Het was zo mooi
De pieper gaat! A1. Spoed dus. Even later rijd ik de ambulancepost uit. Halverwege de rit vraag ik per mobilofoon ‘een brug’. Niet dat die er al niet ligt. Maar via onze meldkamer -die een kort lijntje naar de regionale brugwachter heeft- vraag ik om een brug op mijn route plat te houden. Dat scheelt aanrijdtijd. Vandaag mag ik zelf sturen. Rapid Responder staat er op mijn voertuig. Ik ben in m’n uppie op pad met een auto die eruitziet als een kleine ambulance. Zonder brancard en nog wat andere apparatuur, maar toch met genoeg spulletjes om in de meeste gevallen de patiënt van alle nodige hulp te kunnen voorzien. Korte tijd later parkeer ik. De blauwe lampen gaan uit.
Ik stap naar binnen. Wat een paniek! Onrustig beent mevrouw door de kamer. Ze heeft het gevoel dat haar levenseinde zeer nabij is. Als mevrouw uiteindelijk even kan zitten, begin ik de vitale functies te controleren en met allerlei vragen en testjes de situatie op een rij te zetten. De uitslag valt mee. Aan de lichaamsfuncties hapert weinig. De draden van de hartmonitor gaan weer los. Mevrouw voelt zich bevrijd en staat onmiddellijk weer op om haar rondjes te vervolgen. Ik pak een stoel en ga er demonstratief bij zitten. Niet echt een werkhouding. Misschien een raar gezicht, maar ik hoop dat mevrouw mijn voorbeeld volgt. En warempel! Even later ploft ze neer op een bank. Ik heb een sterk vermoeden van het eigenlijke probleem. De draaglast lijkt hier veel meer dan de draagkracht. We raken aan de praat. Een lang verhaal. Het was zo mooi. Verliefd, verloofd, getrouwd en geboorte. Goede baan. Grote auto. Mooie villa. Groots saldo. Als een zeepbel. Aan alle kanten blonk het. Geen gebrek aan enig goed. Maar wel aan God! Op papier -de Bijbel- was Hij er wel. Maar in praktijk was Hij er niet. Ooit was er geen plaats in de herberg. In die mooie villa was het precies hetzelfde.
Maar nu? Nu ligt alles aan gruzelementen. De baan. De auto. De villa. Het saldo. En uiteindelijk ook het huwelijk. En met name dat laatste doet veel pijn. In alle opzichten verwachtte haar man alles van haar. En dat kon hij krijgen. Meestal tenminste. Op papier was ze immers getrouwd. Maar in praktijk was ze alleen gebleven. Inmiddels is de zeepbel uiteengespat. Mooi was de buitenkant, lucht was de binnenkant. Luchtig. Leeg. Geen échte inhoud. En eigenlijk was dat nooit anders geweest. Vóór de geboorte van hun dochter. Vóór de trouwdag. Vóór de verloving. Vóór de verkering. Ik zit erbij en luister. Niets anders. De paniek lijkt een beetje weggezakt. Voor hoelang? Ik vertrek. Met m’n spulletjes. En een heel verhaal in mijn achterhoofd
Ben je verliefd? Verloofd? Heb je verkering? Heb je dat allemaal niet, maar hoop je dat in de toekomst wel te krijgen? Ik zou je na zo’n verhaal als hierboven, allerlei adviezen willen geven. Maar je kent ze waarschijnlijk al. Ik had je willen zeggen dat de binnenkant van iemand onnoemelijk veel belangrijker is dan de buitenkant. Maar dat weet je al. Dat geld en goed niet gelukkig maakt. Maar dat is geen nieuws voor je. En dat zorgen om karakter en persoonlijkheid niet vanzelf verdampen als je trouwt. Een inkoppertje natuurlijk. Maar toch eentje dan. Die je kent, maar die niet genoeg herhaald kan worden! Ga je weg van verkering en alles wat daarop kan volgen, mét God! Dat neemt de draaglast niet altijd weg. Maar dan draag je die nooit alleen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 2020
Daniel | 32 Pagina's