JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

1. Denken over leven en dood anno nu

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Denken over leven en dood anno nu

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Je zou er eens op moeten letten wat mensen elkaar zoal toewensen als ze op de drempel van een nieuw jaar staan. Zeker van mensen die geen christen zijn, zul je vaak iets horen met ongeveer deze strekking: 'Veel geluk gewenst, veel succes in je carrière, veel plezier met je familie - maar vooral: gezondheid, want dat is het belangrijkste.'

Zo'n uitspraak laat direct zien wat mensen tegenwoordig belangrijk vinden als ze aan het leven denken. Gezondheid staat voor veel mensen op de eerste plaats. Blijkbaar staat of valt je persoonlijke toekomst met je gezondheid. Daarom is er ook zoveel aandacht voor gezondheid. Elke Nederlander heeft iets over het juiste eetpatroon of de juiste leefstijl te vertellen. Elk boek dat zegt de weg naar gezondheid te beschrijven, wordt met open armen ontvangen. We willen allemaal van alle kwaaltjes af, we willen energiek zijn, we willen zowel lichamelijk als geestelijk lekker in ons vel zitten. En we willen bovendien later een vitale 65-plusser worden die nog in alle opzichten van het leven kan genieten. In onze genotscultuur ben je het leven waard zolang je ervan kunt genieten.

Het is niet moeilijk te bedenken welke gevolgen dit heeft voor ons denken over ernstige ziekte, ouderdom vol gebreken, handicaps en andere vormen van lichamelijk of geestelijk lijden. Mensen vragen zich hardop af waarom ze nog zouden moeten leven als zoiets hen overkomt. En sommigen schromen niet erbij te vertellen dat ze het dan tijd vinden 'ermee te stoppen'.

Deze opvatting komt voort uit een dieperliggende visie op het leven en de dood. In die visie hoort de dood bij het leven, maar moet het leven tegelijkertijd geleefd worden alsof er geen dood is. Misschien komt die gedachte ons wel heel bekend voor. Toch is zo'n kijk op leven en dood minder realistisch dan het lijkt, zeker vanuit Bijbels oogpunt. We weten goed genoeg dat we onze toekomst niet kunnen plannen en we kennen allemaal mensen van wie het leven volledig in de war is gestuurd door bijvoorbeeld ziekte of het overlijden van een geliefde. Net zomin als deze visie op het leven realistisch is, is de visie op de dood dat. De gedachte dat de dood bij het leven hoort, draagt geen mens van nature met zich mee. leder mens wil leven. Ten diepste wil niemand ophouden te leven, ook niet na een 'lang, gelukkig en nuttig leven'. Mensen zijn niet op de wereld om te sterven. Dat mensen toch tegen elkaar zeggen dat er een punt komt dat ze niet meer willen leven, is daarom niet zozeer realistisch, maar een uitvloeisel van de wens zelf het leven in de hand te houden.

In deze visie op leven en dood horen we heel duidelijk de maakbaarheidsgedachte doorklinken. We kunnen spreken van het idee van de 'maakbare samenleving', maar ook van het idee van het maakbare leven. In onze cultuur is het al tientallen jaren niet meer vanzelfsprekend om rekening te houden met hogere machten of een God Die alles bestuurt. Liever houden we onszelf voor dat we zelf onze wegen kiezen, zelf verantwoordelijk zijn voor hoe ons leven gaat, zelf er iets van moeten maken - en dus ook zelf bepalen wanneer het afgelopen moet zijn. Op de achtergrond zien we de nadruk op het individu met zijn eigen wensen, verantwoordelijkheden en beslissingen. Tegelijkertijd is voor andere mensen het leven van het individu juist heel weinig waard. Met de evolutietheorie als uitgangspunt zeggen zij dat elk mens er ook maar toevallig is en dat men het moet accepteren dat zieke of oude mensen moeten ophouden te bestaan. Of mensen het individu nu overwaarderen of onderwaarderen, in beide gevallen worden we geconfronteerd met een ontkenning van Gods aanwezigheid of in ieder geval Gods besturing. We ontmoeten hier mensen die van God los willen zijn.

