JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Henk Florijn: Eindhalte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Henk Florijn: Eindhalte

LeesWijzer

6 minuten leestijd

Vorig jaar verscheen bij Den Hertog in Utrecht de novelle Eindhalte. Henk Fiorijn, die als (kerk)historicus zijn sporen wel verdiend heeft, begaf zich hiermee op het literaire pad. Dit bescheiden begin wekt verwachtingen en nieuwsgierigheid op: wat zal er nog volgen? Wat dit werkje zeker voor onze rubriek in Daniël interessant maakt, is het feit dat het zich afspeelt op een middelbare school. Het levert een herkenbare situatie op voor velen van onze lezers. Al zal de gespannen verhouding tussen refo-jongeren en andere scholieren zich niet overal op dezelfde wijze manifesteren, je kunt zoiets in deze tijd zeker meemaken.

Hoofdpersonen

Hoofdpersoon is Leanne de Hartog, een meisje dat dagelijks met de tram naar de middelbare school gaat. Ze wordt echter regelmatig lastiggevallen door een groepje jongeren van een andere school, het Sint-Franciscuscollege, die soms naar haar spuwen, vaak schunnige taal uitslaan en zelfs wel eens handtastelijk worden. De halte waar ze er uit moet, is niet voor niets omgedoopt in halte De rokkenschool.

Haar jaargenoot Rutger Kooiman, die in een parallelklas vwo 6 zit, is een wat stille, teruggetrokken jongen. Hij heeft nogal eens gespijbeld. Niemand weet goed wat er achter zit, maar gaandeweg wordt in het boek duidelijk dat zijn thuissituatie verre van ideaal is. Hij is uit huis geplaatst, omdat hij psychisch en lichamelijk mishandeld werd. Voor zijn moeder was hij een ongewenst kind, zijn vader dronk regelmatig te veel. De enige die daar op school oog voor heeft, is de gymlerares Joke van der Molen, die er ook voor gezorgd heeft dat hij thuis weggehaald is. Haar collega Andreas de Zeeuw, leraar Nederlands en leerlingbegeleider, kan het eigenlijk niet verkroppen dat zij zich daarbij op zijn terrein heeft begeven.

Zoals de leerlingen Leanne en Rutger duidelijk eikaars tegenpolen zijn in dit boek, zo staan zeker deze twee docenten tegenover elkaar. Joke van der Molen is wat eenzaam. Ze staat alleen en is de veertig al gepasseerd - maar 'als je ergens mee zit, kun je altijd bij haar terecht', zo wordt ze door Leanne getekend. De Zeeuw is leerlingbegeleider, maar heeft in ieder geval geen antenne voor de problemen waar Rutger mee zit. Bovendien maakt hij tijdens een excursie de spottende opmerking 'moeder en zoon' als hij Van der Molen met Rutger ziet praten. 'Wat een kwal van een vent', denkt Leanne dan. Zo worden deze twee docenten scherp tegen elkaar afgezet.

 

De inhoud

De enigszins schuchtere Rutger en Leanne, die wat meer een open karakter heeft, trekken wat meer met elkaar op, nadat Rutger (in hoofdstuk 2) haar ontzet heeft toen de jongens bij het uitstappen van de tram haar lastig vielen. Tijdens de excursie naar een schilderijenmuseum hebben ze wat meer gelegenheid om met elkaar te praten. Leanne bemerkt, dat er sombere herinneringen bij Rutger opkomen naar aanleiding van bepaalde kleurstellingen in een schilderij, maar zij doorziet de ware toedracht niet. De lezer is haar dan al wat vooruit, doordat in hoofdstuk 7 in een soort flashback daar al wat van duidelijk geworden is.

Als ze hun tentamenrooster krijgen, blijken Leanne en Rutger bijna op dezelfde tijd naar school te moeten. Hij vraagt haar of ze het goed vindt dat ze samen per tram zullen reizen. Juist tijdens die rit op de tentamendag zitten haar plaaggeesten ook in de tram. Ze beginnen met allerlei treiterende opmerkingen aan het adres van beiden. De Zeeuw zit eveneens in de tram: hij doet alsof hij niets merkt, stapt bij de halte via een andere uitgang zo snel mogelijk uit de tram en haast zich naar school. Rutger krijgt een harde klap in zijn gezicht, hij blijft echter rustig, vecht niet terug, maar onttrekt zich met Leanne aan het geweld.

Na het tentamen spreekt Van der Molen Leanne even aan. Ze heeft wel opgemerkt dat er iets groeit tussen Leanne en Rutger en informeert ernaar of Leanne iets van zijn achtergrond afweet. Ze wil haar er eigenlijk op voorbereiden, dat Rutger wel wat steun en begrip nodig heeft. Als de twee de tram missen, gaan ze in het zonnetje zitten wachten op een volgende. Leanne bemerkt een groot litteken op Rutgers hand. Dan ontstaat een gesprek over de dramatische gebeurtenis is zijn leven, waarbij zijn vader hem op zijn hoofd wilde slaan, wat hij maar net met zijn hand had kunnen afweren. Wat Van der Molen had zien groeien, wordt hier werkelijkheid in een liefdesverklaring. Dan lopen ze naar de 'eindhalte, die tegelijk het begin was van de route naar huis'.

 

Beoordeling

Wat de tekening van de personen betreft, heeft Florijn een afwisselend beeld gegeven. Leanne, de dochter van een oud-gereformeerde ouderling, is kennelijk voor haar vijanden duidelijk herkenbaar als 'refo-trut'. Toch is het juist dit meisje dat vol zit met twijfels en zich verdiept in moderne literatuur, zo zelfs dat De Zeeuw zich enigszins zorgen over haar maakt. Aan de andere kant tekent Florijn de mishandelde en zelfs wat geknakte Rutger weer heel mooi als hij iets aan Leanne vertelt van zijn vertrouwen op God. Misschien is de tekening van deze personen wat schematisch gebleven, maar een nadere uitwerking hoef je in een novelle niet te verwachten.

Een zelfde contrast in karaktertekening zie je bij de docenten: De Zeeuw, die met veel flair en een hoge dunk van zichzelf les geeft, maar zijn twee leerlingen toch maar in de steek laat als ze lastiggevallen worden. Daartegenover Van der Molen, die door haar eenzaamheid en onvervuld verlangen naar het moederschap in zichzelf gekeerd had kunnen worden, maar juist openstaat voor anderen. Zij is de vrouw van de daad en degene die haar leerlingen kent en begrijpt.

Er komen nog wel enkele andere figuren in het verhaal voor, maar zij blijven in de marge: Leannes vriendin Hanna van Gelder komt soms even in beeld, bij de leraren worden soms Keuchenius en Van der Heijden genoemd. Een echte rol spelen zij niet.

De tijd waarbinnen het verhaal zich afspeelt, wordt niet expliciet genoemd. Meer dan enkele weken, eventueel maanden zal het niet zijn. De Calvijn-scholengemeenschap waarop Leanne gaat, staat kennelijk in een stad. Die wordt echter niet met name aangeduid.

De thematiek is duidelijk. Het gaat hier om de plaats van de refo-jongeren in de hen omringende wereld. Dit moet voor ons herkenbaar zijn. Veel jongeren zullen op de een of andere manier wel eens hiermee te maken hebben (gehad). Ik geloof niet dat dit overtrokken is door de auteur. Aan de andere kant vraag ik me eerlijk af: zou helaas een deel van onze jeugd dit niet meer herkennen? Is er 'onder ons' misschien ook een vorm van aanpassing aan de wereld gekomen die ervoor zorgt dat de mate van herkenning maar gering is? Hoe dan ook, in ieder geval heeft de auteur een heldere beschrijving gegeven van een onderdeel van onze cultuur, dat nog niet eerder op enig literair niveau beschreven was. Het maakt nieuwsgierig naar een mogelijke volgende stap op literair terrein, misschien ook van groter omvang en diepgang.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 2001

Daniel | 32 Pagina's

Henk Florijn: Eindhalte

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 2001

Daniel | 32 Pagina's