Zolang de zon en maan zullen zijn
Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht. Hij zal nederdalen als een regen op het nagras, als de droppelen die de aarde bevochtigen (Psalm 72:5-6).
Zij zullen u vrezen, van geslacht tot geslacht… Altijd zal er op aarde een overblijfsel zijn naar de verkiezing der genade (Rom. 11:5). Deze vriendelijke, troostvolle belofte wordt door twee tekenen gepredikt: door de zon en de maan. Beide hemellichamen werden geschapen op de vierde dag (Gen. 1:16). Beide tekenen verkondigen aan het firmament de gewisse belofte. Daarover staat in de kanttekening: “Zolang als de wereld zal staan, zult gij, o God, Uw kerk onder de regering van de Messias op aarde hebben, die U zal eren en dienen”.
Twee opmerkelijke tekenen
De zon en de maan vormen een eenheid en worden daarom in één adem genoemd. Veel dingen blijven een mens onbekend, maar van de zon en maan weet iedereen. De zon en maan komen in ieders leven vrijwel dagelijks terug. De zon en maan prediken dag én nacht door: Zij zullen U vrezen.
Dezelfde zon en maandag
Een mens is van zichzelf een vergetelijke hoorder. Hoe ernstig de tekst ook was en hoe indringend de preek, hij weet het zich op maandag haast niet meer te herinneren. Ook na ontvangen genade is het nauwelijks beter. We zijn botte mensen – we willen niet vernederd worden, afhankelijk zijn en door genade gered worden.
Werd met schuld en smart ingeleefd: Wie zal er een reine geven uit een onreine? Hebben we leren afzien van onszelf en van alles wat op aarde is? Mochten we wel eens omhoog zien en daar Gods belofte lezen? Predikten de grote tekenen van zon en maan je wel eens het grote wonder van ‘s Vaders verkiezend welbehagen in Christus? Dezelfde zon en maan beschenen Adam, Noach, Abraham, Jesaja, Maleachi, Augustinus en de godvrezende voorgeslachten. Hoe donker en benauwd het ook op aarde wordt, er zullen niet alleen bozen zijn; altijd zullen zon en maan – ook in 2021 – enige goeden beschijnen (vgl. Matth. 5:45).
Niet door kracht
Christus’ zaligmakende arbeid door Woord en Geest wordt in de tekst vergeleken bij een regen. Niet een zware regen die als een vloed de aarde geselt (Luk. 6:48), maar een regen die de dor-dode weide met kleine druppels langzaam, maar zeker geheel doorvochtigt. David gebruikt tere woorden, lieflijk en vriendelijk. Het geschiedt niet door kracht, noch door geweld, maar door Gods Geest. Nadat een milde, zacht-nederdalende regen de aarde heeft besproeid en doortrokken, worden kleine uitspruitsels zichtbaar: de weide wordt verassend snel fris en groen. Onherkenbaar, er is leven! Voor een doorn zal een dennenboom opgaan, voor een distel zal een mirtenboom opgaan (Jes. 55:13).
Vrije genade
Wat deed de stokbewaarder nadat de grote Koning hem onder Zijn heerschappij had gebracht? Hij nam Paulus en Silas tot zich in dezelve ure des nachts, en wies hen van de striemen… (Hand. 16:33). In de voornacht had hij hen wreed gegeseld. Had iemand toen tegen hem gezegd: “Voor het opgaan van de zon zult u wensen dat die bloedige striemen op uw eigen lichaam zaten, ja u zult ze met uw tranen wassen” – hij zou het voor dwaasheid gehouden hebben.
De uitbreiding van Gods Koninkrijk is de zaak van de Koning. O wonder van Gods genadig welbehagen: er zal nagras zijn! Is het ook jouw voortdurend gebed (vs. 1, 15)?
Blijven aan Uw dienst geheiligd, Daar Uw goedheid hen beveiligt (Ps. 102 vers 16).
Waar kun je om bidden?
Wat leert dit over de Heere?
Wat is de boodschap voor jou?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2021
Daniel | 36 Pagina's