Bijbel spreekt echt anders dan de koran
In maatschappelijke discussies ligt de islam zwaar onder vuur. Deze godsdienst roept op tot haat en geweld, zo is het verwijt. En het orthodoxe christendom dan? Er staat bijvoorbeeld in Psalm 1 39 toch ook: zou ik niet haten degenen die u haten? Hoe moeten we dat zien?
De islam is nadrukkelijk aanwezig in onze samenleving. In de stad merk je daar meer van dan op het platteland. Maar door gebeurtenissen van de laatste maanden en door de maatschappelijke discussies die daarop volgden, worden wij er allemaal met onze neus op gedrukt. Meer dan eens worden wij op een hoop geveegd met de islam. Zowel orthodoxe christenen als mohammedanen worden als fundamentalisten aangemerkt. Dat is volstrekt onjuist. Trouwens, je mag ook absoluut niet alle mohammedanen als halve terroristen beschouwen. Er moet met veel meer onderscheid en voorzichtigheid worden gesproken. Maar intussen kun je wel worden bevraagd. Hoe zit het dan met jullie opvattingen?
Islam en christendom
Het is belangrijk dat-we het wezenlijke verschil tussen de koran en de Bijbel in dit opzicht goed in het oog hebben. De koran roept individuele mohammedanen op tot hardheid en geweld. Enkele citaten van uitspraken uit de koran maken dit al duidelijk. "Bestrijdt de ongelovigen die in uw nabijheid zijn en laat hen hardheid in u vinden (Sura 9:1 23). "Doodt dan de afgodendienaar" (Sura 9:5).
Heel anders is de taal van de Bijbel. De Heere Jezus leert: ebt uw vijanden liet; doet wel degenen die u haten (Lukas 6:27). Maar, zegt iemand, in Psalm 139 staat toch: ou ik niet haten die U hatenl Dat staat er inderdaad, maar laten we er op letten dat dit woorden zijn die de dichter in zijn gebed tegen de Heere zegt. Dat is geen taal voor de straat of om tegen de naaste te zeggen. Het is ook helemaal geen oproep tot haat. Dat is taal die Gods kind gebruikt om zijn bezwaarde gemoed bij de Heere te ontlasten.
Vervolgens moeten we op het verband letten. Want de tekst i/ervolgt met te zeggen: En verdriet hebben in degenen die tegen U opstaan? En in de tekst ervoor gaat het over mensen die schandelijk van de Heere spreken en die de vijanden van de Heere ijdel in de hoogte steken. De Heere heeft verdriet, een afkeer van en haat tegen zulke brute spotters en openlijke vijanden van Hem. Nu bidt de dichter of de Heere die mensen die zo anti de Heere zijn Zelf wil verdelgen. Ook wil hij graag dat zulke mensen uit zijn nabijheid wijken.
Hij haat hen dus omdat zij - dat staat voorop - openlijk God tarten. En dan neemt hij niet het recht in eigen hand, maar laat dat aan God over.
Hele Schrift
Er staan met name in het Oude Testament wel meer uitspraken die op het eerste gezicht niet zo gemakkelijk uit te leggen zijn. Toch moeten we altijd bedenken dat de psalmen veelal weergave zijn van het gebeds-
gesprek tussen een kind van God en de Heere. Dat plaatst zulke gedachten in een ander licht dan uitspraken die de vorm van opdrachten en opwekkingen hebben.
Vervolgens moeten we altijd Schrift met Schrift vergelijken en naar het geheel van de Schrift luisteren. Dan pas begrijpen we de bijbelse boodschap. We mogen niet afgaan op enkele losse uitspraken.
De Heere Jezus roept op je vijanden lief te hebben en Paulus vermaant ons dat we ons best zullen doen - zoveel in u is - vrede te houden met alle mensen.
Wat leren we samenvattend uit dit geheel? We moeten in vrede met onze naaste leven; met alle mensen. En zelfs naastenliefde in praktijk brengen. Degenen die God openlijk tarten, moeten we van ons laten wijken. Uit liefde tot de Heere - dat gaat immers bovenal - zullen we openlijke lasteraars van de Heere haten. Maar dat houden we voor onszelf; dat zeggen we in ons gebed tegen de Heere.
Overheid en burger
De oproep tot geweld tegen 'ongelovigen' wordt vanuit de koran kennelijk tot islamieten persoonlijk gericht. Ook daarin ligt een principieel verschil met wat de Bijbel ons leert. In de Bijbel, met name in het Oude Testament, worden zware straffen op grove zonden uitgesproken. Zo is er in principe de doodstraf voor degene die incest pleegt, een moord begaat, die homoseksuele praktijken uitvoert (Genesis 9; Leviticus 18-20). Maar wie mochten zulke straffen uitvoeren? Niet zomaar willekeurige burgers. Zulke straffen mochten en moesten alleen uitgevoerd worden door de hand van de rechters. En die moesten voor ze hun oordeel velden eerst zorgvuldig naar minstens twee getuigen luisteren. Op die wijze moest alle rechtspraak en strafuitoefening plaatshebben. Dat kunnen we lezen in bijvoorbeeld Exodus 21:22; Deuteronomium 17:9 en12; Deuteronomium 19:1 7 en 18. We leren dat ook uit de geschiedenis van de vloeker die gedood moest worden (Leviticus 24:13 en verder) en van Achan (Jozua 7).
De overheid moet zondaren straffen. Soms zelfs door strenge straffen toe te passen, We lezen zelfs van oog om oog en tand om tand. De Farizeeën begingen de grove fout dat zij zulke rechtsregels ook als leefregels onder de burgers hanteerden. Dat wijst de Heere Jezus ten stelligste af. In het persoonlijk omgaan met de naaste worden we juist tot zachtmoedigheid en lijdzaamheid opgeroepen. Hebt uw vijanden Hef; zegent ze die u vervloeken; doet wel degene die u haten en bidt voor degenen die u geweld aan doen en die u vervolgen (Mattheüs 6:44). Ook dit is een belangrijk punt waar we goed erg in moeten hebben. We mogen geen eigen rechter spelen. We hebben in de persoonlijke omgang met andere mensen niet hardheid, maar juist zachtmoedigheid en vreedzaamheid aan de dag te leggen.
Lieuer smaadheid
Het kan in de werkelijkheid van het leven voorkomen dat wij lijden hebben te verdragen om de Naam en de zaak van de Heere. Dan moeten we niet gaan schelden of onszelf wreken. Gods Woord leert ons het tegendeel. Het moet ons persoonlijk zelfs tot verwondering strekken, het wordt een verwaardiging, een eer genoemd, wanneer we om Zijn Naam en zaak moeten lijden. Dat hoort ook bij het drukken van Zijn voetstappen. Heel erg zou het zijn wanneer de Naam des Heeren smaadheid werd aangedaan vanwege ons gedrag. Wanneer wij terecht als een kwaaddoener straf krijgen, is dat heel ernstig. Maar. omgekeerd, wanneer wij goed deden en toch gesmaad worden, dan mogen we dat in de hand van de Heere geven. Want we mogen weten: God is Rechter. Dat zal straks blijken. Tot schrik voor de goddelozen en tot verwondering van degenen die de Heere vrezen.
Intussen leven wij in deze werkelijkheid waarin het getal van degenen die naar de Bijbel willen leven heel klein wordt. Onbegrip en soms spot en verachting kan ons ten deel vallen. Laten we kracht vragen om ons leven in bescheidenheid naar het Woord te mogen inrichten. En laten we zoeken te bidden zelfs voor hen die zich vijandig gedragen. Lettend op de Heere Jezus, Die als Hij gescholden werd, niet wederschold, maar het overgaf.
        Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten.  Digibron  werkt
        voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
        vragen, informatie: contact.
        Op  Digibron  -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
        Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
        database. Terms of use.
    
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 2005
Daniel | 32 Pagina's
 
                                