David van herder tot koning

Hoe is het toch mogelijk, vraag je je misschien af, dat een kleine, onbekende herdersjongen uiteindelijk zo’n indrukwekkende koning wordt? De Bijbel beschrijft veel over het leven van David, waardoor we een gedetailleerd beeld krijgen van hoe hij was als koning.

Voorbereiding tot koning
In 1 Samuël 13 vers 14 lezen we dat David een man naar Gods hart is. Van kinds af aan is David een kind van God geweest (Ps.22:9-22). Hij komt uit Bethlehem en was herder. Op het moment dat David de schaapskudde weidt, stuurt de Heere Samuël naar het huisgezin van vader Isaï. Hij krijgt de opdracht om de opvolger van koning Saul te zalven, omdat Saul zijn eigen gang ging en niet luisterde naar de Heere. Het is opmerkelijk dat Samuël opnieuw naar het uiterlijk keek (vers 6), net zoals bij Saul. Gelukkig corrigeerde de Heere hem (vers 7). David was de jongste zoon van Isaï. Hij was niet thuis toen Samuël bij Isaï was, maar hoedde de schapen. Toch is dat wel een beetje vreemd, want er was juist een offermaaltijd aangericht. En vaak zijn de jongsten de lievelingen van het gezin en zou je David daar ook verwachten. Zo niet in het gezin van Isaï. David was niet bij zijn broers in tel. In die zin is David ook een type van Jezus, de Zoon van David. Jezus was in de wereld ook veracht (Jes.53:3).
Het herdersleven geeft tijd om na te denken en de Heere te zoeken. Zo bezien was dat een ideale voorbereidingstijd voor het latere koningschap. Ken jij ook zo’n voorbereidingstijd op jouw toekomst? Neem je voor jezelf de tijd om Bijbelstudie te doen en aan de Heere te vragen of Hij jouw weg wil leiden? David was jong toen hij koning werd. Hij ontving het koninklijke ambt. Wist je trouwens dat wij allemaal een koninklijk ambt hebben? De Heere geeft jou een plaats in de wereld. Tegelijkertijd ziet het koninklijke ambt in het bijzonder op de ouderlingen. Zij moeten er op letten dat de preken zuiver en naar Gods Woord zijn, en dwalingen uit de gemeente weren.

Gezalfde koning
David wordt door Samuël tot koning gezalfd (1 Sam.16:13). De Heere zegt tegen Samuël: Vul uw hoorn met olie. Je kunt je er waarschijnlijk wel iets bij voorstellen dat een hoorn staat voor kracht en onbreekbaarheid. Dit in tegenstelling tot een kruik (daar was Saul mee gezalfd). En olie is een teken van inwijding in de dienst van de Heere. Priesters werden bij hun aanstelling gezalfd, maar ook koningen en soms zelfs profeten. Zalving is een beeld van het ontvangen van de Heilige Geest, het bekwaam maken tot het ambt.
Toch duurt het nog een tijd voordat David echt als koning over heel Israël regeert. Voortdurend moet David op de vlucht voor Saul, omdat die het op Davids leven gemunt heeft. Ook Gods kinderen hebben hier op aarde geen rust. Ze moeten voortdurend op de hoede zijn voor de vijand: de wereld, de duivel en hun eigen hart. Het is bijzonder dat David door het geloof zijn lot elke keer weer in handen van de Heere mag leggen. David kan tot tweemaal toe Saul doden, maar doet het niet, omdat hij op de belofte van God vertrouwt. Ken jij hier ook iets van? Heb je geleerd om je hele leven in handen van Hem te leggen? Al je keuzes in het gebed aan de Heere voor te leggen: Uw wil geschiede? Ook als die weg niet over rozen gaat?
In 2 Samuël 8 vers 15 staat dat David een rechtvaardige koning was. Ook hierin is David een type van de Heere Jezus (zie kader). Tijdens het koningschap van David is er veel gebeurd in Israël. Veel vijanden worden overwonnen, er komt een zekere mate van voorspoed en de ark wordt naar Jeruzalem gebracht. Hiermee wil de Heere laten zien dat Hij weer in het midden van Zijn volk wil wonen. Ondanks de goede voorbereidingstijd tot het koningschap was Davids regering ook vol zonde. Denk aan de moord op Uría, het overspel met Bathséba en de volkstelling. Dat wijst er op dat Israël een volmaakte Koning nodig heeft. Iemand die echt verlossing en vrede kan brengen. Uiteindelijk heeft David veertig jaar geregeerd (zeven in Hebron en drieëndertig in Jeruzalem).

