Mijn God sprak mij vrij...

Na een paar dagen sterft moeder. James is dan nog maar zeven jaar. Toch is er niet alleen verdriet. De moeder van James was een kind van de Heere. Voor haar was het niet erg om te sterven, ze mag nu bij de Heere zijn.

James wordt ook ziek. Hij krijgt hoge koorts. Zijn zus Margaret zorgt voor hem. Zij denkt vaak aan sterven. Margaret heeft een nieuw hart van de Heere gekregen. Vaak zegt ze tegen James: “James, je hoeft niet oud te zijn om te sterven. Jonge mensen kunnen ook sterven”. James denkt daaraan als hij ziek is. Maar als hij na een poosje weer beter wordt, vergeet hij de woorden van Margaret weer.

James is nu elf jaar. Hij is een stille jongen. Thuis is hij heel rustig en niet zo ondeugend, maar als hij bij zijn vrienden is, vloekt James vaak. Hij heeft een boos hart, net als alle mensen.

Soms, als James in de kerk is geweest, is hij verdrietig. Dan weet hij weer dat hij een nieuw hart moet krijgen. Margaret vraagt: ”James, bid je wel om een nieuw hart?” “Ja”, knikt James. “Dat doe ik.”

Dan komt er een dag dat de Heere tot James spreekt! Hij heeft niet met zijn hart naar de Heere gevraagd en toch wil de Heere hem genadig zijn. Nu weet James dat hij zo niet kan sterven! Hij heeft de Heere nodig!

James moet vaak naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis leest er niemand in de Bijbel. Wat vindt James dat erg! Toch vergeet James bijna dat hij ziek is. Hij is zo verdrietig, zijn ziel moet gered worden!

Een paar dagen later komt dominee McCheyne op bezoek. De dominee zegt: ”James, de Heere Jezus is in de wereld gekomen om zondaren zalig te maken. Ook jou, James”. Die dag zit James veel op zijn knieën. Hij zoekt de Heere Jezus. James bidt lang. Na een hele poos zegt hij tegen Margaret: “Ik geloof dat Jezus voor mij is gestorven. Hij heeft zijn bloed vergoten voor zondaren. Ik heb gebeden of Jezus Zijn bloed een beetje op mij wil sprenkelen. Dat heeft Hij gedaan!” James pakt de Bijbel en leest in Romeinen 5: Christus is voor ons gestorven, toen wij nog zondaars waren. “Nu ben ik niet meer bang voor de dood, Margaret, want Jezus is voor mij gestorven.”

James wordt steeds zieker. Hij ligt veel op bed. Dominee McCheyne komt veel bij hem op bezoek. James houdt veel van de dominee. Hij vertelt James veel uit de Bijbel. James luistert goed. Dominee vertelt ook uit Hooglied 1 vers 5: Ik ben zwart, doch liefelijk. James zegt: “Ik ben zwart in mijzelf, zo zwart als de hel. Maar in Jezus ben ik schoon, schoner dan de zon!”

Soms komen er ook kinderen bij James. Dan waarschuwt James hen ernstig. De kinderen luisteren stil en zijn erg onder de indruk. Maar de meeste kinderen zijn het al snel weer vergeten. Dat vindt James heel erg.

Op een dag komt er een bekeerde vrouw op bezoek bij James. Zij neemt vaak bloemen mee voor James. Vandaag heeft ze een heel mooie bloem meegenomen, een lelie. James houdt de lelie vast en bekijkt hem goed. Wat is de lelie mooi... Dan zegt James: “De wereld denkt dat God niet bestaat, maar deze bloem zegt dat God bestaat, want mensen kunnen deze bloem niet maken”.

Op 11 juni 1842 sterft James. Hij mocht bijna veertien jaar worden. De Heere vindt het genoeg. Voor James is het niet erg om te sterven. Hij mag voor eeuwig bij de Heere zijn. Daar kan hij geen zonden meer doen. Daar is geen dood meer. Daar mag hij eeuwig leven. Tot Gods eer! Zul je net als James veel om een nieuw hart vragen? De Heere bekeert ook kinderen. Nu kan het nog!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen