HET GEZAG VAN DE MOEDER IN HET GEZIN

Het moederschap bracht voor de moeder benauwdheid. Maar als alles goed gaat, „zo gedenkt zij de benauwdheid niet meer, om de blijdschap, dat een mens t.er wereld geboren is", zegt Jezus in Joh. 16 : 21. D; ie blijdschap blijft, wanneer zij in dankbare gehoorzaamheid aan haar Schepper en Weldoener het moederschap op zich neemt.

Haar kind heeft een moederhand, een moederhart nodig om zijn tolk te zijn bij het ingaan in deze bange, boze wereld. Daarin staat de moeder heel dicht bij het kind. Vader vervult zijn beroepsplichten. Moeder kan als geen ander inwerken op de ziel van het kindi, op zijn ontwikkeling, op zijn levensgang. Het kind hangt met alle vezels van zijn hartje aan zijn moeder.

Oefent de moeder hierin met haar bescherming en verzorging, lichamelijk en geestelijk, in geloof, in liefde, in heiligmaking, met matigheid?

Zij weet toch, dat „al wat in d; e wereld is, de begeerlijkheid des vleses, en de begeerlijkheid der ogen, en de grootsheid: es levens, niet is uit God, maar is. uit de wereld; en dat de wereld voorbij gaat, en haar begeerlijkheid; maar die de wil van God doet, blijft in eeuwigheid" (1 Joh. 2 : 16, 17). Leeft zij dit haar kinderen voor? Laat ze haar kinderen dit indrinken?

(Een heel oud zeeuws gezegde luidt: „Het eerste vocht, uit moeders borst gezogen, wordt tot de docd toe meegedrogen.")

Blijft de moeder de beste vriendin van haar kinderen? Blijft ze de vertrouwde van haar kinderen? Dan zal zij zichzelf moeten verloochenen, omdat zij haar kinderen opvoeden moet tort zelfstandigheid. Dan zal zij straks het offer moeten brengen, op de tweede plaats te komen, wanneer haar kinderen gaan verloven en trouwen.

Maar zij staat daarin onder een belofte. Zij zal niet alles verliezen, wanneer zij haar leven voer haar man en kinderen heeft gegeven.. Dat alles ligt in deze woorden: „Doch zij zal zalig worden in kinderen te baren". Matthew Iienri zegt hiervan: „Ofschoon de moeilijkheden en gevaren van het kinderen-baren groot zijn en menigvuldig (en in de opvoeding deze steeds terug kunnen komen, zeggen wij er bij), omdat zij deel uitmaken van de straf om Eva's overtreding op haar sekse gelegd, is hier veel tot haar ondersteuning en bemoediging; doch zij zal zalig worden. Ofschoon met smart, zal zij de kinderen voortbrengen en een levende moeder van levende kinderen zijn, , met het vooruitzicht, dat zij blijven in geloof, liefde en heiligheid, met matigheid. Vrouwen die in deze omstandigheden verkeren, mogen zich in de ure der smarten tot haar steun vasthouden aan deze belofte".

Calvijn zegt kort en krachtig: „De generering. (die zich voortzet in de opvoeding) is dan eerst Gode aangenaam, als zij uit het geloof en liefde voortkomt en zo uitloopt op heiligmaking, waarin de ganse zuiverheid des levens vervat wordt, die de christelijke vrouwen betaamt."

Een moeder diie dit alles mag betrachten in biddend, opzien tot God, doet Gode een aangename dienst, zegt Calvijn. In zijn opdracht doet u als Naomi, die de kleine Obecl nam, in haar schoot zette en zijn voedster werd.

Dat was liefdevolle aanvaarding, hartverwarmende bescherming en getrouwe verzorging.

En in dit alles heeft u gezag, omdat u verantwoording schuldig bent aan de I-Ieere. Samen met de man, die u als de vader van uw en zijn kinderen heeft als uw hoofd. Hij mag en moet weten, hoe u uw kinderen voorgaat in geloof en in liefde en in heiligmaking, met matigheid.

En met zijn steun en zo nodig door zijn autoriteit moet uw kind weren, en beseffen, dat u verantwoording hebt af te leggen voor de bescherming, en de verzorging van het kind, het erfdeel van de I-Ieere, voor het beschermen en het verzorgen voor Hem, in Zijn Naam.

Dat is uw gezag; dat is, wat U in ernst en liefde Uw kind te zeggen hebt. (Gezag: wat te zeggen hebben; in woord en daad).

En de vader, uw man, heeft wat hierin dreigt mis te gaan, terecht te wijzen door lering (de weg doen weten) en vermaning (d'e weg wijzen, wanneer de verkeerde weg werd ingeslagen, zo mogelijk terugbrengen op deze weg).

„Welgelukzalig is de man, die zijn pijlkoker, met pijlen, de zonen der jeugd, gevuld heeft; zij zullen niet beschaamd worden, als zij met de vijanden spreken zullen in de poort" (Ps. 127 : 5).

Het gezag van de moeder in het gezin zal, wat u er ook van maakt, naar deze psalm „tevergeefs" zijn. wanneer u in uw gezinsleven bouwt, en waakt, en zwoegt., en zorgt zónder de Heere.

Mocht u door genade behoren tot Zijn beminden. Dan geeft de I-Ieere veel goeds, natuurlijk en geestelijk, als in de slaap.

Dan is het bezit van kinderen, uw steun en blijdschap, de hoogste; zegen in uw leven. In rust en kalmte, door geloof, in liefde, in de weg der heiligmaking het u geschonken erfdeel van de Heere beschermen en verzorgen voor Hem., dat moge u uit genade geschonken worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen