Liever Thuis

Wie de Bijbel leest, merkt direct de botsing met onze reiscultuur. In de Bijbel is reizen helemaal niet iets fijns. Reizen is moeilijk en gevaarlijk. Reizen is iets van ná de zondeval. Daarvoor dachten Adam en Eva geen moment aan reizen. Ze waren thuis in Gods paradijs. Dat is ook waar de Bijbel eindigt. Thuis, in het hemels paradijs. Daartussen lezen we over veel onrust, veel gereis. Reizen heeft vaak te maken met Gods vloek, met slechte verlangens, of weglopen voor God. Denk aan Kaïn’s dolen over de aarde, Bileams verlangen naar geld, Abimelech en Naomi die hun heil in Moab zochten en Jona die vluchtte voor God. En trouwens, ook voor Gods kinderen is dit leven een rusteloze, vermoeiende reis. Hoe langer het duurt, hoe meer ze verlangen naar ‘Huis’.

Been there, done that

Wij leven in een reiscultuur. Reizen wordt gezien als iets wat je leven verrijkt. Iets waardoor je de wereld ontdekt en veel van andere culturen leert. Reizen heeft dan iets van gericht zijn op het ‘hier en nu’. Zoveel mogelijk meemaken en zien. Maximaal genieten. Been there, done that. Wij zijn kinderen van onze tijd. Daarom moeten we oppassen. Christenen zijn geroepen anders te zijn. Anders dan de wereld. Levende vissen zwemmen tegen de stroom in. Zo is ook het leven van een christen. Tegen de stroom in. Niet omdat je zo graag anders wilt zijn, maar omdat God om andere keuzes vraagt. Ben je daartoe bereid? Of drijf je als een ‘dode vis’ met de stroom mee?

De Bijbel verbiedt het maken van verre reizen niet. Maar als je gaat, moet je wel weten waarom. Ben je gewoon ‘slaaf’ van het wereldse levensgevoel? Of heb je een goede reden? Ver reizen is immers geen kleinigheid. Het kost veel geld en vliegen belast het milieu enorm. Vraag je af: Wil de Heere dat ik hier mijn geld aan besteed? Wat is eigenlijk het doel van mijn reis?

Reizen is geen doel, maar een middel

Reizen kan goed zijn. Als het een goed doel heeft. Opvallend is dat in de Bijbel reizen nooit een doel op zich is. Reizen is altijd een middel. Welke goede reisdoelen kent de Bijbel eigenlijk?

1. Gods leiding in je leven gehoorzamen. Abraham ging op reis, in opdracht van God. Zo was het ook met de reis van Israël uit Egypte naar Kanaän. God had een plan en gaf een opdracht.

2. Terugkeer tot God. Zo was het met Naomi. Ze ging uit Moab, terug naar Bethlehem. Terug naar God, Zijn land, Zijn volk. Zo was het ook met Ezra, Nehemia, en alle andere Joden die terugkeerden uit de ballingschap. Terug naar God en Zijn volk.

3. Levensgezel zoeken. Eliëzer, de knecht van Abraham, maakte een bijzondere reis. Hij moest een vrouw zoeken voor Izak. Izak wilde geen vrouw uit de goddeloze Kanaänieten. Om diezelfde reden stuurde Izak later zijn zoon Jakob naar Padan-Aram.

4. Levensonderhoud. De zonen van Jakob reisden naar Egypte om koren. Later volgde Jakob met zijn hele gezin. Toch moeten we daarmee wel voorzichtig zijn. “Wil de Heere wel dat ik ga?” Denk aan Elimelech en Naomi en hun gezin.

5. Wereldhandel. Ten tijde van Salomo was er al een levendige wereldhandel. Salomo heeft daar ook gebruik van gemaakt voor de tempelbouw. Toch spreekt Salomo zelf niet alleen maar positief over zijn wereldhandel (Pred. 2:8-12). En juist in de eindtijd, als iedereen opgaat in de wereldhandel, zal God dat omver gooien (Openb. 18).

6. Hulp bieden. Paulus waagde zijn leven om geld te brengen in Jeruzalem. De arme Joden-christenen moesten geholpen worden. En Jezus Zelf is het land doorgegaan, goeddoende (Hand. 10:38).

