Een brood, boter, BOER EN BAKKER

Vertwijfeld kijkt de rechter de twee mannen aan. Wat moet hij hiervan denken? Wie van de twee heeft er nu gelijk? Bakker Van Bokhoven begint te vertellen: “Kijk, ik ben de enige bakker in het dorp en ik probeer aan mijn klanten goed brood te verkopen. Praktisch alle dorpsbewoners kopen hun brood bij mij in de winkel. Ik haal mijn ingrediënten bij de boeren uit omgeving en dat wordt erg gewaardeerd”.

De rechter kijkt de enthousiaste bakker vriendelijk aan en zegt: “Dat klinkt goed meneer Van Bokhoven, maar wat is nu eigenlijk uw probleem? Kunt u dat kort en bondig onder woorden brengen?”

“Jazeker”, antwoordt de bakker. “Ik krijg mijn stukken boter altijd van Arie Veldslager van de Krommesteeg en de laatste tijd is het mij opgevallen dat de stukken boter, die drie pond zouden moeten wegen, steeds lichter zijn.” De bakker bukt zich, pakt een weegschaal uit zijn koffer en een stuk ingepakt boter van boer Veldslager. Hij legt de boter op de weegschaal en laat aan de rechter zien dat het stuk veel minder weegt dan drie pond.

“En daarom klaag ik mijn boterleverancier bij u aan”, eindigt de bakker zijn verhaal.

De rechter knikt begrijpend en laat dan meneer Veldslager binnenkomen. Arie Veldslager stelt zich voor en direct daarna begint de rechter met zijn ondervraging: “Uw stukken boter, meneer Veldslager, hebben niet het vereiste gewicht van drie pond. Dit stuk boter (de rechter wijst naar het stuk boter op de weegschaal) zou drie pond moeten wegen, maar het weegt veel minder. Kunt u hier een verklaring voor geven?”

Verbaasd staart boer Arie de rechter aan. Zijn gezicht wordt rood en hij schuifelt wat met zijn voeten en zegt dan: “Dat is... Dat is uitgesloten, meneer de rechter, ik heb het elke keer nagewogen voordat het naar de bakker gaat, eerlijk waar!”

“Ehm... Misschien kloppen uw gewichten niet?”, vraagt de rechter om toch een poging te doen de waarheid te achterhalen.

De boer kijkt de rechter verwonderd aan: “Hoezo gewichten? Ik heb helemaal geen gewichten, die gebruik ik nooit”. “Maar waar weegt u dan mee als u geen gewichten heeft?”, vraagt de rechter en hij kijkt de boer streng aan. “Oh, heel eenvoudig”, zucht de boer. “Ik krijg mijn brood altijd van de bakker en hij krijgt de stukken boter van mij. Een brood weegt drie pond, dus ik leg mijn boter links op de weegschaal en een brood rechts en zo weeg ik dat af.”

Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. (...) Wat ziet gij den splinter, die in het oog uws broeders is, maar den balk, die in uw oog is, merkt gij niet? Of, hoe zult gij tot uw broeder zeggen: Laat toe, dat ik den splinter uit uw oog uitdoe; en zie, er is een balk in uw oog? Gij geveinsde! werp eerst den balk uit uw oog, en dan zult gij bezien, om den splinter uit uws broeders oog uit te doen (Matth. 7:1-5).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen