Vertrouwen in de duistere nacht van de oorlog
Vijfenzeventig jaar geleden werd Nederland bevrijd. Ongetwijfeld zul je er de laatste tijd al veel over gehoord hebben. De verhalen zijn van lang geleden en klinken spannend. Toch lijkt de Tweede Wereldoorlog ook ver weg. Ondanks dat staan deze verhalen dichterbij dan je denkt. Lees hier drie verhalen die de leiding van de Heere laten zien.
1 Uw tent zal veilig wezen
In Rotterdam in de Zwarte Paardenstraat woonde Cornelia de Vries. Iedereen noemde haar Dove Knelia. Toen de Duitsers in de meidagen Nederland binnenvielen, kwamen vrienden naar haar toe. Ze wilden haar uit haar huisje weghalen en naar een veilige plaats brengen. Dove Knelia weigerde dat echter. “Ik blijf hier, want de Heere heeft mij beloofd dat er met mijn huisje niets zal gebeuren. Hij heeft gezegd: “Uw tent zal veilig wezen (Psalm 91:5, berijmd)!” Toen op 14 mei de bommenwerpers boven Rotterdam vlogen, zochten de mensen in de stad haastig een veilige schuilplaats. In het huisje van Dove Knelia werd het druk. Alle vrienden, kennissen en buren kwamen in het kleine kamertje zitten. De bommen vielen op Rotterdam en de straten stonden in lichterlaaie. In het huisje van Knelia was het overvol en de angst was duidelijk merkbaar. Dove Knelia had wel vol vertrouwen gezegd dat er niets met haar huisje zal gebeuren, maar wat als ze zich had vergist? Knelia’s geloof werd op de proef gesteld. Als er één bom op haar huisje zou vallen, dan waren alle mensen gestorven. Ze ging midden in de kamer op haar knieën en ze bad samen met alle aanwezigen of de Heere hen wilde bewaren. Toen hield het bombardement op. Toen de mensen door de ramen keken, zagen ze dat alle huizen in de straten rondom hen waren verwoest. Tientallen doden en gewonden lagen op de straten. Maar in de straat waar Dove Knelia woonde, was geen enkel huis verwoest. God had een onzichtbare grens getrokken. In het huisje was iedereen diep verwonderd. De Heere spreekt altijd de waarheid en Zijn belofte aan Knelia heeft Hij werkelijk vervuld.
De God van Knelia leeft nog steeds! Heeft Hij ook al eens iets aan jou beloofd? Verwacht je in het geloof daar ook de vervulling van?
2 Zie, de Rechter staat voor de deur
Dominee Van Reenen was al heel oud voordat de oorlog begon. Hij liet voor zijn sterven dominee Lamain bij zich komen. Dominee Van Reenen vertelde dat hij niet meer kon preken. Hij was echter wel heel bezorgd over Nederland. Hij zag de ontwikkelingen in Duitsland en hij zag hoe Nederland bij de Eerste Wereldoorlog gespaard was gebleven. Hij moest steeds sterk denken aan Jakobus 5: Zie, de Rechter staat voor de deur (vers 9). Dominee Van Reenen vroeg dringend aan dominee Lamain of hij over deze tekst op Oudejaarsavond wilde preken. Op Nieuwjaarsmorgen moest hij dan preken over Matthéüs 25: Zie, de bruidegom komt, gaat uit, hem tegemoet (vers 6). Dominee Lamain beloofde het en een klein tijdje later overleed dominee Van Reenen (1935). Op Oudejaarsdag en Nieuwjaarsdag kon dominee Lamain echter niet over de teksten preken. Hij wist niet hoe het moest. Tot het 1939 werd. Toen kon dominee Lamain ineens wel over deze teksten preken in zijn gemeente van Rotterdam-Zuid en hij waarschuwde de mensen dat de Rechter voor de deur staat. Nederland zou geoordeeld worden. Hij preekte over de Bruidegom Die komt. Waren de mensen wel bereid om die Bruidegom te ontmoeten? De preek was heel ernstig. Een paar maanden later brak de oorlog uit en vielen de bommen op Rotterdam. Waren de mensen genoeg gewaarschuwd?
De Heere laat jou ook nog steeds elke dag waarschuwen. Hij komt tot je met Zijn Woord. In de Bijbel lees je de oproep tot bekering en geloof! Luister je daarnaar? Je ziet in dit verhaal dat de Heere niet voor niets laat waarschuwen, want de oordelen komen vast en zeker!
3 Dominee Lamain wist begin 1943 zeker dat hij moest preken over psalm 58. Hij had tegen zijn vrouw gezegd dat hij deze verzen niet uit zijn gedachten kon krijgen en dat hij zeker geloofde dat de Heere hem bij deze woorden bepaalde. Zijn vrouw was bezorgd, want er kunnen zomaar mensen van de geheime politie in de kerk zitten. Dominee Lamain wist dat heel goed en hij zei dan ook dat hij erop vertrouwde dat de Heere regeert. Op zondagmorgen 7 februari 1943 zat de kerk helemaal vol. Achterin zitten twee mannen verscholen achter de kraag van hun jas. “Gemeente, vanmorgen wil ik u bepalen bij de laatste verzen van Psalm 58: De rechtvaardige zal zich verblijden, als hij de wraak aanschouwt; hij zal zijn voeten wassen in het bloed des goddelozen. En de mens zal zeggen: Immers is er vrucht voor den rechtvaardige; immers is er een God, Die op de aarde richt (vers 11 en 12).” Dominee Lamain preekte over de God die op deze aarde de vijanden zal berechten. De twee mannen achterin de kerk schreven alles nauwkeurig op in een schrijfblokje. Twee dagen later stonden twee mannen van de Gestapo op de stoep van de pastorie. “Wat waren dat voor praatjes zondagmorgen tijdens de preek? Vertel op! Wat hebt u te vertellen over onze Führer?” Dominee Lamain moest meekomen naar het politiebureau, maar hij weigerde. Hij wilde eerst nog wat bezoeken doen in Zeeland en daarna zou hij komen. Het was goed en de mannen vertrokken weer.
Dominee Lamain werd die avond aangevallen door de duivel. Wat als hij naar de gevangenis moest of in een concentratiekamp werd gestopt? Hij schrijft een brief aan de kerkenraad van Rotterdam-Zuid waarin hij vertelt over het bezoek van de Gestapo. “Broeders, bid voor mij. Het is zo duister in mijn hart. De duivel gaat zo tekeer! Het lijkt wel alsof mijn gebed niet verder komt dan het dak van dit huisje.” Enkele dagen later preekte dominee Lamain in ’s Gravenpolder en het was nog steeds donker in zijn hart. Hij was bang. Totdat hij psalm 54 vers 1 liet zingen in de kerk: “O God, verlos mij uit den nood en red door Uwen naam mijn leven; mijn rechtzaak zij aan U verbleven; och, of Uw arm mij bijstand bood!” De dominee preekte over Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus: de schepselen op aarde kunnen zich niet roeren of bewegen zonder dat de Heere het wil. Dominee Lamain werd rustig. Toen de dominee die maandag daarna bij de Gestapo binnenkwam, was er vrede in zijn hart. De hele preek lag daar uitgeschreven op het bureau. De dominee werd streng vermaand en gewaarschuwd, maar toch mocht hij weer naar huis gaan! “Hij wil ons in het leven sparen; ons hoeden op de steilste paan” (Psalm 66:4, berijmd).
Ben jij ergens bang voor? Voor corona? Voor gevaren van oorlogen? De God van dominee Lamain leeft nog steeds! Er gebeurt niets op aarde als de Heere dat niet wil. We zijn veilig onder Zijn trouwe zorg!
Verder praten
Op JV, thuis of met je vrienden:
�� Wat doen deze verhalen met jou?
�� Waarin merk jij de leiding van de Heere?
�� Vertrouw jij net zoals Knelia op de Heere? Als je antwoord nee is: waarom niet?
Jeugdherinneringen
aan de vreselijke Tweede Wereldoorlog
Dominee J.W. Verweij
mij - als zoon van een militair die voor en tijdens de uitbraak van de Tweede “Voor Wereldoorlog moest dienen in het Nederlandse leger- was de werkelijkheid van deze oorlog heel dichtbij. Mijn vader was al verschillende keren opgeroepen voor de dreiging ervan. Toen brak de oorlog uit in het Limburgse Weert, op de Weertse heide bij Budel. Mijn vader is met twee kameraden de gevangenschap ontsprongen door zich voor de Duitsers te verstoppen. Door Gods genade mocht hij voor de oorlog uitbrak getuigenis geven dat deze oorlog een rechtvaardig oordeel was over Nederland vanwege onze vreselijke zonden. Het wonder dat hij ongedeerd thuiskwam uit de oorlog met alle gevaren, ligt nog in de verre herinnering. Ik was toen drie jaar en mijn jongste zus was ongeveer zes weken. Mijn oudste broer en zus waren tien en zeven jaar.
Er volgden vijf jaren van dood en terreur tot de bevrijding. Deze jaren kostten vele mensenlevens. Ik heb nog verschillende herinneringen aan de vreselijk dreiging door de Duitse razzia’s die vele mannen naar Duitsland voerden om in de oorlogsindustrie te werken. Velen verborgen zich en konden eraan ontkomen.
Het laatste oorlogsjaar in de strenge winter van 1944 bracht het levenseinde van velen door de honger en het gebrek. Er was geen brandstof voor de kachel en geen eten om in het leven te blijven. Buiten de stad gingen de mensen naar de boeren om eten te kopen. Van zwakte konden zij amper lopen. Als zij op de platte wagen met paarden mochten meerijden, waren zij gelukkig. Hiermee moest hooi en stro voor de paarden worden gehaald. Als zij het troffen dat zij wat voedsel hadden kunnen kopen, was er het risico dat zij het moesten inleveren bij terugkeer. Het was dan tevergeefs geweest en dezelfde honger bleef knagen. Het bombardement op Bezuiden Hout in Den Haag kostte vele mensen het leven. De rookwolken en verwoesting die dat achterliet, zijn onvergetelijk. Ook herinner ik me het eerste Zweedse wittebrood waar wij uren voor in de rij moesten staan. Tot de bevrijding kwam en de gehate bezetter moest capituleren. Vele jonge mannen hebben voor die vrijheid hun leven willen geven! De geestelijke vrijheid kostte meer! Het bloed van de Heere Jezus Christus brengt gevangenen in de vrijheid die onuitsprekelijk is! Hij is het Die gevangenen vrijheid schenkt en aan hun ellende denkt! Is Hij jouw Bevrijder?”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 2020
Daniel | 32 Pagina's