We kunnen ons afvragen hoever deze trends doordringen bij mensen die zich christen noemen. Zeker is dat individualisme, de nadruk op de autonomie van elk individu, en secularisatie aan christenen in Nederland niet voorbijgaan. Met die gedachte in het achterhoofd kunnen wij beter begrijpen hoe onze niet-christelijke naasten kunnen zeggen dat ze hun leven zinloos vinden en hoe ze zover kunnen komen dat ze hun leven willen beëindigen. In het laatste gedeelte van dit hoofdstuk willen we hiervan kort iets laten zien.

 

Achtergronden doodswens

Om iets te kunnen zeggen over levensbeëindiging is het allereerst nodig de achtergronden ervan te kennen. De situatie van mensen met een doodswens, zoals dit in officiële discussies wordt aangeduid, moet serieus worden genomen. Een verzoek om euthanasie komt echter niet alleen voort uit de gedachte dat het leven maakbaar is. Als we zelf jong en gezond zijn en weinig te klagen hebben, kunnen we ons niet voorstellen hoe het voelt: ondraaglijk lijden of ervaren dat ons leven zinloos is. Daarom is het nodig onszelf te verdiepen in ervaringsverhalen van mensen die er zelf bij betrokken zijn geraakt.

In 1973 is in Nederland de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie (NVVE) opgericht. Inmiddels is de naam gewijzigd in Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Deze vereniging maakt zich sterk voor maatschappelijke acceptatie van vrijwillige levensbeëindiging en de verbetering van de mogelijkheden daarvoor. Zo'n 100.000 Nederlanders hebben zich inmiddels aangesloten bij de vereniging. Dat is bewijs genoeg dat er in Nederland een breed draagvlak is voor vrijwillige levensbeëindiging. Een discussie met een niet-christelijke collega over dit onderwerp zal al snel dezelfde constatering opleveren. Wat beweegt iemand die euthanasie de moeite waard vindt om ervoor te strijden?

Onlangs verscheen in Psychologie Magazine een interview met een 48-jarige vrouw bij wie kortgeleden de ziekte van Alzheimer is geconstateerd. Het interview eindigt met een voorzichtige uitspraak over vrijwillige levensbeëindiging, die inzicht geeft in de overwegingen die mensen daarbij hebben. "Ik heb bij mijn moeder gezien hoe zwaar het is om iemand te verzorgen," vertelt de vrouw. "Ja, daar ben ik echt bang voor. Ik mag en wil het eigenlijk niet zeggen, maar als ze me uit huis moeten plaatsen, dan hoeft het voor mij niet meer."

We zien hier hoe diep het zowel de patiënt als de familieleden raakt wanneer ze te maken hebben met ongeneeslijke ziekte. Een familielid kan al zijn of haar hele leven te maken hebben met ernstige lichamelijke of geestelijke beperkingen, een ongeneeslijke ziekte onder de leden krijgen of in hoge ouderdom zozeer aftakelen dat zijn of haar bestaan mensonwaardig lijkt. De vrouw uit het interview wil met het oog op haar familie haar leven beëindigen als de zorg voor hen te zwaar wordt. Ook als de zieke hier zelf niet om vraagt, kunnen familieleden rondlopen met de vraag of het lijden niet op een actieve wijze beëindigd moet worden.

Als familieleden vragen om euthanasie, moeten we dat niet direct opvatten als egoïsme. Zo'n vraag hoeft niet te betekenen dat de familieleden geen zin meer hebben de zieke te verzorgen, zoals hen vaak wordt verweten. Veel mensen vinden het lijden van de zieke zó zwaar om aan te zien, dat ze het juist barmhartig vinden om dit lijden te beëindigen. En dat niet alleen omdat zij zelf liever geen ellende zien, maar omdat het een geliefde is die lijdt.

