Een kind in dienst VAN DE HEERE
“Wij zijn geen Hanna hoor!”, benadrukken mevrouw Zoeteman en mevrouw Visser. Toch mogen ze net als Hanna een kind hebben in dienst van de Heere. En daar willen ze wel wat over vertellen. Niet omdat zij zulke goede moeders zijn of omdat hun kind bijzonder is. “Wat ben je nu zelf? En dan toch een kind te hebben in dienst van Gods Koninkrijk!”
“Je kind kan toch geen betere Werkgever hebben?”
“Er staan vijf Unox-rookworsten op Marianne’s verlanglijstje. Die zitten al in mijn koffer.”
Voor de Heere
Het verlies van een kind heeft een stempel gezet op het gezin Visser. “Onze Martijn heeft vijf dagen in coma gelegen. We hebben geworsteld om zijn behoud: ‘Heere, we kunnen dit kind niet laten gaan, ténzij Gij hem zegent’. We mochten toen houvast krijgen aan Gods verbond uit psalm 81 vers 12: ‘Eist van Mij vrijmoedig, op Mijn tróuwverbond’. Toen heb ik geleerd: Mag de grote Pottenbakker niet doen met het Zijne wat Hij wil? Niet wij, maar de Heere heeft recht op onze kinderen.” Mevrouw Zoeteman beaamt dit. Zij verloor een kindje na zestien weken zwangerschap. “Al in het huwelijksformulier wordt er gebeden: ‘de kinderen, die het U belieft hun te geven, godzaliglijk opvoeden mogen, tot eer van Uw heilige Naam, tot stichting van uw gemeente en tot verbreiding van Uw heilig Evangelie’. Wat dit betekent, besefte ik later pas. Toen we ons kindje na zestien weken zwangerschap verloren, werd er die zondag bij een doopdienst gepreekt uit psalm 22: Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af. Dominee Golverdingen benadrukte altijd: ‘We hebben onze kinderen niet gekregen om ermee te pronken’. De uitbreiding van Gods Koninkrijk, dáár gaat het om!”
Nuchter
Een kind afstaan in dienst van de Heere, is dat niet moeilijk voor een moeder? Mevrouw Zoeteman: “Ik vind het mooi dat een kind van ons dit werk doen mag. Je bent zelf zondig. Je breng zondige kinderen voort. En toch wil de Heere je kind gebruiken. Vaak hoor ik: ‘Het is toch wat!’ Maar je kind kan toch geen betere Werkgever hebben?”
Geven
In de Bijbel staat dat Hanna Samuël aan de Heere gegeven heeft: Daarom heb ik hem ook den HEERE overgegeven al de dagen die hij wezen zal. Het is voor de moeders een herkenbare tekst. Mevrouw Zoeteman vertelt dat Gerdine een keer tijdens een preek geraakt werd door het zendingsbevel. Mevrouw Zoeteman luisterde de preek na. De dominee vroeg in die preek: ‘Ouders, hebben jullie je kinderen hiervoor over?’ “Ik heb toen mogen zeggen: ‘Ja Heere. Hier heeft U ze’. Ook al was Gerdine toen al volwassen en woonde ze al op zichzelf, toch mocht ik haar toen geven aan de Heere en Zijn dienst.”
Van jongs af aan
Samuël mocht al als kleine jongen dienen in de tabernakel. Hoe is dat bij de kinderen van mevrouw Visser en mevrouw Zoeteman gegaan? Mevrouw Visser: “Bij Henk zat het er al heel jong in. Op huisbezoek werd gevraagd aan de kinderen: ‘Zou je later geen dominee willen worden of op het zendingsveld willen werken?’ En Henk zei dan: ‘Ja, ik wil zendeling worden. Net als dominee Sonnevelt op een motor scheuren door de bush’. Verder sprak hij er niet met grote woorden over. Maar de laatste vijf jaar was Henk ongedurig! Hij had een goede baan en toch had hij geen rust meer. Henk is toen opgestapt op zijn werk”. Mevrouw Visser is er nog verwonderd over: “Ik heb er zomaar naar zitten kijken en gedacht: ‘wat gebeurt hier!’ Henk werd uit zijn werk gestóten”. Niet lang daarna is Henk aangenomen als evangelist voor Albanië. “Alles viel op zijn plek.” En Marianne? “Dat is zo’n moederkloek, met zorg voor de kuikentjes. Maar Marianne werd zomaar zachtjes ingewonnen. Ik heb haar niet anders gezien dan stralend naast Henk: ‘Wij mogen dit gáán doen’. ‘En de kinderen dan?’ werd er gevraagd. ‘Daar zal Hij ook voor zorgen’, zei ze dan. ‘Als de Heere ons roept, dan weet Hij ook van onze kinderen af’.”
