JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Nieuw leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuw leven

Verhaal

10 minuten leestijd

Maandagavond - huisbezoek. 't Stond met grote letters op moeders kalender. Ze had het er zelf opgezet, nadat ouderling Kruys gebeld had. Marco had de telefoon opgenomen. Hij was een beetje geschrokken van Kruys' stem. Kruys was catechisatie gaan geven nadat de dominee weggegaan was. En Marco had nogal eens een aanvaring met hem. Hij zou toch niet... Maar nee, hij wilde een afspraak voor een huisbezoek maken.

Huisbezoek! En ma verwachtte dat hij erbij zou zijn.

Marco zag het al helemaal voor zich. Eerst een praatje over het weer. Dan, als de koffie op was, over het werk van pa en over het gezin. En tenslotte kwam het belangrijkste. Hoe het ervoor stond 'op weg en reis naar de eeuwigheid'. Zo ongeveer had Marco het Kruys al eens horen vragen. En hij wist nog goed hoe benauwd hij het toen gekregen had.

Kruys was geen onaardige man. Hij kon alleen geen orde houden. En iets uitleggen was ook niet zijn vak. Dat kon de dominee veel beter. Soms zó, dat je wel moest luisteren. Vooral als de dominee eens iets uit zijn leven vertelde. Dan werd het stil, heel stil. En dan voelde je: het is goed om de Heere te dienen. Ja, dan kreeg je er bijna zelf zin in.

 

't Liep tegen zevenen, die maandagavond. Marco hoorde dat moeder de strijkplank opruimde.

Hij keek naar zijn agenda. Veel huiswerk hadden ze niet.

Moest hij dan toch naar beneden, zo meteen? Maar hij wou het niet! En hij durfde niet.

Moeder stak haar hoofd om de deur. "Denk je om 't huisbezoek, Marco?" Hij keek langs haar heen. "Nee", zei hij. "Waarom moet ik erbij zijn? 'k Heb Kruys een hele winter op cat al gezien. Had-ie me toen ook kunnen vragen hoe het ervoor stond op weg en reis naar de eeuwigheid."

Hij deed Kruys' langzame manier van praten na. 

"Marco!" zei moeder. Ze hing een blouse in zijn kast.

"Ja, Marco", zei Marco. "Ik moet naar Arjan, ma, voor wiskunde. Zeg dat maar tegen Kruys." Hij zag ma's ogen. Hij verwachtte een preek. Maar moeder draaide zich om. Hij hoorde haar langzaam de trap aflopen.

Klokslag half acht ging de bel. Marco hoorde Kruys' stem, en de stem van diaken Noest. Noest was een jonge kerel, heel geschikt. Met Noest alleen zou hij wel eens willen praten. Gewoon, al slenterend langs de zee ofzo. Branding in je oren, wind tegen. Hé, dat kon hij wel eens doen, vanavond.

Hij hoorde moeder met kopjes rammelen. Hij hoorde pa praten en Kruys. Hij hoorde vaag moeders stem. Zou ze nu zeggen dat hij er niet bij wilde zijn? Hij wist zeker dat pa ook liever in de schuur zat te knutselen. Pa en ma waren zo heel verschillend. Dat was niet altijd zo geweest. Met ma kon je eerder verschrikkelijk gek doen en lachen. Tot die neef van ma verongelukte. Toen ging ze opeens midden op de dag in de Bijbel lezen. En bidden. En ernstig praten - ook tegen pa en hem. Bijna net als opa.

Opa - hij kon vanavond ook wel even langs opa gaan. Hij was er zo'n tijd niet geweest. Ja, dat deed hij: eerst een ommetje over 't strand en dan naar opa. Kruys hield het vast nog wel even vol, hier.

Hij hoorde de stem van meneer Kruys, toen hij langs de kamer kwam. Zouden ze al aan het ernstige gedeelte toe zijn? Hij zou er best bij willen zijn, maar dan moesten ze hem niks vragen. En dan moest ma niet gaan huilen, want daar kreeg hij zo'n vreemd gevoel van. En pa, die mocht wel knutselen in de schuur. Alleen ma en hij... Marco greep zijn jas. Ma zou niet weten wat er gebeurde. Hij had nog nooit naar haar willen luisteren. Of... toch wel?

