot God”.
David Brainerd legt verwonderd zijn ganzenveer neer. Hij laat de inkt drogen door er voorzichtig over te blazen en wat fijn zand op te strooien. Dan buigt hij zijn knieën en dankt Hij zijn grote Meester.
Uit het dagboek van R.M. McCheyne van juni 1832
Het is zesentachtig jaar later als een andere jongeman de ganzenveer opneemt. Hij heeft zojuist het dagboek van David Brainerd gelezen. Dan schrijft hij in zijn eigen dagboek. Het is net alsof hij tegen Brainerd spreekt: “Wat een wonderlijke man was David Brainerd. Wat een strijd, benauwdheid, verlatenheid, kracht, vooruitgang en overwinningen hebt u meegemaakt! Ik kan geen woorden vinden om uit te drukken wat ik voel als ik aan u denk. Vanavond was mijn hart meer dan ooit met de zendingstaak vervuld”. Ook de jonge Robert buigt zijn knieën.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2021
Daniel | 36 Pagina's