JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Sophie Plusminus -

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sophie Plusminus -

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoihoi, ik moet even van mezelf afschrijven. Mijn dag was niet best. Maaike is flauwgevallen in de filmzaal van de bioscoop. Het komt vast van het lijnen, waar ze zo fanatiek mee bezig is. Maaike mocht van haar geloof niet naar een bioscoop en ze heeft tegen haar ouders erom gelogen. Het is mijn schuld (min), want ik had het geregeld. Nu heeft ze straf en ze mag ook niet meer met mij omgaan (min).

Met knallende pijn in haar hoofd loopt Sophie de trap af naar beneden. “Wat zie jij er uit?” Vragend kijkt Milan haar aan. Ze voelt de tranen komen. “Oh niets, een beetje hoofdpijn.”

Milan kent haar door en door. Sophie ziet dat hij haar niet gelooft, maar ze zegt verder niets, smeert haar brood en vult een flesje met frisdrank. “Wat ga jij vanmiddag doen?”, vraagt ze.

“Eigenlijk moet ik nog om schoenen.” Geeuwend rekt Milan zich nog eens uit. “Sneakers wil ik graag. Van die zwarte met een dikke zool. ‘k Zie wel of er nog van komt. Hoe laat ben jij uit?”

Sophie is op vrijdag altijd vroeg uit. Het leuke is dat haar moeder op vrijdag niet werkt. Ze poetst dan wel haar huis, maar Sophie geniet er altijd van als ze thuiskomt. Wacht eens, het is vandaag vrijdag!

Een kort moment denkt Sophie even niet aan alles van de vorige dag, maar dan komen er weer min-gedachten terug: het is haar schuld. Zij had nooit Maaike mee moeten nemen naar de bios. Het was haar idee. Zij wilde zo graag iets regelen om naar de kerk te kunnen. Nu kan ze het allemaal wel vergeten (min).

Moeder heeft niets in de gaten, de lieverd. Gelukkig maar! Als Sophie aan het begin van de middag binnenstapt heeft ze al drinken ingeschonken en er staan zowaar twee gebakjes op de salontafel (plus). “Wat lief, mam, heerlijk.”

Moeder stelt voor om nog even de stad in te gaan. Papa is bijna jarig en hij moet nieuwe pantoffels. “Wat een leuk cadeau, maar niet heus”, reageert Sophie. “Je weet niet half hoe belangrijk pantoffels zijn voor een man als hij thuiskomt, zodat hij ze de rest van de avond kan aanhouden”, lacht moeder.

Ja, dat is waar. Het is zo ongeveer het eerste wat haar vader doet als hij thuiskomt: zijn pantoffels aantrekken. Hij legt dan zijn voeten op het bankje, dat moeder speciaal heeft laten maken, zodat hij ze niet meer op de salontafel hoeft te leggen. Het grappige bij de buren is dat buurman Ocker precies dezelfde afwijking heeft. De buren (allemaal minnen), ze wil er niet aan denken. Sophie voelt de hoofdpijn weer opkomen.

Even later lopen ze gearmd langs de winkels. Opeens ziet moeder een schoenwinkel waar pantoffels in de etalage staan.

“Kom op Sophie. Hier gaan we naar binnen.” Een er buitenlands uitziende winkelbediende lacht hen vriendelijk toe. De pantoffels zijn zo gekocht. Ineens staat

Sophie met sneakers in haar handen. “Hier mam, deze wil Milan hebben. Kijk dan, het is een aanbieding.”

“Het is zijn maat”, zegt moeder, die binnenin de schoen de maat ziet staan.

“Een leuke aanbieding. Ik ben een vermogen kwijt aan al die schoenen van mijn twee kinderen”, verzucht ze tegen de man.

“Geen probleem”, zegt de verkoper met een buitenlands accent. “Neemt u ze gerust op zicht mee naar huis.”

“Echt?”, zegt moeder. “Dus ik kan ze nog ruilen? Dat is fijn, dank u wel.” Ze pakt haar portemonnee om te betalen.

“Dat hoeft niet”, hoort Sophie de man zeggen. “Betaal maar, als u zeker weet dat ze goed zijn.”

“Heel aardig meneer, maar laat ik ze nu maar betalen. Als ze wel goed zijn, hoef ik niet terug.”

Als ze de winkel uitgelopen zijn, zegt moeder: “Als Milan nog eens wat tegen buitenlanders heeft. Hier kunnen wij wat van leren!”