7. God zoeken. De koningin van Scheba wilde met eigen ogen zien wat ze gehoord had. Later volgde de kamerling uit Morenland haar voetspoor. Honger naar God. Zo was het ook met de wijzen uit het oosten. Ze reisden ver, om Christus te vinden.

8. Ontmoeting. Maria was vol van hetgeen de engel tot haar gesproken had. De enige die haar zou begrijpen was Elisabeth. Ze ging op reis. Wat een bijzondere ontmoeting! Ook van Paulus lezen we dat hij verlangt naar ontmoeting met de heiligen op andere plaatsen.

9. Uitbreiding van Gods koninkrijk. De apostelen hebben veel gereisd. Volgens het bevel van Christus: Gaat dan heen, onderwijst al de volken (Matth 28:19). De volken moeten horen wat tot hun vrede dient.

Schepping bewonderen

Misschien heb jij een ander doel dan hierboven genoemd. Je gaat bijvoorbeeld op reis om Gods schepping te bewonderen. Dat is inderdaad een mooi doel. Maar kun je niet dichtbij beginnen? Ben je nooit stil geworden van de bloemen en beestjes in je eigen tuin? Dan is het misschien nog geen tijd om daarvoor naar Canada, Peru of Azië te vliegen. Laten we hierin leren van de Heere Jezus. Hij maakte geen wereldreis om Zijn Eigen schepping te bewonderen. Hij keek om Zich heen. In de bloempjes zag Hij ongekende heerlijkheid. Méér dan al Salomo’s pracht en praal bij elkaar (Matth. 6:29).

Jezus’ reis

Tijdens Zijn leven op aarde reisde Jezus veel. Met welk doel? De eer van Zijn Vader, en het zoeken van zondaren. Hij verliet de hemelse heerlijkheid. Zijn bestemming was de verloren wereld. Hij was niet welkom (Joh. 1:11). Tóch kwam Hij. Als Herder reisde Hij Zijn hele leven. Hij zocht Zijn verloren schapen. Al was het er maar één. Hij reisde naar Dekapolis om Legio te bevrijden van legioenen duivelen. Hij reisde door Samaria om een zondige vrouw Zijn heil te brengen. Ben jij al door Hem gevonden? Misschien verlang je dan ook om op reis te gaan? Naar Equador, Guinee of...? Achter Hem aan. Mee om verloren schapen te zoeken?

Reizen achter de Meester

Abraham was een vreemdeling op aarde. Hij voelde zich hier niet thuis. Hoe is dat bij jou? Maak je mooie reizen uit liefde tot dit leven? Omdat je je thuisvoelt op de aarde? Of ben je op reis naar het Vaderhuis hierboven? Pelgrims weten de weg. Ze maken hun gang en treden vast in Gods Woord. Ze zetten hun voetstappen waar de Meester die zette. Hij is vóórgegaan: Ik ga heen, om u plaats te bereiden. Zo wanneer Ik plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weder, en zal U tot Mij nemen. Dan geen gereis meer. Geen vreemdeling meer, maar altijd Thuis. En alzo zullen wij altijd met de Heere wezen (1 Thess. 4:17). Zonder ooit nog weg te hoeven.

Je laatste reis

De schrik slaat je om het hart. Je staat in de rij om je bagage in te checken. Je handen graaien in het vak waar je paspoort had moeten zitten. Vergeten! De douaniers zijn onverbiddelijk. Je komt er niet door. Echt niet. Je kunt het haast niet geloven. Alles was geregeld. In gedachten was je al op je heerlijke vakantieoord. Wat een vergissing!

Je laatste reis op aarde gaat naar een graf. Het is een enkele reis. En voor deze reis hoef je geen ticket te boeken. God stelde de datum en tijdstip van ‘vertrek’ al vast. Ben jij bereid? Ga er niet te gemakkelijk vanuit dat je zult aankomen in het land van eeuwige blijdschap. Is je paspoort getekend? Met de rode letters van Jezus’ bloed? Dat moet je zeker weten.

Verder praten

Op JV, thuis of met je vrienden:

ʾ Is het Bijbels om te genieten van een vakantie? Lees Prediker 2:24, 3:13 en 5:17,18. Wat is het verschil tussen ‘werelds genieten’ en ‘christelijk genieten’?

ʾ Welke reis zou jij graag nog eens willen maken? Met welk doel?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen