Je werk of je leven

Werk je in het zweet
De opdracht om te werken vinden we in de Bijbel. Na de zondeval zegt de Heere tegen Adam en Eva: In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten (Gen. 3:19), verder lees je in de wet: Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen (Ex. 20:9). Werken is dus een opdracht van God. Maar het ene werk is het andere werk niet. Er zijn beroepen waarbij je je letterlijk in het zweet werkt, maar je kan ook veel werk verzetten door stil achter een computer te zitten. Je kan heel eenvoudig, praktisch werk doen of gecompliceerde problemen aanpakken. Welk werk je doet, maakt in principe niet uit. Wat wel uit maakt is hoe je je werk doet.

Je kent de uitdrukking ‘ledigheid is des duivels oorkussen’ misschien wel. Deze uitdrukking is een waarschuwing dat het met luie mensen niet goed afloopt. Dat klinkt nogal dramatisch, maar misschien herken je het wel. Als je niks te doen hebt, dan ga je op zoek naar bezigheden. Dan pak je algauw je telefoon of ga je achter je computer zitten, terwijl er ook veel andere dingen te doen zijn. Naast je hobby’s en sociale bezigheden is aan het werk zijn dus een manier om je bezig te houden, maar ook om in je levensonderhoud te voorzien.

Doet het al ter ere Gods
Werken is dus bezig zijn. Voor iedereen is dit anders. Misschien zit je door omstandigheden thuis. Heb je door lichamelijke of psychische problemen geen baan. Dan nog heb je de opdracht om aan het werk, om bezig te zijn. Dit kan dan alleen aangepast aan jouw omstandigheden. Het kan heel kleinschalig en vrijwillig. Een ziek iemand een bezoekje brengen, iemand een kaartje sturen, voor iemand koken, even op een kind passen. De kleinste bezigheden kunnen al gezegend worden.
De kern van jouw werk, van jouw bezig-zijn moet de tekst uit 1 Korinthe 10 vers 31 zijn: Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods. Je werkt niet om er zelf beter van te worden, maar je doet je werk in dienst van de Heere. Dit kan dus ook als je straat, wast, bestuurt, kookt of melkt. Hiervoor is genade nodig, want van nature werken we voor onszelf. Als de Heere in je leven komt, ga je Hem ook dienen in je werk. Tot zegen van andere mensen.

Geroepen
Als we zeggen dat iemand ‘geroepen’ is, dan hebben we het vaak over mensen die hun werk in dienst van de Heere mogen gaan doen, zendingswerkers, evangelisten of dominees. Maar je kan ook geroepen zijn tot het werk dat jij doet. Als de Heere je op een bepaalde plaats aan het werk zet en je gelooft dat je werk tot eer van God mag doen, dan mag je ook zeggen dat je geroepen bent. Een roeping betekent dat je je werk doet voor iemand anders. Het is een missie die je eigen belangen overstijgt. Het gaat dan in je werk niet meer om zelfontplooiing en carrière.
In de zestiende eeuw stelden Luther en Calvijn dat mensen geroepen zijn tot hun werk op grond van Gods opdracht aan de mens om over de schepping te heersen en haar te bewerken. (Gen. 2:15) God voedt, kleedt, steunt en verzorgt mensen door menselijke arbeid. Juist in eenvoudige beroepen zag men arbeiders als ‘vingers van God’. Luther zei: “Als een schoenlapper vol vuil of roet zit, als hij stinkt naar zweet, maar hij denkt bij zichzelf: God heeft mij een vrouw en kinderen toevertrouwd en ik heb de taak hen lief te hebben en voor hen te zorgen, dan is het goed in Gods ogen.”
Tegenwoordig zijn we dat beeld een beetje kwijt geraakt. Het is belangrijk om een ‘goede baan’ te hebben. Hierbij horen persoonlijke ontwikkelingsplannen, trainingen, bijscholingen, werken aan je carrière, hogerop komen, allemaal omdat het mooi staat op je CV. Natuurlijk is het goed om je te ontwikkelen in je werk, zodat je je werk goed kan doen. Maar houd wel voor ogen waarom je dit doet. Ga je puur en alleen voor de carrière en de bijkomende voordelen: meer salaris, mooie auto, een betere functie? Of kijk je ook verder? Een stap omhoog op de carrièreladder brengt vaak ook andere veranderingen met zich mee. Je krijgt meer verantwoordelijkheid, er wordt meer van je verwacht, je werk kost meer tijd. Dit zijn allemaal zaken die je wel aan moet kunnen. Daarnaast moet je ook opletten dat je privé tijd overhoudt om te ontspannen en tijd om de Heere te zoeken. Verantwoordelijkheden kunnen je gedachten zo bezetten, dat je geen rust kunt vinden om bijvoorbeeld uit de Bijbel te lezen.
Zo kan het dus gebeuren dat je met een universitaire opleiding een baan hebt op een lager niveau. Je kan dit ‘begraven van je talenten’ noemen, maar als je je tot dit werk geroepen voelt, dan is daar niks mis mee. Dit geldt ook voor moeders die er voor kiezen om te stoppen met werken. Ze geven hun werk op om voor hun kinderen te mogen zorgen. Dat is niet ouderwets, maar dat is gehoor geven aan de roeping om voor je kinderen te zorgen.

Christen zijn op je werk
Het is het niet altijd eenvoudig om praktisch christen te zijn op je werk. Zeker niet als je in een omgeving werkt waar je collega’s of klanten een negatieve houding tegenover het christelijk geloof hebben. Allereerst is het belangrijk dat je kijkt naar jezelf. Welke werkhouding heb jij? Hoe ga je om met andere mensen op je werk? Ga je mee met de cultuur die op je werk heerst of laat je merken dat je over bepaalde dingen anders denkt? Als je zelf weet waar je voor staat, is het makkelijker om hiernaar te kunnen leven. Denk hier dus goed over na. Lees erover en ga erover in gesprek met anderen. Vind je het moeilijk of heb je twijfels, bid dan tot de Heere om wijsheid.
Zomaar uit het niets over de Heere vertellen op je werk is natuurlijk moeilijk. Je hoeft niet de hele dag te evangeliseren. Door je houding kun je ook evangeliseren. Kunnen ze aan jou zien wat jij belangrijk vind? Dat jij wil leven zoals de Heere dat van jou vraagt? Op het moment dat een bepaald onderwerp ter sprake komt en er is een opening om over de Heere te vertellen, laat dit dan niet aan je voorbij gaan. Je hoeft niet op alles een antwoord te hebben, maar eenvoudig vertellen over wie de Heere is en waarom je bepaalde dingen anders doet, kan al een opening zijn tot een gesprek. Denk dan aan thema’s als; vloeken, bidden voor je eten of jouw besteding van de zondag. Je hoeft mensen niet te overtuigen, maar je mag wel getuigen.

Je werk en je leven
Op je werk kan je dus niet iemand anders zijn dan thuis. Wie jij bent, moet thuis, zondag en op je werk hetzelfde zijn. Dan mag je, met Gods hulp, een licht zijn voor de mensen om je heen. Ken jijzelf dat Licht en mag door jou Zijn licht schijnen? Mattheüs 5:16: Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. Een prachtige roeping.

God dienen op je werk

• Wees eerlijk en vertel over de Heere als daar gelegenheid voor is.
• Lever goed werk.
• Maak mooie dingen.
• Werk vanuit een christelijke motivatie om de Heere te dienen.
• Wees dankbaar en vrolijk.
• Doe dat werk waar je blij van wordt.
• Verdien veel geld en geef zoveel mogelijk van dat geld weg aan anderen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen