Alles anders
Gerben vertelt dat Ron in deze verschrikkelijke situatie niet alleen is. Hij mag alles tegen de Heere vertellen. Ron merkt een bewogenheid in de woorden van Gerben en vraagt hem hoe hij deze wijsheden weet.
Ik heb nu alles opgeschreven wat Carla van mij vroeg. Maar als ik het allemaal nog een keer overlees, word ik alleen maar weer verdrietig.
“Luister Ron, ik wil het er nu eigenlijk niet over hebben, maar ik heb ik het verleden ook lastige dingen meegemaakt. Ik lijk nu een vrolijke en opgewekte kerel, maar dat is niet altijd zo geweest. Ik vertel het je misschien nog eens. Maar ik heb wel geleerd dat God beter weet hoe het moet dan wij. En dan kun je de dingen gemakkelijker overgeven aan Hem. Ik zeg niet ‘gemakkelijk’, maar ‘gemakkelijker’. Je leven in Gods handen leggen geeft je rust.”
We praatten nog een poosje, maar dit is blijven steken in mijn geheugen. Uit handen geven. Omdat Hij weet wat goed is. Hoe moet ik dat toch doen?
Die avond heb ik nog een poosje met Jolanda gepraat. Zij kan me net zo goed niet helpen, maar toch ervoer ik dat het goed was. Zou Carla gelijk hebben? “Schrijf het op, praat er over”, had ze steeds gezegd. Toen we net hier in Den Bosch zaten, had Jolanda op een avond geappt dat ze even langs wilde komen. Maar toen ik zei dat we niet in Utrecht zaten maar hier, was ze teleurgesteld geweest.
“Kunnen we een keer afspreken Ron? ” vroeg ze. “Ik vind het leuk om met je te praten via de telefoon, maar het is toch anders dan live, zal ik maar zeggen.”
“Dat is goed. Ik moet praten van Carla. Laten we voor aanstaande zaterdag afspreken.”
Ik heb nu alles opgeschreven wat Carla van mij vroeg. Maar als ik het allemaal nog een keer overlees, word ik alleen maar weer verdrietig. Ik vroeg mij af hoe dit kan helpen. Toen ik het haar gaf, zei Carla dat ze het wel wilde lezen, maar dat ik het zelf moest houden.
“Lees het maar door als je verdrietig bent. En ook als je boos bent of somber”, zei ze.
Om het verhaal compleet te maken voeg ik nog dit stukje toe:
Op een namiddag kwam De Graaf met een collega – beide in burger – naar ons toe. Hij wilde ons inlichten over de dingen rond het verongelukken van mijn vader voor we het in de pers zouden lezen. De onderzoeken hadden heel wat aan het licht gebracht. Aan de auto van mijn vader was inderdaad geknoeid. Aan de Volvo en de Golf in de garagebox konden ze verder niets ontdekken. Op welke plaats ze de Peugeot bewerkt hadden, kon De Graaf niet vertellen. Het bleek dat er een bende achter zat die zowel in Utrecht als in Eindhoven en Amsterdam actief was. Hoe mijn vader er in betrokken was, was niet helemaal duidelijk geworden, maar het leek er op dat hij er uit had willen stappen en dat hij te veel wist om hem zomaar te laten gaan. In zijn appartement in Amsterdam waarvan het adres in de Golf lag, hadden ze inbraaksporen gevonden. Ze hadden enkele mensen op het oog die ze in gingen rekenen. Verder wilde De Graaf niets kwijt. Hij zei wel blij te zijn dat wij uit de stad waren vertrokken, omdat je maar nooit kon weten wat deze bende ging doen. Een kat in het nauw maakt rare sprongen, zei hij. Toen ze weg waren, zaten mijn moeder en ik verslagen
Toen ze weg waren, zaten mijn moeder en ik verslagen bij elkaar. Moesten we nu blij zijn dat het afgelopen was? Het leek alsof we in een diep gat vielen. Ik zag dat mijn moeder hetzelfde doormaakte als ik. Hoe moesten we ons leven weer op de rit krijgen? We praatten de eerste tijd weinig over wat De Graaf verteld had. Onze gesprekken gingen alleen over alledaagse dingen.
Vier dagen later lazen we in de krant dat er een drugsbende was opgerold die in Brabant, Utrecht en Noord- Holland actief was. Er waren acht arrestaties verricht. Een grote hoeveelheid cocaïne en een groot bedrag aan contant geld was in beslag genomen. We lazen alles er over wat in de krant stond. Er werd met geen woord gerept over het feit dat er een dode was gevallen. Mijn vader. Nederland was blij. Er was weer een drugsbende opgerold. Er zouden mensen veroordeeld worden en het recht zou zijn loop hebben. Ik vroeg mijn moeder of we nu blij moesten zijn. Ze schudde langzaam haar hoofd.
“We hoeven niet blij te zijn. Het heeft in elk geval één leven gekost. Maar het heeft ook ons leven veranderd.”
Ze staarde voor zich uit en legde toen resoluut de krant naast zich op de bank. Ze wendde zich naar mij toe. “We moeten verder Ron. We kunnen bij de puinhopen blijven zitten, maar we moeten verder. Het leven gaat door. Jij bent negentien en ik drieënveertig. Als God het geeft kunnen we nog mooie dingen meemaken.”
“Tja, ik weet niet of ik dat zomaar kan.”
“Wat bedoel je?”
“Een knop omzetten.”
“Ron alsjeblieft. Het is waar: we zijn bedrogen. Jij net zo goed als ik. Maar als we hierin blijven hangen, kost ons dat te veel. Laten we proberen verder te kijken.”
“Ik moet eerlijk zeggen dat de arrestatie van deze mensen mij wel een stuk rust geeft. Hopelijk slaap ik nu beter.”
Mijn moeder sloeg haar arm om mij heen en zo bleven we een poosje zitten.
“Zullen we vanavond in de stad gaan eten?”, vroeg ze. “Net als vroeger. Maar nu met z’n tweeën?”
“Om een nieuw begin te maken. Zoiets als een nieuwe start.”
Ik moest dit even verwerken. Kon ik dit zomaar? Het zou wel beter zijn. Het verdriet zou ik wel nooit helemaal kwijt raken, maar misschien was het goed om het leven over een andere boeg te gooien. Toen dacht ik aan Gerben.
“Zullen we vragen of Gerben ook komt?”
Mijn moeder keek mij verrast aan.
“Waarom wil je dat?” vroeg ze.
“Mam, Gerben is… Ik bedoel, ik wilde dat pa zo’n man was als hij. Ik schaam mij nu dat ik Gerben op een gegeven moment niet vertrouwde, want daar was echt geen reden voor.”
“Ik zal hem bellen. Misschien kan hij vanavond.”
“We hoeven niet blij te zijn. Het heeft in elk geval één leven gekost. Maar het heeft ook ons leven veranderd.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 2019
Daniel | 32 Pagina's