JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

4. Verwerking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

4. Verwerking

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbelstudie 'Bid en werk'

Lees 2 Thessalonicenzen 3: 1-15.

Het hoofdstuk 2 Thessalonicenzen 3 zou je kunnen samenvatten met de woorden 'Bid en werk'. In vers 1 tot en met 5 schrijft Paulus namelijk over het bidden, terwijl vers 6 tot en met 15 gaan over het werken. Bidden en werken zijn niet te scheiden van elkaar. Beide behoren ze tot het werk dat de kerk te verrichten heeft in de tijd die vooraf gaat aan de wederkomst van Christus.

Paulus' oproep om voor de uitbreiding van Gods koninkrijk te bidden in vers 1 staat niet op zichzelf. In de hoofdstukken 1 en 2 van zijn tweede brief aan de Thessalonicenzen heeft hij vooral benadrukt dat de Heere de verdrukte kerk in Thessalonica niet vergeet! Maar de Thessalonicenzen moeten ook meeleven en meebidden met het wereldwijde werk van hun Heere en Zaligmaker. Zij moeten ook oog hebben voor de missie van Paulus en anderen. Zo worden zij door God gebruikt om het Evangelie de wereld in te brengen en zo Zijn koninkrijk uit te breiden.

Maar, gevouwen handen mogen niet zonder eelt zijn van het werken. Het één kan en mag niet zonder het ander. Er waren in Thessalonica mensen die ongeregeld leefden (vers 6) en hun tijd verprutsten (vers 11). Vooral in grote havensteden als Korinthe, Thessalonica en Efeze kwam dit voor. Er kwam veel 'los volk' op de christelijke samenkomsten af, in de hoop op gemakkelijke ondersteuning door de kerkelijke liefdemaaltijden en christelijke naastenliefde. Deze mensen waren niet te slecht voor de kerk, maar moesten er geen misbruik van maken. Wie niet werkt, zal ook niet eten (vers 10). Paulus vermaant om door kerkelijke tucht deze mensen tot inkeer te vermanen (vers 15).

Door trouw hun plicht te doen en op hun post te blijven, hebben de Thesssalonicenzen brood op de plank en hebben ze ook iets over om uit te delen aan de armen (vers 12-13).

1. Voor wie en waarvoor worden wij opgeroepen te bidden (vers 1)? Doe jij dat ook?

2. Wat zou Paulus bewegen om vers 5 aan vers 4 toe te voegen?

3. Eerst bidden, dan werken? Of andersom?

4. Is werken een plicht? Of een roeping?

5. Is het doel van werken alleen om geld te verdienen en daarvan brood te kopen (vers 10 en 12)?

6. Is Paulus hier niet wat hard in z'n oordeel in vers 14? Er zijn toch mensen die niet kunnen werken?

7. Hoe moeten we (het gebruik van) onze vrije tijd zien in het licht van dit hoofdstuk?

8. In zijn eerste brief schrijft Paulus dat de gelovigen nuchter moeten zijn als het gaat om de wederkomst. Ook in zijn tweede brief schrijft hij dat de wederkomst niet spoedig zal komen (2 Thessalonicensen 2: 2).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2008

AanZet | 69 Pagina's

4. Verwerking

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2008

AanZet | 69 Pagina's