Ondergaande zon
Jack heeft tijdens een vrije avond in de heuvels een jonge vrouw ontmoet. Hoewel het contact maar kort was, heeft ze een diepe indruk op hem achter gelaten.
Augustus 1943
Met een verhit gezicht hangt Susanna de laatste jurk aan de waslijn. Buiten is het inmiddels achtentwintig graden en het is nog maar elf uur ’s ochtends. Tevreden kijkt ze naar het resultaat. Twaalf kleurige jurken en twee donkere broeken pronken aan de waslijn. Er is af en toe een klein zuchtje wind die de kledingstukken zacht laat wapperen. Vermoeid ploft Susanna op de stoel in de schaduw neer. Normaal is de was al een zwaar werk, maar nu met de hitte is het wel extra moeilijk. Binnen klinkt het vrolijke geroezemoes van haar zusjes. Als oudste van zes zusjes is het soms wel druk. Haar jongere zusjes zijn nog te klein om de was te doen en om eten te koken. Om moeder een beetje te helpen, moet Susanna dus veel bijspringen. Er is altijd veel te doen in huis. Hun gezin woont in een prachtig vakwerkhuis aan de rand van het dorpje Graffham in West-Sussex, een provincie in Engeland. De tuin loopt door in de groene heuvels van West Sussex. Susanna kijkt even liefkozend naar het sierlijke, witte huis met de donkere, houten dwarsbalken. Hier in dit huis is ze geboren en opgegroeid. Het was heerlijk om in de tuin te spelen met het uitzicht over de glooiende heuvels. Vooral als het in de herfst ’s ochtends mistig is, is het een prachtig gezicht. Het donkere groen van de bomen steekt dan boven de lage mistbanken uit. Op lange zomeravonden houdt Susanna ervan om te dwalen door de eindeloze heuvels. Altijd weet ze de weg naar huis wel weer terug te vinden. Het grote huis op de top van de heuvel is in de wijde omtrek zichtbaar. Al mijmerend kijkt Susanna naar het landschap en als vanzelf dwalen haar gedachten terug naar vorige week zaterdagavond. Toen was het ook al zo’n warme dag geweest en Susanna had besloten om samen met haar jongste zusje Sophie van zes jaar te gaan wandelen door de heuvels om wat koelte op te zoeken. Van wandelen kwam echter niet zoveel, want Sophie had het plan bedacht om elke heuvel zo snel mogelijk op en af te rennen. Zij was er lachend achteraangekomen. Wat een plezier hadden ze gehad! En toen had hij daar ineens gezeten. Zomaar vanuit het niets op de top van een hoge heuvel. Ze had naast hem gezeten, maar ze was zo van slag geweest dat ze niet normaal kon praten. Ze had nog nooit in haar leven zo vlak naast een soldaat gezeten. Laat staan zo’n soldaat met van die gekke kleuren van de North Nova Scotia Highlanders uit Canada. Maar dat was niet het enige. Zijn vastberaden en stoere uiterlijk had haar meteen aangetrokken. Telkens wanneer ze vanuit haar ooghoeken naar hem gluurde, leek er in haar buik van alles te gebeuren en kon ze niet meer fatsoenlijk nadenken. Dus daarom had ze Sophie meegetrokken de heuvel af om snel naar huis te gaan. Natuurlijk wist Susanna wel dat er soldaten in de buurt waren. Het Canadese leger had een deel van de soldaten hier in de heuvels ingekwartierd. Maar dat er ook zo’n knappe jongen van haar leeftijd bij zou zitten, had Susanna niet verwacht. Ze had er eigenlijk ook helemaal niet over nagedacht. Ze heeft zichzelf de afgelopen dagen er meerdere keren op betrapt dat ze steeds weer aan hem terugdacht. Ook nu weer. Met een zucht staat Susanna op en vermaant zichzelf: “Kom op Suzy, je ziet hem nooit meer. En bovendien is het een soldaat”. Ze loopt naar de deur toe, maar voordat ze naar binnen gaat, kijkt ze nog even over haar schouder naar de legerbasis in de verte.
“Suzy, zullen we nog een keertje gaan rennen over de heuvels?” Twee blauwe ogen kijken Susanna smekend aan. “Vorige week was het zo lekker koud in het gras.” Meteen schiet er een gedachte door Susanna’s hoofd. Als ze nu eens ja zei… Misschien is hij er nu ook weer. En voordat ze zelf doorheeft wat ze doet, knikt ze al naar Sophie: “Dat is goed”. Even later lopen de twee meisjes weer door de heuvels. Sophie babbelt honderduit over het spelletje dat ze vandaag gedaan heeft met Laura, een van de andere zusjes. Susanna heeft haar aandacht er niet zo bij. Ze speurt de omgeving af. Haar ogen dwalen over de heuveltoppen. Lijkt daar nou een klein rood stipje te zitten? Susanna’s hart begint sneller te kloppen. “Kom op, Sophie! Rennen!” Meteen zet ze het op een lopen. Schaterend volgt Sophie haar. Als ze dichterbij de heuvel komen, ziet Susanna dat het inderdaad weer de soldaat is. Hij zit met zijn rug naar hen toe. Susanna aarzelt ineens. Ze kan natuurlijk niet zomaar naar hem toe lopen. De vorige keer was ze zo abrupt weggerend. Even staat ze te besluiteloos te kijken. Maar voordat ze kan weglopen, draait de soldaat zich al om. Zijn ogen lichten op. “Hé, hallo! Komen jullie hier weer even zitten?” Susanna voelt haar wangen rood worden, maar grijpt toch de hand van haar zusje beet en loopt voorzichtig naar boven. De soldaat klopt weer met zijn hand op het gras naast hem en Susanna gaat verlegen zitten. “Ik dacht al dat jij het weer was. Sorry van de vorige keer. Ik was niet zo aardig”, zegt ze gauw. Hij laat een brede glimlach zien en meteen durft ze meer te vragen. “Hoe heet je eigenlijk?” “Jack Gibson”, klinkt het. “En jij?” “Susanna Brown en dit is mijn jongste zusje Sophie.” “Leuk om kennis te maken. Wonen jullie hier vlakbij?” Susanna knikt en wijst naar het grote, witte huis in de verte. Meteen kan ze zichzelf wel voor haar hoofd slaan. Wat is ze dom om dat meteen tegen hem te zeggen! “Ah, dat is leuk! Ik woon daar links op de legerbasis.” Susanna knikt. “Mag ik vragen of je nog naar school gaat? Of dat je al werkt?”, vraagt hij nieuwsgierig. “Ik ben afgestudeerd op de middelbare school. En ik ben daarna geen studie meer gaan doen. Er was thuis niet genoeg geld en bovendien ben ik in het huishouden hard nodig. Ik heb namelijk zes jongere zusjes.” Jack knikt begrijpend. Susanna voelt zich opgelaten. Hij kijkt haar zo warm en betrokken aan. “Ik vind het gezellig om je gezien te hebben, Susanna.” Hij buigt zich een klein beetje opzij en zegt zacht: “Volgende week zaterdag mag ik weer een avond vrij. Zie ik je hier dan weer?” Susanna bloost en knikt verlegen. Als ze even later de heuvel weer afrent, gaat de zon al bijna onder. Maar in haar hart is het zonnig.
Wordt vervolgd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 2020
Daniel | 32 Pagina's