Sophie Plusminus -
Hoi, ik ben Sophie en ik ben sinds kort verhuisd van Delft naar Ede. Op de lagere school werd ik volgens mijn moeder gepest en daarom denk ik in plussen en minnen. Best lastig soms. We hebben een fijn huis en ook aardige buren. Ze zijn streng gelovig en ik ben best een beetje nieuwsgierig naar hun geloof, naar hun God. Zou God min zijn of plus?
denkt Sophie. ‘Het gaat zo vast regenen.’ Er komt een donkere lucht aan. ‘Doorfietsen’, Bij de stoplichten moet ze even wachten. Hé, ziet ze daar Maaike? Of niet? Voor haar steekt een meisje met donkere krullen de weg over. Ze heeft een bruine tas voorop haar witte fiets. Haar bruine laarsjes staan leuk bij haar gekleurde outfit. Ja, dat is echt Maaike.
Zodra het licht op groen springt, fietst Sophie verder. Kijk, Maaike zwaait, stopt en wacht even op Sophie. “Hoi, hoi!”, roept Sophie. “Waar zit jij op school? Kijk, mijn school is hierachter, het Olgacollege. Of zit jij daar ook op?” Maaike kijkt Sophie onzeker aan. “Ik zit op het Calvijncollege in Ede-Zuid. Helemaal aan de andere kant van de stad. Gezellig, nu kunnen we het laatste stuk samen fietsen. Fiets jij vaker alleen? Hoe laat was jij uit?” Sophie schiet in de lach. Wat een vragen. Maaike zegt verder niets over haar school. Vond Maaike het misschien een stomme vraag (min)?
Maar Maaike kijkt Sophie hartelijk aan. “Als we elkaar appen kunnen we misschien vaker samen fietsen.” Sophie pakt haar mobiel en ze wisselen al fietsend elkaars 06-nummers uit en raken niet uitgepraat over hoe het mogelijk is dat als je bruine krullen hebt, je juist graag blond en plat en lang haar zou willen hebben en andersom. Sophie vindt haar blonde haar maar knap lastig.
“Milan vindt mij net een wit konijn.”
“Milan?” Maaike kijkt geïnteresseerd naar Sophie. “Zegt ‘ie dat?”
Inmiddels zijn ze het bos uit en ze rijden Ede binnen. “Hoe laat is het?” Sophie kijkt op de klok van de kerktoren waar ze net voorbij fietsen.
Ze ziet Maaike ook kijken, zou dat hun kerk zijn? Het is wel de andere kant van de stad. Gewoon vragen, Sophie, denkt ze bij zichzelf.
“Is dat jullie kerk?” Vragend kijkt ze Maaike aan.
“Huh…wat? Onze kerk? Je bedoelt die daar? Nee.”
Maaike heeft het ineens druk met haar mobiel.
“Was haar vraag stom? Mag je zo iets niet vragen (min)?” Het kan Sophie ineens niets schelen. Ze vraagt het gewoon.
“Zeg, Maaike, vind je het stom, dat ik dat vroeg over die kerk net. Ik ben best een beetje nieuwsgierig naar jullie… eh... geloof?”
“Echt?” Nu kijkt Maaike wel op en ze stopt zelfs met fietsen.
“Nou”, zegt Maaike. “Eigenlijk dacht ik dat jij het misschien wel stom vindt, dat we naar een kerk gaan. En …”
“Nee joh, hoe kom je erbij.” Sophie ziet in gedachten het nare stukje op internet voor zich.
“Oh, oké”, zegt Maaike. “Heb je nog nooit een kerk van binnen gezien?”
“Jawel, we gaan wel eens naar een concert, maar een kerkdienst over jullie geloof, dat niet.” Zou ze het zo goed zeggen? “Bedoel je echt dat je het leuk zou vinden om mee te gaan naar een kerkdienst?”, vraagt Maaike lacherig en ze schudt tegelijk haar hoofd.
“Laten we liever een keer samen gaan winkelen in de stad”, stelt Maaike voor. “Ja, dat zou leuk zijn.” “Ik app je nog wel!”, roept Maaike. “Ik heb veel huiswerk en jij?”
“Alleen een toets voor bio en nog wat maakwerk”, antwoordt Sophie.
Maaike is de poort al binnen.
