Ik heb geld dus ik koop

"Het is toch zijn eigen schuld, dat die man daar staat?" hoor ik je denken. "Hij zal wel verslaafd zijn. En dakloos natuurlijk." Weet je dat zeker? Zelf dacht ik dat eerst ook. Maar het ligt toch anders. Die man - laten we hem Pjotr noemen - is niet verslaafd. Hij heeft een heel andere reden om straatkranten te verkopen. Eigenlijk hoort hij in de Oekraïne thuis. Hij staat hier voor zijn zoon, die ernstig ziek is en in de Oekraïne achterbleef. Hij dacht dat het gemakkelijk zou zijn om hier in Nederland geld te verdienen. Nederland is toch zo'n rijk land? Dat geld wilde hij dan naar zijn zoon sturen, zodat er medicijnen gekocht kunnen worden.

Het viel tegen. In Nederland zitten we niet op mensen zoals hij (asielzoekers) te wachten. "Laat ze in hun eigen land blijven", denken we. Maar, wat zou je zelf doen als je broer of zus ernstig ziek is en er geen geld is om medicijnen te kopen? Trouwens, als er in Rusland al medicijnen zijn, dan zijn ze duur. Zou jij er ook niet alles voor overhebben om aan geld te komen? Pjotr in ieder geval wel. Zó veel, dat hij 'dakloos' werd en nu straatkranten verkoopt. Het geld dat hij overhoudt, stuurt hij alvast op naar zijn zoon. Als het nog niet te laat is.

Ik vind het handig om geld te sparen, maar niet belangrijk. Ik verdien geld met een bijbaantje. Zaterdag en in de vakantie werk ik bij een rozenkwekerij en op woensdag en donderdag (na school) bij een viswinkel. Ik spaar een gedeelte van mijn geld en een gedeelte geef ik uit. Als ik van iemand tweehonderd gulden zou krijgen, zou ik het op de bank zetten of er iets voor kopen waar ik toevallig op dat moment voor spaarde. Ik sponsor weleens personen als ze iets voor een goed doel doen. Maar verder geef ik geen geld voor goede doelen.

Eelco Weerheim (15 jaar)

Tegenstelling

Heb jij dat nu ook, dat je het eigenlijk vervelend vindt, dat zo'n man daar staat? Hij herinnert je eraan dat niet iedereen het zo goed heeft als ons. Dat maakt ons een beetje onrustig.

Maar het is ook een vreemde tegenstelling. In Nederland hebben we het erg goed. Er is eten genoeg, we hebben een dak boven ons hoofd, gezellige klasgenoten. En misschien ook nog wel een leuk baantje. Je past bijvoorbeeld wel eens op de kinderen van de buren. Als je het treft, slapen de kinderen de hele avond rustig door. Makkelijk verdiend. Of je brengt kranten rond. Dat levert ook een leuk bedrag op. Daar trotseer je wel een paar regenbuien voor. Of je staat op zaterdag op de markt. Je moet er wel wat voor over hebben natuurlijk, want 's morgens om vier uur, half vijf gaat je wekker al. Maar, als je baas aan het eind van de dag uitbetaalt, ben je dat allang vergeten. Tegenwoordig heeft bijna iedereen wel een baantje. Het stond pas nog in de krant. En, wat doe jij eigenlijk met het geld dat je verdient? Sparen voor een dwarsfluit, omdat je zo graag op les wilt? Of spaar je voor de vakantie, zodat je straks op kamp kunt gaan? Ga je er een brommer van kopen, als je zestien bent? Wil je graag een mobieltje kopen misschien?

Schatten

Het is gemakkelijk om geld te verdienen en het is nóg gemakkelijker om het uit te geven. Of vind je het juist moeilijk om goed met je geld om te gaan? Tegenwoordig lijkt het wel alsof het hele leven bestaat uit 'kopen'. In kranten, reclamefolders, op borden langs de weg, overal waar je kijkt wordt je aandacht getrokken. Luxe vakanties, mobiele telefoons, sigaretten, kleding... van alles te koop voor veel of weinig geld. Dat heeft invloed op je. Ook al geef je je geld niet uit aan de dingen die ik zojuist noemde, maar aan minder 'dure' dingen. Dan nóg moet je je afvragen of het zinvol is wat je koopt. Koop je omdat je het nodig hebt, of koop je om te kopen?! Om de 'heb', om het zo maar eens te zeggen. Als dat laatste het geval is, dan ben je bezig met 'verzamelen'. Daar zegt de Heere Jezus iets over. Ken je die tekst uit de bergrede? Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen; maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen (Mattheüs 6). De Heere Jezus wil ons hier wijzen op onze houding ten opzichte van ons bezit. Iemand die God niet kent, denkt dat hij de eigenaar van alles is, van zijn geld en zijn bezit. Maar als iemand de Heere oprecht liefheeft, zegt hij: "Ik ben geen eigenaar. Ik heb deze dingen slechts te leen. Ze zijn niet echt van mij".

Als je zo met je bezit omgaat, vraag je je af hoe je het tot eer van God kunt gebruiken. Straks zul je aan Hem verantwoording af moeten leggen over alles waar Hij je mee gezegend heeft. De Heere zal dan van ons vragen hoe wij ermee omgegaan zijn. Hij heeft ons het voorrecht gegeven dat we in rijkdom leven. Hij heeft ook jou met bepaalde dingen gezegend. Daarom moet je beseffen dat al deze dingen uiteindelijk aan God toebehoren. Als je dat gaat beseffen, wordt je geld en je bezit betrekkelijk. Het is niet langer de kern van je leven, waar alles om draait. Je hecht je niet meer aan deze dingen. Ze zijn niet steeds in je gedachten en je wordt er niet door in beslag genomen. Je hebt er slechts een vluchtige band mee. Als je zo leeft, dan heb je je tijd nodig voor iets anders: Vergadert u schatten in den hemel. De Heere Jezus gaat in de bergrede namelijk nog verder: Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.

Het is best leuk om zelf te verdienen. Ik werk bij een oudere dame. Van al het geld dat ik krijg (ook zakgeld), geef ik minstens een tiende aan een goed doel. Mensen sterven van de honger, terwijl wij dingen kopen  die we niet echt nodig hebben. Wij worden er echt niet minder van als we dat doen. God wil dat we onze naaste liefhebben als onszelf, en Hij geeft ons zoveel dat we daarvan best een deel aan arme mensen kunnen geven. Als ik tweehonderd gulden zou krijgen, zou ik daarom een deel aan een goed doel geven en de rest sparen.

Annemieke de Blois (15 jaar)

Een tiende

Ken je dat gebod dat de Heere in het Oude Testament aan het volk Israël gaf? De Israëlieten moesten een tiende deel van wat ze verdienden aan de Heere geven. Dat is best veel. Stel je voor dat je zomaar van iemand tweehonderd gulden zou krijgen. Dan zou je twintig gulden weg moeten geven, voor de Heere. Kun jij dat? Of heb je al bedacht dat je met die tweehonderd gulden eindelijk kunt kopen wat al heel lang op je verlanglijst staat? Moeilijk, vind je niet? De Heere heeft dat gebod niet voor niets aan Zijn volk gegeven. Hij weet hoe een mens in elkaar zit. De Israëlieten moesten bij alles wat ze verdienden, eerst uitrekenen hoeveel ze aan de Heere moesten geven. Wat daarna overbleef, mochten ze hun bezit noemen. Heb je er wel eens over nagedacht wat dat betekent? Wij hebben de neiging om eerst aan onszelf te denken en dan aan de Heere, ook als we ons geld uitgeven. Het is goed om dat eens om te draaien. Hoort dat ook niet bij het vergaderen van de schatten in de hemel. En, daar wordt je zelf niet slechter, maar alleen beter van!

Ik verdien geld met een bijbaantje en wil van dat geld wel eens iets kopen, vooral als ik zie dat mijn vriendinnen iets nieuws hebben dat ik leuk vind. Mijn ouders hebben liever dat ik spaar, dus een gedeelte van mijn geld gebruik ik maar voor iets leuks. Het is ook wel eens leuk om je geld aan een goed doel te geven. Af en toe koop ik zelf bijvoorbeeld iets voor de VBOK of Woord en Daad. Als ik zomaar van iemand twehonderd gulden krijg, dan denk ik dat ik het op mijn rekening zet en er verder niets van koop.

Evelien Ritmeester (15 jaar) 

Tenslotte... als je niet meer weet wat met je geld moet doen, denk dan ook nog eens aan Pjotr.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen