Mij heeft Hij hulp geschonken
Met verslagenheid en ontroering hebben wij, met velen in het land, kennisgenomen van het toch nog zo plotselinge overlijden van de heerevangelist van de Gereformeerde Gemeenten, werkzaam te Alkmaar.
J. KWANTES
We wisten dat het komen zou; een ernstige, ongeneeslijke ziekte sloopte immers zijn krachten. In Zijn ondoorgrondelijke wijsheid heeft de Heere Zijn kind en knecht verder lichamelijk lijden willen besparen en hem toch nog ongedacht uit dit leven weggenomen. Onze vriend, evangelist Jan Kwantes is niet meer. Met Opzet noem ik hem zo in dit stukje. Hij was een vriend van jonge mensen en van het werk dat onder jongeren verricht wordt. Vele jaren heeft hij in het noorden als distriktsvoorzitter leiding mogen geven aan het jeugdwerk. Hij diende het jeugdwerk met woord en daad. Hij was beschikbaar als er iets voor jongeren gedaan werd. En het was karakteristiek voor Kwantes om hem een jongerenbijeenkomst te horen openen met de woorden: , Jonge vrienden "
Ten diepste was hij een vriend van jonge mensen omdat hij door genade ook een vriend van de Bruidegom was. Hij evangeliseerde onder buitenkerkelijken, maar hij evangeliseerde ook onder ons. Hij wist hoe de Heere hem uit vrije gunst te sterk was geworden en hij wist dat het zo goed was om deze Koning te dienen. Daarom prees hij de dienst van Zijn Koning aan, ook aan jonge mensen.
In ons jeugdblad verschenen diverse artikelen waarin Kwantes op de hem eigen wijze in gesprek was met jongeren. In de „Daniël" van 23 mei j.1. schrijft hij „Heb jij nog een plekje om je knieën voor de Heere te buigen? Hem te vragen om het werk van de Heilige Geest? Nu staat de deur der genade nog open. Wij leven nog in de welaangename tijd, de dag der zaligheid. Ons jonge leven is zo snel voorbij. Daarom: Zoek de Heere terwijl Hij te vinden is. En dat is nu."
Vele jaren heeft hij op zijn post in Alkmaar mogen werken als evangelist. De HEERE heeft hem willen gebruiken als een instrument in Zijn hand om afgedwaalden terug te brengen. Wat nam hij een grote plaats in bij zijn mensen in Alkmaar. Evangelist Kwantes mocht hen heenwijzen naar de meerdere Jozef bij Wie volle korenschuren zijn. De HEERE geven dat het Woord dat evangelist Kwantes heeft mogen uitdragen voor velen tot zegen heeft mogen zijn. Anders zal dat Woord immers tegen ons getuigen in de dag van het oordeel. De Heere gedenke de evangelisatiepost in Alkmaar en ontferme Zich over de evangelisatie-arbeid. Ook op dit terrein is de nood binnen de kring van onze gemeenten groot. Wat was het de bede van onze overleden broeder dat de Heere ook in dit opzicht nog uitkomst zou willen geven. Nu is hij niet meer. We mogen geloven dat hij de strijd te boven is. Toen ik hem enkele maanden geleden bezocht vertelde hij van het uizien dat er was om straks voor eeuwig zijn Koning te mogen grootmaken. Daar was strijd aan vooraf gegaan, maar: de Heere gaf gehoor aan zijn klacht. Hij mocht zeggen: „Mij, in de kuil verzonken, Mij heeft Hij hulp geschonken, gevoerd uit modd'rig slijk..." Toen was Jan Kwantes geen evangelist meer, geen ouderling meer, toen had God naar hem, de goddeloze en zondaar, in ontferming omgezien. Wat mocht hij toen roemen in zijn Zaligmaker en dat mag hij nu voor eeuwig doen!
De Heere gedenke ook zijn vrouw en kinderen. De Heere sterke u in dit zware verlies en zij u genadig.
Mede namens mijn kollega’s
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1986
Daniel | 41 Pagina's