Sophie gooit haar tas in de gang, ze loopt naar de koelkast en schenkt een glas drinken voor zichzelf in. Als Sophie op de bank zit en een slok van haar cola neemt, hoort ze Milan de trap afkomen.
“Ha”, zegt Sophie. “Lust jij ook wat drinken?”
“Ja, lekker! Ik mag het zelf inschenken, zeker?”, roept hij vrolijk. “Zijn er nog koeken?”
Als Milan uit de garage komt met een onaangebroken pak, vraagt Sophie: “Milan, heb jij wel eens een kerk van binnen gezien? Als je niet-gelovig bent, mag je daar dan komen, wat denk jij?”
“Echt iets voor jou, om over zoiets na te denken!”, reageert Milan. “Het lijkt mij, dat van een God echt wel iedereen mag komen. En jij zeker!” Milan lacht naar haar. Milan is altijd plus. Op de lagere school was ‘ie onmisbaar.
“Zeg Milan, Maaike vroeg of je... Oh... Nou, laat maar.” “Wat vroeg Maaike?”
“Oh, waarom jij mijn konijnenhaar niet mooi vindt, nou goed?”
Wacht eens, ze heeft een idee. Ze pakt haar mobiel en appt:
Hoi Maaike,
Heb je zin om n keer mee te gaan naar de bios. Milan weet wel een leuke film en tlijkt mij ook leuk en kan ‘k dan miss een x mee met jou naar de kerk? Byby Sophie ;-)
Het duurt niet lang of er komt een appje terug:
Helemaal Toppie!!;-) Maaike
Het is een week later. Sophie heeft het geregeld. Milan, Maaike en Sophie wachten in de rij voor de kassa. Maaikes ogen glimmen.
Sophies ogen glimmen niet. Zenuwachtig wiebelt ze van haar ene hak op de andere. Maaike heeft tegen haar moeder gezegd dat ze zou gaan winkelen. “Anders mag ik niet”, had Maaike gezegd. En nu gaan ze stiekem naar de film. Ze heeft er helemaal niet bij nagedacht.
De lampen gaan uit, het wordt donker en de film begint. Ze zitten goed, links van het midden.
Maaike geeft Sophie een knijpje in haar arm. “Te gek, Sophie. Weet je wel hoe mooi.”
Sophie schuifelt ongemakkelijk op haar stoel heen en weer. Plotseling, als de film bijna is afgelopen, gebeurt er iets naast Sophie. Ze voelt opeens het hoofd van Maaike tegen haar schouders en Sophie hoort haar zwaar ademen. Ze pakt Maaike vast.
“Maaike, wat is er…”
Milan springt over een stoel en trekt een bioscoopmedewerker aan z’n mouw. Twee minuten later komen ze met een brancard. Ze leggen Maaike erop. Zwaar gaat haar adem. Sophie staat te trillen op haar benen van schrik. Milan belt naar huis. “Mam, Maaike is flauwgevallen. Zeg het even tegen Gerda. Is Ocker nog niet thuis? Nee, geen idee wat er aan de hand is. Geen paniek, mam.”
Sophie en Milan lopen achter de brancard aan naar buiten. Een ambulance stopt vlak bij de ingang en twee broeders springen eruit. Maaike doet haar ogen open en zegt: “Ik heb hoofdpijn… is... Is de film al klaar?” “Hier, meisje, drink maar eens wat. Kun je je glas vasthouden?”
Op dat moment stopt de auto van moeder naast de ambulance. Gerda vliegt op de brancard af. “Maaike toch, wat is er met je?”
“Ze is flauwgevallen in de filmzaal, mevrouw.” De chauffeur van de ambulance spreekt de zenuwachtige Gerda rustig toe.
“Filmzaal? Waar moet ik je nu toch vandaan halen? Je was toch aan het winkelen?”
“Mam…” Maaikes stem bibbert. Gerda vraagt niet verder.
Een paar uur later, nadat ze thuis heeft gegeten, loopt Sophie naar de buren. Terwijl ze de deur open wil doen krijgt ze een appje:
Mijn moeder is woest dat ik naar de bios was en nu mag ik niet meer met je omgaan t zakt wel weer echt bale en t komt goed xxxx;-((Maaike
Het is of Sophie een klap in haar gezicht krijgt. Ze loopt terug naar buiten, door de tuin, de poort door terug naar huis. Ze gaat direct naar boven en valt dan op bed neer (min, min, min).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021
Daniel | 36 Pagina's