Er stond een stevige wind. Marco zette zijn fiets aan het begin van de Boulevard neer. Hij liep naar beneden, naar het natte zand. Het werd vloed. Af en toe moest hij voor een golf wegspringen. Hij liep een flink eind tegen de wind in.

Zijn gedachten gingen toch weer naar het huisbezoek en naar z'n moeder. Zou dat nou bekering zijn, van ma? Dominee had wel eens verteld dat bekering 'omkering' was. Nou, daar leek het aardig op bij hen thuis. Pa en hij mochten niet meer surfen op Internet. Pa had moeder uitgelachen, toen ze het zei. Maar hij - diep in zijn hart wist hij heel goed dat er veel troep op het world wide web zat. En dat-ie zijn ogen niet plotseling dicht kon doen, als hij ergens langs surfde. Sinds ma er zo ernstig over gepraat had, zat hij niet meer lekker achter de computer. Er was nog meer veranderd. Moeder had bedankt voor de leesmap. Dat was jammer, want er zat altijd zo'n gaaf autoblad in. Volgens hem was daar niks mis mee. Nu kocht hij het af en toe zelf. Maar 't was hem eigenlijk te duur. Zoveel verdiende hij nog niet met die vakkenvullerij bij de Edah.

Och, en op een middag uit school had hij ma gevonden bij de boekenkast. Er lag een stapel boeken naast haar en ze moest erg huilen. Die boeken moesten de container in, vond ze. Hij had ze 'ns bekeken, 't Waren romannetjes. Hij vond ze niet interessant, maar of ze nou zondig waren, zoals moeder zei...? Zonde van je tijd, misschien - was dat ook zondig?

Na die middag had ma over boeken en muziek met hem gepraat. Alweer heel ernstig. Alles moest 'tot eer van de Heere' zijn. Ja, zo zei ma het. Hij had zijn boeken en cd's er eens op nagekeken. Als hij ging doen als ma, moest hij heel wat dingen in de container gooien. Maar of hij dat wilde...?

Er rolde een golf over Marco's schoenen. Hij sprong opzij en keek op zijn horloge. Het werd tijd om naar opa te gaan.

 

Opa woonde in een klein, oud huisje dat geleund stond tegen de duinen. Ma was er geboren en oma was er gestorven. Opa had de achterdeur al op slot en de gordijnen dicht. Marco trok aan de ouderwetse deurbel. Er klonk gestommel. Opa's stok tik-takte op de plavuizen van het halletje. Het luikje van de voordeur ging open.

"Ik ben het, opa." "Hé, onze Marco!" Opa schoof de grendel weg. Hij trok de deur wagenwijd open. "Jongen, kom d'r in."

Zo was het altijd bij opa. Zelfs als hij midden in de nacht zou komen. En er was ook bijna altijd koffie. Marco rook het al.

"Een bakje, jongen?" vroeg opa. Hij tik-takte naar de keuken.

"Lekker warm hier, opa."

Opa zette twee mokken koffie op de kleine tafel. Hij schepte er royaal suiker in.

"Doet de kachel bij jullie het niet?" vroeg hij.

Er was een lachje in zijn ogen. "Jawel", zei Marco. Hij keek naar de namaakvlammetjes in de gaskachel. "Maar ik kom van 't strand."

Opa roerde in zijn koffie.

"Ik dacht dat jullie vanavond huisbezoek kregen?"

Marco kreeg het warm. Natuurlijk, zondag was het afgekondigd. Dat ging nog zo in hun kleine gemeente. "Maandagavond, half acht, familie Richter."

"Eh, ja", zei Marco.

"Ging het plotseling niet door, ofzo?" Opa dronk genietend zijn koffie. Hij keek ook al naar de vlammetjes van de gashaard.

"Eh, nee", zei Marco.

Hij had het kunnen weten. Opa was recht-door-zee en zijn geheugen nog heel best.

"Nee, ik had geen zin om d'r bij te zijn."

"Geen zin?" Opa ging verzitten.

"Maar jongen, da's nou toch ook wat!"

Spotte opa? Vond hij het eigenlijk ook niet zo erg? Nee, daar kende hij opa te goed voor. Opa was altijd bezig met de dingen van de Heere. Hij noemde de dienst van de Heere een liefdedienst. En als hij erover sprak, glinsterden zijn ogen vaak. Net als bij de dominee eerder.

"Nou ja, geen zin..." zei Marco.

Opeens durfde hij, In het schemerdonker van opa's kleine, knusse kamer. Hij staarde naar de vlammetjes. Hij voelde de warmte en hij vertelde. Over de grote verandering, thuis. Over ma, die zo vaak huilde. Over zijn eigen, vreemde verlangen, dat zo heel diep in zijn hart leefde. En dat hij steeds wilde verdringen. Door Kruys dwars te zitten op catechisatie. Door niet op te letten bij godsdienst op school en zelfs slechte cijfers te halen. Door in de kerk net te doen alsof hij niet luisterde. Een vreemd verlangen, dat op de één of andere manier niet te verdringen was. Het verlangen om de Heere te kennen, zoals opa Hem kende.

Marco zweeg. Hij had er nog nooit met iemand over gepraat. Hij wist dat het bij opa veilig was - maar toch... Opa zweeg eerst ook. Marco durfde hem niet aan te kijken. Hij schoof iets dichter naar de gashaard, iets meer in het schemerdonker.

Opa kuchte. "Jongen toch", zei hij.

Marco schrok. Als opa nu maar niet dacht dat hij al zo half-half bekeerd was. Hij wilde snel over iets gewoons beginnen. Opa gaf hem geen kans.

"Dus jij voelt wel dat je zo niet verder kunt leven?"

Voelde hij dat? Marco haalde zijn schouders op.

"Ik weet het niet, opa. Soms denk ik dat ik alleen maar bang ben. Bang voor de straf, voor de hel."

Hij fluisterde bijna.

"Maar als ik u dan over, nou ja, over de Heere en Zijn dienst hoor praten, en over de Heere Jezus, dan ben ik, eh..." Hij zocht naar het goede woord. "Eh, jaloers op u. Want u bent gelukkig."

"Jij dus niet?" Opa was heel direct.

"Jou geeft het dus geen kick om meneer Kruys dwars te zitten, en om je godsdienst niet te leren?"

Marco moest bijna lachen om het woord 'kick'. Wat klonk dat raar uit opa's mond! Opeens durfde hij opa aan te kijken.

"Nee", zei hij. "Als ik weer 'ns aan 't pesten geweest ben, baal ik verschrikkelijk van mezelf. Snap~u~dat, opa?" Opa knikte langzaam.

"Ja", zei hij, "ja jongen, want ik ben ook zo geweest."

Toen vertelde hij over zijn jongenstijd. Over het spijbelen bij catechisatie, over het liegen thuis. Over zijn leven, zijn zondig leven.

"U opa?" wilde Marco vragen, maar hij zweeg. Opa vertelde verder. Hoe de Heere hem opgezocht had en hoe hij tegen de roepstem van de Heere gevochten had. Maar ook hoe de Heere overwonnen had. En hoe hij die Ander, de Heere Jezus, nodig had gekregen.

"Toen mocht ik zien dat de hitte van Gods gramschap geblust is. Dankzij het Lam, jongen. En toen gaf de Heere me een nieuw leven. Nu vraagt Hij van mij om heilig voor Hem te leven. Kan ik dat van mezelf? Nee, joh, je ouwe opa moet elke dag weer om kracht vragen, om vergeving en om nog veel meer. En jij...?"

Marco boog zijn hoofd. Opa moest nu maar niks meer zeggen tegen hem. Stel je voor dat hij ging huilen.

"Ik ga weer 'ns, opa", zei hij vlug. En hij stond al. Opa's hand rustte even op zijn schouder.

"Bij de Heere is een volheid, jongen", zei hij en zijn stem beefde. "Genade voor een doodschuldige. Want het is volbracht! Kom je gauw weer?"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 april 2001

Daniel | 32 Pagina's

Nieuw leven

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 april 2001

Daniel | 32 Pagina's