Herderlijke koning?
Voordat David koning werd, was hij herder. In dat beroep was hij trouw. Met gevaar voor eigen leven redde hij een schaap uit de klauwen van een leeuw of beer redt. In het tweede boek van Samuël komen we het beeld van de herder en het schaap ook tegen. David zorgde als een herder voor het volk van Israël. Toch krijgen we ook een ander beeld te zien van David, als hij tijdens zijn koningschap besluit dat een schaap (Uría) moet sterven voor hem, omdat hij het enige ooilam van Uría (Bathséba) rooft (2 Sam. 11: 14 en 17). Nadat de profeet Nathan hem de zonde aanwijst en bestraft, toont David diep berouw over zijn zonde. Dat kunnen we lezen in 2 Samuël 12 vers 13 en in het bijzonder in Psalm 51. Daar kijken we David in zijn hart. Hij belijdt zijn zonde en schuld tegenover God. Ook smeekt hij om vergeving en verlangt naar hernieuwde vreugde in God. Ken jij ook dat hartelijke belijden van je zonden aan de Heere? Of denk je dat je teveel gezondigd hebt? Besef dan dat er voor de Heere geen onmogelijke gevallen zijn. En dat Hij ook de zonden van David vergeven heeft. Kan het dan voor jou niet? Als de Heere uiteindelijk het volk Israël straft voor deze zonde, roept David het uit: Zie ik, ik heb gezondigd, en ik, ik heb onrecht gehandeld, maar wat hebben deze schapen gedaan? De schapen (het volk van Israël) moeten sterven vanwege zijn zonde. In het kader kun je lezen op welke manieren David een type is van de Heere Jezus, maar in deze geschiedenis is hij juist het tegenovergestelde! De Heere Jezus heeft als de Goede Herder Zijn leven gegeven voor de schapen om hen te redden uit de klauwen van de wolven (Joh.10:11). Ben jij al een schaapje van Zijn kudde? Zelfs het meest zwarte schaap kan witter worden dan sneeuw. Alleen door gewassen te worden in het bloed van dat volkomen Lam, Jezus Christus.

Feiten over David
• David betekent bemind of lieveling
• Hij ziet er knap uit, heeft heldere ogen en waarschijnlijk rood haar of een rode blos
• David wordt als koning het vaakst ‘de Gezalfde des HEEREN’ genoemd
• Jeruzalem wordt de Stad van David genoemd, omdat David deze stad heeft veroverd en als hoofdstad maakt
• David heeft o.a. oorlog gevoerd tegen de Syriërs, Ammonieten, Moabieten, Edomieten en Filistijnen

David als type van Christus
• Matthew Henry ziet een overeenkomst tussen David en Christus in de trapsgewijze oprichting van het koninkrijk. David werd niet met pracht en praal gezalfd tot koning, maar in het geheim. Voordat David de troon mocht bestijgen, is er veel moeite en verdriet aan voorafgegaan. Later werd zijn koningschap steeds duidelijker, publieker en heerlijker. Christus werd geboren in een kribbe. Na Zijn lijden en sterven komen de trappen van verhoging: de opstanding, hemelvaart, zitten ter rechterhand Gods en de wederkomst. Dan zal het Koninkrijk van God voltooid zijn.
• David is gezalfd met olie. Dat wijst op de inwijding in de dienst van de Heere en de aanwezigheid van de Geest. Christus is gezalfd met de Heilige Geest. Beiden worden Gods ‘gezalfde’ (Hebreeuws: Messias) genoemd. David is dus een type van Christus (Ps.2:6 en Hand.4:27).
• De olie waarmee David werd gezalfd kwam uit een hoorn. Een hoorn is onbreekbaar en is een teken van het blijvende koningschap (Ps.132:17). Christus wordt de hoorn der zaligheid genoemd (Luk.1:69). Het koninkrijk van Christus is blijvend, eeuwigdurend.

Saul
De Geest wijkt van hem (1 Sam. 16:14-23)
Jaloers en achterdochtig (1 Sam. 16)
Wil David doden (1 Sam. 19)
Luistert niet naar de Heere (1 Sam. 15)
Onwaardig voor het koningschap (1. Sam. 13:13-14 en 15:11 en 26)

David
De Geest blijft bij hem (1 Sam. 16:1-13)
Krachtig en vriendelijk (1 Sam. 17 en 20)
Beschermt Saul (1 Sam. 24 en 26)
Is machtig door het geloof (1. Sam. 17)
Waardig voor het (eeuwige) koningschap (2 Sam. 7)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen