Zelfopofferende LIEFDE
Vorige week werd mij het meest opvallende voorbeeld van toegewijde liefde voor Christus verteld waarvan ik ooit hoorde. Een Engelse predikant vertelde het. Het is nog nooit opgeschreven en daarom zal ik het aan je vertellen zodat het onze koude harten zal opwekken en we onszelf aan de dienst van de Heere overgeven.
De vreselijke ziekte van lepra bestaat nog steeds in Afrika. Of het dezelfde melaatsheid is als die in de Bijbel wordt genoemd, weet ik niet. Niemand komt in de buurt bij de melaatsen. In het zuiden van Afrika is er een groot leprozerie voor melaatsen. Het is een enorme ruimte, omsloten door een heel hoge muur. De melaatsen in deze kolonie bewerken het land. Er is maar één ingang, die heel streng wordt bewaakt. Als bij iemand de tekenen van melaatsheid ontdekt zijn, wordt hij naar deze poort gebracht en verplicht om naar binnen te gaan. Niemand die binnenkomt door die vreselijke poort mag ooit weer naar buiten komen.
Binnen deze plaats van ellende zijn er veel melaatsen in alle stadia van de ziekte. Dokter Halbeck, een zendeling van de kerk van Engeland, zag hen vanaf de top van een naburige heuvel aan het werk. Hij merkte er twee in het bijzonder op. Zij zaaiden erwten in het veld: de ene had geen handen, de andere had geen voeten. Ze waren afgestorven door de ziekte. Degene zonder handen, droeg de ander, die de voeten miste, op zijn rug. Degene met de handen, droeg de zak met zaad en liet af en toe een erwt vallen, waarop de ander de erwt in de grond drukte met zijn voet. Zo slaagden ze er gezamenlijk in het werk van één man te doen.
Maar, je zult je afvragen, wie zorgt er voor de zielen van deze ongelukkige gevangenen? Wie zal deze vreselijke poort binnengaan en nooit meer terugkomen? Wie zal vader en moeder, huizen en land verlaten om de boodschap van een Verlosser naar deze arme melaatsen te brengen? Twee Moravische zendelingen, gedreven door een goddelijke liefde voor zielen, hebben de leprozerie als hun werkveld gekozen. Ze gingen erin om er nooit meer uit te komen; en mij is verteld dat zodra deze sterven, andere Moraviërs (ze worden in het Nederlands ook wel Hernhutters genoemd) klaar staan om hun plaats in te nemen.
Ach! Mijn beste vrienden, dat we ons toch niet voor God zouden schamen. Hoe kan het dat we, als we verlost zijn door hetzelfde bloed en onderwezen door dezelfde Geest, toch zo anders zijn dan deze mannen? Lijken wij niet heel weinig op deze mannen? Wat een zelfopofferende liefde voor Jezus, en voor de zielen van deze zieken, hadden deze mannen!
Dit is geschreven door Robert McCheyne (1813-1843) en hertaald door Gerben van der Wulp.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 2020
Daniel | 32 Pagina's