Ook Gerdine was van jongs af aan betrokken op het zendingswerk. Mevrouw Zoeteman: “Zodra ze kon lezen, las ze zendingsverhalen. Ook een juf op school merkte haar belangstelling voor het zendingswerk. We zijn geen grote praters, maar we zagen de liefde voor het zendingswerk aan wat Gerdine deed. Aan de reizen die ze maakte. Aan haar beroepskeuze toen ze juf werd. Aan de verhuizing naar Rotterdam, omdat ze dacht dat ze hier meer kon betekenen voor anderen. Ze ging daar in gesprek met buren en nam hen mee naar de kerk. Ze dacht erover om op een niet-reformatorische school te gaan werken, zodat ze ook andere kinderen kon bereiken met het Evangelie. We merkten dat ze zoekende was. Als we op zondagavond zongen, koos Gerdine vaak psalm 108 vers 1: ‘Mijn hart o Hemelmajesteit, is tot Uw dienst en lof bereid’. Uiteindelijk heeft Gerdine gesolliciteerd bij ZGG en is ze aangenomen voor Albanië”.
Blijdschap
Hanna zong een lofzang toen zij Samuël achterliet in de tempel. Begrijpen de moeders de blijdschap van Hanna? Mevrouw Visser: “Toen we op het vliegveld afscheid namen, heb ik tranen vergoten. Maar als Henk dan vroeg: ‘Gaat het?’, kon ik toch zeggen: ‘Het gaat goed, Henk!’ Hoe zei Hanna het ook alweer in haar lofzang: Ik verheug mij in Uw heil. Het gaat niet om mij of om mijn kind. Maar om Gods heil. Om de uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Dan is er toch vooral blijdschap en verwondering dat de Heere ons kind daarvoor wil gebruiken”.
Rookworsten
Nu beiden een kind hebben op het zendingsveld, hebben ze ook een taak. “Meebidden en meeleven is heel belangrijk.” Ook praktisch kunnen de moeders veel betekenen voor hun kinderen. Hanna bracht Samuël ieder jaar een kleinen rok. Moeder Zoeteman glimlacht. “Afgelopen winter ging er een zoon van een andere zendingswerker naar zijn ouders in Albanië. Ik heb toen wat spullen voor Gerdine gekocht om de koude Albanese winter door te komen en die aan hem meegegeven.” Binnenkort gaat mevrouw Visser op bezoek in Albanië. “Er staan vijf Unox-rookworsten op Marianne’s verlanglijstje. Die zitten al in mijn koffer.”
Verlangen
Mevrouw Visser wil graag iets zeggen tegen jongeren die ook het verlangen hebben om te werken in de dienst van de Heere. “Leg het aan de Heere voor. Geef het ook de tijd, laat het ontkiemen. Wees altijd bewust van de keuzes die je maakt. Kan ik de Heere ermee dienen? Misschien ligt een theologische studie niet voor de hand, maar andere studies en ervaringen kunnen ook heel nuttig zijn op het zendingsveld.” Mevrouw Zoeteman vult aan: “Praat erover met anderen. Dat hoeven niet per se je ouders te zijn, dat kunnen ook vrienden of vriendinnen zijn. En ga naar uitzenddiensten. Want dan hoor je waar het om gaat. Altijd klinkt daar de bemoediging vanuit Gods beloften en trouw. Je wordt er tijdens die diensten als het ware aan je haren bijgetrokken”.
Bezwaren
De weg naar het zendingsveld is niet altijd een makkelijke weg. Mevrouw Visser: “Satan zal er ook op af komen en zeggen: ‘jij bent niet geschikt’. Laat je maar niet afschrikken door allerlei bezwaren. Mozes was ook geen man van talen, maar de Heere stuurde hem wel. Als je de stem van de Heere gehoord hebt, mag je daarop vertrouwen”. Ook ouders kunnen soms allerlei bezwaren opwerpen. Mevrouw Zoeteman: “Soms zie je dat het voor ouders ook een proces is. Dan zie je hen in de loop van de tijd veranderen en er naartoe groeien. Mevrouw Visser herkent dit. “Zelf heb ik als moeder ook zulke momenten gekend. Dan zei ik met Jakob: Gij berooft mij van kinderen! Maar we moeten onze kinderen niet als ons eigendom beschouwen. De Heere heeft recht op onze kinderen!”
Mevrouw Zoeteman woont samen met haar man in Hendrik Ido Ambacht. Ze zijn de ouders van Gerdine, die in 2017 is uitgezonden vanuit de gemeente Rotterdam- Zuidwijk naar Albanië als vrouwen- en kinderwerker. Mevrouw Visser woont in Dordrecht en is de moeder van Henk. Henk is begin 2019 als evangelist uitgezonden naar Albanië vanuit de gemeente Woerden, samen met zijn vrouw Marianne. Hun vier volwassen kinderen zijn in Nederland achtergebleven. De man van mevrouw Visser is in 2012 overleden. Al eerder verloor zij een zoon op dertienjarige leeftijd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2019
Daniel | 32 Pagina's