Als een hand…
“Alsjeblieft”, zegt je vader. Je kijkt hem aan. Je steekt je hand uit en houdt hem open. Papa legt er een heerlijke bonbon in. “Die is voor jou! Eet maar lekker op.” Deze bonbon is écht voor jóu. Papa heeft hem speciaal aan jóu gegeven. Dan mag jij hem hebben. Je hebt deze bonbon gekrégen. Niet zelf uit het doosje gepakt. Je hebt er netjes op gewacht. Als je zó iets krijgt, gaat het vanzelf. Dan mag je het aanpakken, dat is niet brutaal. Papa heeft het zélf gezegd.
Het gaat deze keer over het geloof. Dat is een best moeilijk thema. En toch, óók voor jullie, lévensbelangrijk. Daarom zoeken we samen naar voorbeelden in de Bijbel, zodat we meer leren over geloof.
Abraham is het bekendste voorbeeld van een man met geloof.
Lees Genesis 12:1-4 en Hebreeën 11:8.
Denk je eens in: hoe kun je je land, je familie, zelfs het gezin waarin je geboren bent achterlaten om naar een totaal onbekend land te gaan? Daarvoor krijgt Abraham gehoorzaamheid en vertrouwen van de Heere. Ook belooft de Heere hem een zoon, ja een groot volk als nageslacht. Terwijl Sara geen kinderen heeft en al oud geworden is… Abraham krijgt verwachting.
Hoe kan dat? Zou je dat zelf kunnen proberen? Jezelf steeds inpraten dat het goed komt, dat het wel zal gebeuren…? Nou, misschien een poosje. Er zijn mensen met een tijdgeloof. Maar als het héél lang gaat duren… Als het steeds moeilijker wordt. Onmogelijk zelfs? Nee, dan kun je niet denken dat het goed komt. Dan gaat het tijdgeloof over. Eén van de discipelen heeft een paar jaar in de Heere Jezus geloofd. Maar toen duidelijk werd dat Hij geen aardse Koning was en het anders ging, veranderde zijn tijdgeloof zelfs in afkeer… Welke discipel was dat?
Er zijn ook mensen met een wondergeloof. Zij kwamen bij de Heere Jezus om gezond te worden. Ze geloofden dat Hij het kon. En Hij genas hen. Maar daarna hadden ze Hem niet meer nodig en gingen ze verder met hun eigen leven. Komt dat soms ook niet dicht bij ons eigen leven? Geloof kun je dus niet zelf maken. Dan is het geen echt geloof. Het echte geloof krijg je van de Heere. De Heilige Geest legt dat in het hart. Dat gaat er nooit meer uit. Dat echte geloof noemen we het ‘waar zaligmakend geloof’.
Soms is dat geloof klein. Net als een kaarsje waarvan je bijna niet ziet dat het brandt. De Heere Jezus zegt in Matthéüs 14 tegen Petrus: “Gij kleingelovige, waarom hebt gij gewankeld?” Petrus keek niet meer naar de Heere Jezus, maar werd bang voor de storm en het water en zakte weg in de zee…
Zoek eens op in Genesis 16.
Abraham is daar ook een kleingelovige. Hoe merk je dat in zijn leven?
De Heere is getrouw. Hij zal de rokende vlaswiek niet uitblussen (Jes. 42:3). Je kunt zeggen: ‘het rokende lontje niet uitblazen’.
Kijk maar bij Thomas in Johannes 20:27-28.
“Wees nietongelovig, maar gelovig.” En wat is het geloof van Thomas dan ineens groot. Er is geen enkele twijfel meer!
Heidelbergse Catechismus zondag 7 – vraag 21
Wat is een waar geloof?
Een waar geloof is niet alleen een stellig [zeker] weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houd wat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een vast vertrouwen, hetwelk de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is, uit louter [alleen] genade, alleen om der verdienste van Christus wil.
Wil je een kleurplaat kleuren over Abraham?
Op de website bijbelsopvoeden.nl/product/ bijbel-genesis12-22-kleuren/ staan acht kleurplaten waar je een kleurboekje van kunt maken.
In Zondag 7 van de Heidelbergse
Catechismus gaat het over het ware geloof. Samengevat: God geeft Zijn kind vergeving van zonden. Ook mag hij eeuwig bij Hem wonen. Alleen omdat de Heere Jezus dat voor hem verdiend heeft.
Denk nog eens aan het voorbeeld. De Heere legt dit alles in de hand van het geloof. Zo mag Gods kind het krijgen en aanpakken. Nu begrijp je waarom het geloof (die hand) zo belangrijk is! Levensbelangrijk…
DOE–OPDRACHT
In de Catechismus staat een heel belangrijk woord dat bij het geloof hoort. Dat is VERTROUWEN. Dat ken je vast wel. Vertrouwen is er ook tussen mensen. Tussen jou en je ouders. Voel maar eens…. Je vader of moeder staat achter je. Als hij of zij ‘ja’ zegt, laat je je achterover vallen… En dan val je veilig in de sterke armen van papa of mama! Want je weet het zeker: hij of zij zal je nooit laten vallen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2020
Daniel | 32 Pagina's