De woestijnreis
Deuteronomium 32:1-10
Wat is het beeld in de Bijbel?
God heeft Zijn volk Israël, uit Egypte uitgeleid. Mannen en vrouwen, kinderen en oude mensen trokken door het hete, mulle zand op weg naar het Beloofde Land. Het beeld dat je voor ogen hebt, is dat van een lange stoet mensen en dieren. En voorop gaat de ark. De vuur- en wolkkolom wijzen de weg. Het volk geeft ons ook een ander beeld. Een beeld van een groep mopperende kinderen, die voortdurend moet worden onderwezen, gecorrigeerd en terechtgewezen.
Waar werd de woestijnreis voor gebruikt?
Deze vraag heeft verschillende antwoorden. In de eerste plaats kan je natuurlijk zeggen dat de woestijnreis praktisch gezien de weg was uit Egypte naar Kanaän. Dus, die route werd gebruikt om daar te komen. Maar, het is passend om te zeggen dat deze reis door God gebruikt werd als leerschool voor het volk Israël.
Wat betekent dit voor mij?
De woestijnreis wijst jou en mij op een aantal belangrijke dingen:
#1 – De reis is nodig
Daar gaat het volk van Israël. Ze moeten weg uit Egypte. God had Abram land beloofd. Christus zou geboren worden in dit land. De Heere houdt Zijn belofte vast. Israël was de ‘zoon’ van God. Ik heb Mijn zoon Uit Egypte geroepen (Hos. 11:1). Zoals aardse vaders wel eens een kind kunnen beschermen voor een verkeerde weg, zo dacht God het goed, het volk van Israël om te leiden door de woestijn. Niet alleen vanwege hun zonden, dat kwam later. Eerst vanwege de mogelijke vijanden in de woestijnreis. Het volk zou terug willen en ontmoedigd worden. Gods kinderen worden door de Heere uitgeleid uit hun ‘slavenhuis’, de zonde. God heeft hen liefgehad en hen een plaats bereid. Jezus zegt het Zijn discipelen ook: Ik ga heen om u plaats te bereiden (Joh. 14:2). Als je van de Heere een nieuw hart krijgt, ga je de woestijn in. Maar, voordat de aanvechtingen komen, leidt de Heere Zijn kinderen vaak eerst ‘om’, en voedt hen en verkwikt hen. Dat het den volke niet berouwe, als zij den strijd zien zouden, en wederkeren naar Egypte (Ex. 13:17).
#2 – De reis is nuttig
God zegt in Deuteronomium 32:10: Hij vond hem (Israël) in een woestijn, en in een woeste, huilende wildernis; Hij voerde hem rondom, Hij onderwees hem, Hij bewaarde hem als Zijn oogappel. Het volk moest leren dat zij geen stap grond verdienden in het Beloofde Land. Alles was genade van de Heere. Als het aan hen gelegen had, hadden ze onder de zweep van Farao moeten blijven. God gebruikte de lange reis om hen te onderwijzen.
McCheyne zong het al. Gods kinderen reizen door de ‘aardse woestijn’. Daar gaat de Meester Zijn leerlingen leren dat alles genade is. Hij leidt, Hij stuurt. Christus gaat hen voor.
#3 – De reis is niet eeuwig
Eens kwam het volk in Kanaän. De reis duurde niet eeuwig. Al was het voor hun gevoel soms wel zo. Maar toen ze aankwamen mochten ze de reiskleren uittrekken en genieten van de vruchten van het land. Gods kinderen komen eenmaal Thuis. Dan mag het reiskleed ook uit en mogen zij genieten van hun Meester. Van Zijn nabijheid, Zijn liefde. Wat een verlangen kan dat geven. Ben jij een woestijnreiziger geworden?
“‘k Zie soms aan de kimmen mijn vaderland glimmen, maar nog is het nacht. ‘k Blijf echter aan ‘t lopen; geloven en hopen geeft ijver en kracht.” (Hieronymus van Alpen)
Het Oude Testament is vol van beelden met een boodschap. In de rubriek Beelden uit de Bijbel lichten we telkens een voorwerp uit en kijken wat de betekenis ervan is voor ons leven nu.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 2020
Daniel | 32 Pagina's