Zijn naam belijden
Belijdenis doen staat nog heel ver van je af. Is dat iets om nu al over na te denken? Ja, weet je waarom? Je bent gedoopt! Kinderen die gedoopt zijn, horen niet bij de wereld, maar bij de gemeente van de Heere. Door de doop ben je apart gezet en dat verplicht je tot een leven in gehoorzaamheid aan de Heere. Je wordt geroepen om Zijn Naam te belijden. Nu al, in de manier waarop je je leven invult. In je spreken, in de keuzes die je maakt. Hoe je met je (vrije) tijd omgaat. Als de Heere het geeft mag je over een paar jaar ook in de gemeente belijdenis doen. Dan mag je er voor uitkomen dat je wilt leven in gehoorzaamheid aan Zijn Woord.
De Heere houdt Zijn kerk in stand. 't Verbond met Abraham Zijn vriend bevestigt Hij van kind tot kind. (psalm 105: 5 berijmd) Elk jaar mogen er weer jonge mensen belijdenis des geloofs afleggen.
- omdat dat van hen verwacht wordt
- omdat hun vrienden het doen
- omdat ze de leeftijd ervoor hebben
- omdat ze de Heere liefhebben.
Er zijn jonge mensen die belijdenis afleggen Ook voor het afleggen van belijdenis des geloofs geldt; "Al wat uit het geloof niet is, dat is zonde." (Romeinen 14:23b) Hoe kom je aan dat geloof? De Heere wil het werken, door de verkondiging van Zijn Woord. Wie Hem need'rig valt te voet, zal van Hem Zijn wegen leren!
Psalm 19
vers 8 t/m 15
8. De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende.
9. De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen.
10. De vreze des HEEREN is rein, bestaande tot in eeuwigheid, de rechten des HEEREN zijn waarheid, samen zijn zij rechtvaardig.
11. Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem.
12. Ook wordt Uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is grote loon.
13. Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgene afdwalingen.
14. Houd Uw knecht ook terug van trotsheden; laat ze niet over mij heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding.
15. Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Treffer | 20 Pagina's