“Ik ben bang”
Wat doe je dan?
Ben je wel eens bang? Voor onweer, voor het donker, voor spinnen? Soms ben je zo bang dat je er niet van kunt slapen. Of dat je niet over straat durft. Wij praatten hierover met Rick, Lisa en Corina.
Rick: "Bidden is het beste"
“Ik ben voor heel veel dingen bang. Het meest voor dingen die je in het nieuws hoort: aanslagen of een orkaan. Ik ben dan bang dat het hier ook gebeurt. Ook ben ik bang dat er erge dingen gebeuren met mij of met mijn vader, moeder, broer of zus; zoals brand of een ongeluk. Ik ben soms zo bang dat ik er niet van kan slapen. Ik mocht daarom af en toe praten met een mevrouw. Zij had een goede tip: als je bang bent, kun je in je hoofd naar een plekje gaan waar alles leuk en goed is. Dat plekje mag je zelf bedenken, bijvoorbeeld Luilekkerland. Als je daaraan denkt, denk je niet meer aan de dingen waar je bang voor bent. Maar de beste tip is bidden. Soms doe ik dat alleen, maar als ik heel bang ben samen met mijn vader of moeder. Als ik gebeden heb, ben ik rustig. Daar zorgt de Heere voor.
Tip van Rick:
Maak een gebedsdoosje. Daarin stop je briefjes met de dingen waar je bang voor bent. Daar kun je voor bidden. Aan het einde van de week kun je alle briefjes lezen. Dan zie je hoe goed de Heere voor je gezorgd heeft. Daar kun je Hem weer voor danken.
Lisa: "Verander bange gedachten"
“Ik ben vaak bang voor regen. Als het heel lang en hard regent, denk ik dat er een overstroming komt en dat ik mijn ouders en familieleden kwijtraak. Ook vond ik het nooit leuk dat mijn ouders weggingen. Dan ging ik allemaal vragen stellen om ze zolang mogelijk thuis te houden. Soms belde ik hen als ze weg waren, om te controleren of er niets met hen gebeurd was.
Omdat het steeds in mijn gedachten was en ik er veel om moest huilen, ben ik naar een mevrouw geweest, om over mijn angst te praten. Zij leerde me hoe ik mijn bange gedachten kan veranderen in helpende gedachten, waardoor ik rustiger word. Bijvoorbeeld dat mijn ouders mij niet alleen laten zonder dat ik het weet en dat ze er altijd voor zorgen dat er een lieve oppas bij mij blijft. Maar wat mij ook goed helpt, is om eraan te denken dat de Heere er altijd is en mij altijd ziet.
Tip van Lisa:
Maak een tekening met daarop dingen die je rustiger maken en je gedachten ombuigen naar fijne gedachten. Ik tekende bijvoorbeeld een regenboog en een meisje dat bidt. Die tekening hing ik boven mijn bed. Als ik bang was, keek ik ernaar en wist ik weer wat ik het beste kon doen.
Corina: "Vertel het tegen anderen"
“Toen ik 7 jaar oud was, overleed mijn lieve oma. Ik hield veel van haar en ik mis haar nog steeds. Nadat ze overleden was, voelde ik me vaak angstig. ‘s Avonds lag ik huilend in bed, bang om ook te moeten sterven en bang dat ik nog meer mensen zou moeten missen van wie ik hou. Ik riep mama en vertelde waar ik zo bang voor was. Ze probeerde me te troosten. Samen gingen we bidden of ik de angst mocht kwijt raken, maar vooral of ik een nieuw hartje mocht krijgen, dan zou het niet erg zijn om te moeten sterven. Daardoor werd ik rustiger. Ook praatte ik er veel met mijn meester over.
Toen ik dit jaar hoorde dat ook mijn opa ziek was, was ik zo bang dat hij ook zou sterven, dat ik van angst drie dagen niet kon eten. Opnieuw heb ik veel met mama gepraat en hebben we gebeden. Gebeden voor hem, voor mijn angst en of we een nieuw hartje mogen krijgen. Gelukkig gaat het met opa nu weer goed!
Tip van Corina:
“Als je bang bent, vertel het dan tegen papa, mama, je meester of juf. Vraag of ze met je willen bidden en schrijf op waarom je bang bent. Soms vind ik het moeilijk om iets uit te leggen, of durf ik het niet zo goed te vertellen. Het helpt dan om het op te schrijven. Ik ben het dan toch een beetje kwijt.
Angst in de Bijbel
Ook in de Bijbel lees je over mensen die bang zijn. Je ziet hier twee voorbeelden, maar je weet er vast nog wel meer.
Genesis 3 Hier begon het… Adam en Eva waren eerst nooit bang. Bang-zijn bestond niet, want alles was goed en ze leefden samen met de Heere. Totdat de zonde kwam en ze van de verboden boom aten… Toen werden ze bang en verstopten zich.
Mattheus 14 Na de wonderbare spijziging beveelt de Heere Jezus Zijn discipelen naar de overkant te varen. Als het schip midden op het meer is, gaat het stormen. Tegen de morgen komt Jezus hen tegemoet. Hij loopt op het water. De discipelen denken dat het een spook is en schreeuwen het uit van angst. “Vreest niet, Ik ben het,” zegt de Heere. Petrus wil naar de Heere toe. Als zijn oog op de Heere is, gaat het goed, maar dan kijkt Petrus naar de hevige wind en wordt hij heel bang. Hij zakt weg in het water. Hij schreeuwt naar Jezus om redding. Jezus redt hem. Daarna vermaant Hij Petrus om zijn zwakke geloof.
Voor Petrus is het een les om meer op Jezus te vertrouwen en niet op zichzelf. Misschien is dat ook wel de les die de Heere Jezus ons wil leren als we angstig zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 2017
Daniel | 32 Pagina's
