De Heere ziet HET HART AAN
Op een ochtend zit de boer op de stoep voor zijn huis. Hij leest uit de Bijbel: Ik zal Rahab en Babel vermelden, onder degenen, die Mij kennen; ziet, de Filistijn, en de Tyriër, met den Moor, deze is aldaar geboren (Psalm 87:4). Hij slaat zijn Bijbel dicht en kijkt om zich heen. Wat heeft hij het toch goed.
Dan wordt de boer gestoord door zijn knecht. Nikkie, heet deze man. Hij werkt al jaren op de boerderij en mag op zondag meeluisteren als de boer uit de kinderbijbel voorleest. Hij luistert dan eerbiedig. Soms vraagt hij wat aan Nellie, het dochtertje van de boer: “Nellie, zou het uitmaken voor de Heere Jezus dat ik niet wit van huidskleur ben?” Nellie weet dat niet, zij is nog maar zes jaar. Op een morgen zijn er vier schapen weg. Nikkie vertelt dat aan de boer. De boer denkt dat het de schuld van Nikkie is. “Dan heb jij zeker liggen slapen,” brult de boer. “Nee baas, ik heb niet geslapen.” De boer wordt woedend en grijpt naar zijn zweep. Hij haalt uit en slaat hard op de rug van Nikkie.
De volgende dag rijdt de boer op zijn paard over de landerijen. In de verte komt een vrouw aanrennen. Zij zwaait wild met haar armen. “Baas, Nellie is weggelopen en ik kan haar nergens vinden.” Wat schrikt de boer! “Baas, Thomas zei dat Nellie bloemen ging plukken bij de beek.” De boer rilt. Door de vele regen die gevallen is, is de beek niet rustig en kalm, maar is het een wilde bergstroom geworden. Dat is veel te gevaarlijk voor Nellie!
De boer jaagt zijn paard de heuvel op. In de verte ziet hij Nellie. Hij roept, maar ze is te ver weg om hem te kunnen horen. Dan gebeurt waar de boer bang voor is… Nellie valt voorover in het water…
Vanuit zijn ooghoek ziet de boer nog iemand. Het is… Nikkie! Nikkie springt in het water en grijpt Nellie vast. Samen met Nellie probeert hij door de woeste stroom naar de kant te komen. Het lukt! Intussen is de boer bij de kant aangekomen. Hij grijpt zijn kind en ziet bloed aan haar handen. Bloed van Nikkie, die tijdens de redding van Nellie gewond is geraakt. De boer verbindt de wond van Nikkie en kijkt hem aan. “Nikkie, ik heb je gisteren geslagen terwijl je onschuldig was. En toch heb je Nellie gered. Hoe kan dat, Nikkie?” Nikkie haalt diep adem en zegt: “Baas, ik wilde haar niet redden. Ik hoorde een stem die zei, ‘bemoei je er niet mee Nikkie, denk aan de zweep’.” “Was er ook nog een andere stem?”, vraagt de boer met trillende stem. “Ja baas, er was nog een stem. De stem van Jezus, die zei: ‘Toon nu dat jij Mij liefhebt‘.” Van ontroering kan de boer niets meer zeggen.
’s Avonds zit de boer op de stoep van zijn huis, samen met Nellie. En wie zit er naast hem? Nikkie! Nikkie mag naast de boer zitten en samen zingen zij het vers dat de boer uit de Bijbel heeft gelezen:
De Filistijn, de Tyriër, de Moren
Zijn binnen u, o Godsstad, voorgebracht;
Van Sion zal het blijde nageslacht
Haast zeggen: “Deez’ en die is daar geboren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2020
Daniel | 32 Pagina's