Gearmd lopen ze verder. Moeder wijst naar links. “Bij de Xenos moet ik nog wat ruilen, Sophie. Zie je die rij daar bij de klantenservice? Als jij nu even naar de Hema loopt voor twee rookworsten? Die heb ik nog nodig. We eten vanavond boerenkool en ik heb helemaal geen worsten meer in huis.”

“Goed mam, ‘k ga al. Die worsten verkopen ze toch buiten aan de straat?” Moeder kijkt naar de overkant, maar Sophie is al weg. Bij de worsten is het gelukkig minder druk. Als ze heeft betaald en zich omdraait krijgt ze een foldertje van twee studenten in haar handen geduwd. “Goeiedag, we willen u wat vragen. Gaat u wel eens naar de kerk?”

Wat een vraag…

“Kijk”, zegt de man, “Dit is ons kerkgebouw. Het gebouw staat aan de andere kant van de stad. We zijn een fijne gemeente en we willen meer bekendheid. Vandaar mijn vraag. Geloof jij in God?”

Sophie kijkt de man wazig aan en herkent dan het kerkgebouw dat ze Maaike pas aanwees.

Ze hakkelt: “Hoe kan ik in God geloven als ik niet weet wie Hij is?” Die man moest eens weten (min).

Lachend kijkt de hij haar aan. “Daar heb je gelijk in.” Sophie luistert naar wat de student staat te vertellen. Ze begrijpt er niet veel van. De man geeft haar wel een kaartje.

“Kijk, op de achterkant staan de tijden van onze kerkdiensten. Hartelijk welkom.”

Nee maar, dat is een uitnodiging voor een kerkdienst! Ineens gaat er een schok van blijdschap door Sophie heen. Zou God hiervoor gezorgd hebben? Want anders was ze deze studenten toch niet tegengekomen? Dit kaartje heeft ze van Hem gekregen.

Voorzichtig stopt ze het in de binnenzak van haar jas. De rits doet ze stevig dicht.

“Met wie stond je te praten?”, vraagt moeder die aan komt lopen.

“Oh, met een paar studenten”, zegt Sophie. Moeder vraagt niet verder.

“Is het leuk op je nieuwe school, Sophie? Heb je al vriendinnen?”

“Ik zit bijna elke les naast Anna. Ze is heel aardig. En niemand van de meiden negeert me, of is vervelend. Ik heb het gevoel dat ik net als de anderen mag zijn. Het is zo fijn, mam.”

“Moeder kijkt haar stralend aan. Echt heel leuk voor je, Sophie!”

Gezellig kletsend komen ze thuis.

Sophie besluit om maar niet aan haar ouders te vragen of het een goed idee is om zondagmorgen naar de kerk te gaan. Niet dat ze bang is dat het niet mag, maar ze begrijpen het vast niet.

Als ze nu eens zondagmorgen gaat fietsen? Dan kan ze zonder dat ze het merken naar zo’n kerkdienst. Of zal ze iets anders verzinnen? Sophie weet het niet. Ze moet er eens goed over nadenken.

“De boerenkool smaakt heerlijk. Waarom heb je niet wat meer worsten meegebracht, mam!”

“Nou, Milan, we hebben wel schoenen voor je gekocht”, zegt moeder. “Wat vind je daar van?”

“Echt, mag ik eens kijken?” Milan schuift zijn stoel al naar achteren.

“Eerst je bord leeg.” Vader houdt niet van geloop aan tafel. Er zijn al zo weinig momenten dat ze als gezin eens gezellig bij elkaar zitten. Mopperend blijft Milan zitten.

“En raadt eens bij wie we de schoenen gekocht hebben?” Sophie laat Milan raden. “Stop maar, je raadt het toch niet.” “Bij de vriendelijkste Marokkaan van Nederland!”, zegt Sophie lachend.

“Hoe is het mogelijk”, roept Milan als hij het verhaal hoort. “Uitzonderingen bevestigen…” Maar deze zin spreekt hij niet verder uit, want vader kijkt hem al dwingend boos aan. En daarom zegt Milan: “Daar ga ik nog eens heen, naar zo’n Turk.”

“Marokkaan”, verbetert Sophie.

De hele avond piekert ze erover hoe ze het zondagmorgen zal gaan aanpakken. Hoe kan ze naar de kerk gaan, zonder dat haar ouders het merken?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2021

Daniel | 36 Pagina's

Sophie Plusminus -

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2021

Daniel | 36 Pagina's