Dit geldt zeker voor situaties waarbij de zieke zelf heeft aangegeven zijn of haar leven te willen beëindigen. Familieleden voelen zich dan vaak verscheurd door twee kanten van de zaak. Enerzijds willen ze hun familielid niet kwijt; ze willen hem of haar vasthouden in het leven. Anderzijds voelen ze zich schuldig als ze er zo over denken: moet de zieke dan nog langer lijden omdat de familieleden hem of haar niet kunnen missen? Zij ervaren hun weerstand tegen euthanasie als egoïsme.

De site van de zojuist genoemde NVVE heeft een 'open forum'-gedeelte waarop veel te vinden is over de achtergronden van levensbeëindiging. Uit de reactie van een dochter van een ernstig zieke kunnen we iets zien van de vertwijfeling die bij familieleden kan optreden: "Ik moet even een reactie plaatsen, omdat wij nu zelf met dit bezig zijn, mijn stiefvader lijdt momenteel aan longkanker en de artsen hebben hem opgegeven. Vandaag heeft hij samen met mijn moeder besloten er een einde aan te maken, hij kan het niet meer aan, de pijn die hij moet doorstaan. Ik schrijf dit echt met tranen in mijn ogen en weet niet wat ik ervan moet denken. Ik begrijp zijn beslissing zeker wel. Maar zoveel vragen blijven hangen... ik vind het erg moeilijk maar moet begrijpen dat hij er genoeg van heeft."

Een dochter van een hoogbejaarde vrouw schrijft: "Morgen wordt er weer niet geluisterd naar mij... morgen wordt mijn moeder weer naar de operatiekamer gereden. Weer een ledemaat geamputeerd. Een klein hoofdje, een lichaampje wat op is, kromme armpjes, vingertjes die niets meer kunnen. STOP roep ik, maar niemand luistert! Eten en drinken door een rietje. Zij kan nog lachen om onze grapjes, zegt de lieve zuster! Als ik niet meer kan beslissen, heeft zij gevraagd, wil jij het dan doen? Maar niemand luistert..."

In het laatste voorbeeld zien we dat de patiënt in kwestie zelf om euthanasie vraagt, hoewel ze niet tevoren een euthanasieverklaring heeft laten opstellen. Om zulke onofficiële verzoeken tot euthanasie tegen te komen, hoeven we niet naar het ziekenhuis. Het is de realiteit dat in verpleeghuizen en verzorgingshuizen mensen zitten die al jarenlang niet meer weten waarvoor ze nog leven. Verregaande aftakeling, lichamelijk of verstandelijk, kan daarvoor de reden zijn.

Een sociaal isolement kan echter ook al genoeg zijn. Je kunt als verzorgende proberen een eenzame bewoner, die geen familie meer heeft of er nooit iemand van ziet, op te vrolijken met een kopje koffie. Maar je staat naar woorden te zoeken als je die bewoner aantreft met zijn hoofd op zijn armen, verzuchtend dat het voor hem wel afgelopen mag zijn.

Naast ziekte en aftakeling kan eenzaamheid een directe reden zijn voor de wens tot levensbeëindiging. Het is belangrijk ons te realiseren wat eenzaamheid met mensen kan doen, zelfs als ze jong en gezond zijn. Zulke eenzaamheid heeft vaak direct te maken met psychische problematiek. Een vereniging als de NVVE trekt ook jonge mensen aan, die als gevolg van grote psychische problemen op zoek zijn naar mogelijkheden om door wettelijke euthanasie te sterven. Hoe ver eenzaamheid kan gaan, laat een 38-jarige man zien: "Ik heb nu al 25 jaar de wens om niet meer wakker te worden. (...) Zinloos, lusteloos en in volstrekte eenzaamheid kom ik mijn dagen door. Soms chat ik wel eens even met mensen op een chatsite en dat is moeilijk voor mij. Hun wereld is de mijne niet. (...) Wat in mijn wereld niet bestaat, heb jij allang. Je hebt het druk, druk met al je vrienden en kennissen. Druk met chatten en je vriendensites. En ik? Al 4 dagen online maar niemand die me heeft gevonden."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2008

AanZet | 97 Pagina's

1. Denken over leven en dood anno nu

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2008

AanZet | 97 Pagina's